Joden en christenen in de vuurlinie

Foto: Levi Zoutendijk

Nadat de inwoners van Israël vorig weekeinde door 700 raketten zijn bestookt, lijkt het me een under­state­ment om te zeggen dat de Joodse natie onder vuur ligt. Gelukkig hebben daadkrachtige woorden en daden geleid tot een wapenstilstand.

Door Charles Gardner

De terroristen van Hamas gaven toe na een ultimatum van Benjamin Netanyahu. Hij waarschuwde hen, dat als ze hun wapens niet onmiddellijk zouden laten vallen, Israël Gaza zou annexeren en hen voor altijd zou verdrijven.

Israël heeft lang geleden geleerd dat het niet volledig kan vertrouwen op de steun van zijn bondgenoten, en is dus voorbereid om harde maatregelen te nemen als dat nodig is.

Het Britse parlement heeft 80 jaar geleden, op 22 mei, een besluit genomen dat in feite duizenden Joden de dood heeft gekost. Capitulerend voor het Arabische verzet heeft het die dag een Witboek aangenomen, waardoor de toegang tot Palestina (destijds onder Brits mandaat) ernstig werd beperkt voor Joden, die op de vlucht waren voor de vervolging door de nazi’s. Het was een schokkend verraad aan onze belofte om een thuis voor Joden voor te bereiden om in veiligheid te wonen.

En het is veelzeggend dat deze datum min of meer samenvalt met de verkiezingen in de EU, waaraan we – drie jaar nadat een meerderheid van 17,4 miljoen van de Britse burgers voor het verlaten van Europa heeft gestemd – niet zouden moeten meedoen. Het Britse volk, dat het Joodse volk 80 jaar geleden zo schandalig heeft verraden, voelt zich nu zelf verraden door hetzelfde Parlement. Is er misschien een verband?

De profeet Obadja schrijft: ‘De dag des Heren is nabij voor alle naties. Zoals u gedaan hebt, zal het u worden aangedaan; uw daden zullen op uw eigen hoofd terugkomen’. (Obadja v15)

Er was een dag, in het 19e eeuwse Groot-Brittannië, waarop we daadkrachtiger en met meer eer en medeleven hebben gehandeld. Minister van Buitenlandse Zaken Lord Palmerston gaf in 1850 zelfs opdracht tot een zeeblokkade als reactie op een antisemitische gewelddaad in Athene, waarbij een Brits onderdaan betrokken was. De in Gibraltar geboren Jood Don Pacifico en zijn familie werden tijdens de Paasdagen op wrede wijze aangevallen door een bende, nadat de Griekse regering de traditionele verbranding van een beeltenis van Judas Iskariot had verboden, kennelijk uit eerbied voor een rijke Britse Jood, Lord Rothschild, die in het land was om te praten over [toen ook al…] het aanbieden van een lening.

Pacifico, een voormalige Portugese consul-generaal, was het doelwit, als de facto leider van de Joodse gemeenschap van de stad. Palmerston was ook een sleutelfiguur in de eerste politieke stappen om het herstel van Israël te faciliteren.

Tragisch genoeg lijkt het erop dat Groot-Brittannië nu de rol speelt van Judas, de verrader van Jezus, de Joodse Messias, die zich tegen zijn eigen christenen keert, in een poging om het zwijgen op te leggen aan degenen die vasthouden aan de waarheid van het evangelie en de geboden van God, die roekeloos door de regering overboord zijn gegooid.

Ik geloof dat er een besef is waarin God tot zowel christenen als Joden spreekt en ons vertelt dat we hier samen in zitten. We aanbidden tenslotte allebei de God van Israël, en dat is zeker de reden waarom beide groepen wereldwijd zo hevig worden vervolgd.

De kerk moet begrijpen dat de Joden ons het evangelie hebben gebracht (samen met de Bijbel, de wet, de profeten, de aartsvaders en onze Heer zelf). Wij zijn het aan hen verplicht om hulp te bieden in hun tijd van nood (Romeinen 15:27).
Tegelijkertijd moeten Joden echter begrijpen dat Jezus hun Messias is – heidenen zijn zelfs geroepen om hen dit te vertellen door te verklaren: ‘Uw God regeert! (Jesaja 52:7). Prijs God dat velen reageren, hoewel anderen duidelijk beledigd zijn. Maar er is altijd vervolging van het evangelie geweest (Galaten 5:11). En we moeten hen vertellen.

Op het grondgebied van de Palestijnse Autoriteit werden christelijke inwoners van de stad Jifnah ondertussen aangevallen door activisten van de (regerende) Fatach-partij, nadat een vrouw uit die plaats bij de politie een klacht had ingediend over de zoon van een hoge Fatach-ambtenaar. Het gewelddadige incident omvatte ook een beschieting.

Ondanks wat ik heb gezegd over het feit dat Groot-Brittannië zich tegen zijn eigen christenen keert, ben ik blij te kunnen zeggen dat de benarde situatie van vervolgde christenen in het buitenland eindelijk door de Britse regering is erkend, dankzij een verslag in opdracht van minister van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt, die al de weg heeft vrijgemaakt voor verdere verzoening met de Joodse gemeenschap door zich te verontschuldigen voor het eerder genoemde Witboek.

De heer Hunt, die naar verluidt een toegewijd christen is, zei dat christenen in sommige delen van de wereld een genocide ondergaan en dat zij in een moderne exodus uit het Midden-Oosten worden verdreven. En hij beschuldigde de politieke correctheid – in het bijzonder een ‘misplaatste zorg’ dat deze als ‘kolonialistisch’ zou worden geïnterpreteerd – van het feit dat hij de kwestie niet onder ogen heeft gezien.

In zijn verslag werd vastgesteld dat 245 miljoen christenen, verspreid over 50 landen, nu ernstig worden vervolgd. Het lijkt er dus op, dat als Joden naar Israël migreren, waar nu bijna zeven miljoen zonen en dochters van Abraham wonen, christenen in de buurlanden ontheemd raken en in de tegenovergestelde richting worden gedwongen.

We moeten naast met onze broeders staan in het oude geloof van Abraham, Izaäk en Jakob, en een zegen voor elkaar zijn. Hun eigendomsbewijs van het land staat vooral in de Bijbel (Genesis 17:7 e.v.). En ons recht om in het geloof van Abraham mede te erven staat ook in de Bijbel (Romeinen 4.16 e.v.).

Charles Gardner is de auteur van Israel the Chosen, Peace in Jerusalem, en A Nation Reborn.

Bron: israeltoday.nl

Wees de eerste die reageert op "Joden en christenen in de vuurlinie"

Geef een reactie