Het kabinet is niet van plan om een einde te maken aan de aparte EU-etikettering van Joodse producten uit Oost-Jeruzalem, de Westoever en de Golanhoogten, ondanks het feit dat producten uit andere betwiste gebieden niet worden gelabeld. Dat schrijven ministers Blok (Buitenlandse Zaken) en Kaag (Buitenlandse Handel) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de bewindslieden is er formeel geen sprake van een eenzijdige behandeling van Israelische nederzettingenproducten door de EU-regelgeving rondom etikettering. In de praktijk is hier echter wel sprake van.
In de Kamerbrief leggen Blok en Kaag uit hoe zij uitvoering zullen geven aan moties over Israel die recent zijn aangenomen. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde vorige week voor een motie van Joël Voordewind (ChristenUnie), ingediend naar aanleiding van een arrest van de hoogste EU-rechter. In de motie werd de regering opnieuw opgeroepen om in EU-verband steun te zoeken voor een consequenter etiketteringsbeleid. Als hier nog altijd geen steun voor is zou etikettering helemaal achterwege moeten blijven, aldus de Tweede Kamer. Dit laatste ziet het kabinet echter op voorhand al niet zitten.
Hof van Justitie
Begin november oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat producten uit Israelische nederzettingen definitief niet meer verkocht mogen worden als ‘Made in Israel’. Bovendien moet worden vermeld dat het product uit een nederzetting afkomstig is. Het Hof bevestigde hiermee de juistheid van de ‘Interpretatieve mededeling inzake de vermelding van de oorsprong van goederen uit de sinds juni 1967 door Israel bezette gebieden’, een richtsnoer hoe EU-lidstaten om moeten gaan met de labeling van producten uit Israelische nederzettingen.
Hoewel deze interpretatieve mededeling gebaseerd is op EU-regelgeving die ziet op bezette gebieden in het algemeen, heeft de Europese Commissie nooit dergelijke mededelingen gepubliceerd over bezette gebieden zoals Noord-Cyprus en de Westelijke Sahara. Deze gebieden ontspringen daardoor de dans. Reeds in 2015 zocht het kabinet daarom, op aandringen van een meerderheid van de Tweede Kamer, in EU-verband naar steun voor een beleid dat niet discrimineert. Hier bleek echter onvoldoende draagvlak voor te bestaan.
Europeesrechtelijke verplichtingen
De genoemde motie van Joël Voordewind, vorige week ingediend bij de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken, roept de regering nu op om opnieuw een poging te doen om tot een consequenter EU-beleid te komen. Zolang hier geen sprake van is zou Nederland de regels niet moeten handhaven. Blok en Kaag zijn, zoals gezegd, echter niet van plan om dit deel van de motie uit te voeren omdat zij vinden dat er geen sprake is van ongelijke behandeling.
“Afzien van handhaving in het specifieke geval van de door Israel bezette gebieden en nederzettingen binnen die gebieden zou bovendien ertoe leiden dat Nederland in strijd zou handelen met haar Europeesrechtelijke verplichtingen,” voegen de bewindslieden daar aan toe. Nederland is verplicht om wetgeving van de Europese Unie na te leven (het zogeheten beginsel van Unietrouw).
NVWA
Blok en Kaag benadrukken dat Nederland bereid is om misleidende etikettering aan te pakken, ook als het om producten gaat die niet uit door Israel gecontroleerde gebieden komen. Tot nu toe was hier geen sprake van, maar de ministers roepen in de brief consumenten op om melding te maken van producten met een onjuist label: “Consumenten kunnen bij vermoeden van verkeerde herkomstaanduiding een klacht indienen bij de NVWA.”
“Daar is geen beperking op voor welk land of gebied dan ook,” zo schrijven ze dinsdag in de Kamerbrief. Als u een verkeerd geëtiketteerd product uit de Westelijke Sahara, Noord-Cyprus of één van de tweehonderd andere conflictgebieden wereldwijd tegenkomt, kunt u dit eenvoudig melden via het klachtenformulier van de NVWA. U kunt ook contact opnemen met CIDI door een e-mail te sturen naar cidi@cidi.nl.
Verenigde Naties
In de Kamerbrief gaan de ministers tevens in op het stemgedrag van de Nederlandse vertegenwoordigers bij de Verenigde Naties. Nederland doet, tot afgrijzen van de Tweede Kamer, regelmatig mee aan het anti-Israelcircus bij de VN. Deze maand stemde Nederland bijvoorbeeld voor zeven van de acht anti-Israelresoluties bij het zogeheten ‘dekolonisatiecomité’. Deze stemposities worden bepaald door de verantwoordelijke ministers, zo benadrukken Blok en Kaag dinsdag nogmaals in de Kamerbrief.
Volgens de brief vergt het verminderen van het aantal anti-Israelresoluties bij de VN een inzet op de lange termijn. De reden die Blok en Kaag hiervoor geven is opvallend: de bewindslieden vrezen dat de Palestijnse Autoriteit het afbouwen van het aantal resoluties als een verkeerd signaal op zou kunnen vatten. Door de Nederlandse inzet wordt er dit jaar één resolutie over het Arabisch-Israelisch conflict minder ingediend, zo melden de ministers.
– – – – –
Bronvermelding
Datum: 27-11-2019
Auteur: HIDDE VAN KONINGSVELD
Website: https://www.cidi.nl/
– – – – –
Wees de eerste die reageert op "Kabinet verdedigt etikettering van Israelische nederzettingenproducten"