Het laatste obstakel op weg naar het Koninkrijk

– Overwonnen door het geluid van de bazuin –

Na veertig jaar van omzwervingen door de woestijn staat het volk Israël voor het Beloofde Land. Het grote moment is daar. Onder leiding van Jozua (in naam en persoon een duidelijke heenwijzing naar Jezus) mogen zij eindelijk Kanaän binnengaan! Het land waar volgens Gods belofte vrede en rust zal zijn. (Joz. 1:13) Maar ze zijn er nog niet. Na de lange woestijnreis is er nog één groot obstakel dat moet verdwijnen voordat de belofte van vrede werkelijkheid kan worden, en dat is Jericho. Deze stad van weelde is een type van het Babylon uit Openbaring, dat evenzo moet vallen voordat Gods koninkrijk van vrede deze aarde kan bedekken. En het is het geluid van de sjofar, de bazuin, die daar een hoofdrol in speelt.

Het moet indrukwekkend zijn geweest dat Mozes achterbleef. De man die zichzelf had opgeofferd voor het volk, die hen had onderwezen, mocht hen uiteindelijk niet het land inbrengen. Dat deed Jozua. De man die altijd aan de zijde van Mozes had gestaan, die de Wet kende en nu de grote taak van verlossing op zich nam. De vergelijking naar Jezus, onze Verlosser en Overwinnaar, is niet moeilijk te maken. Hij is de grote Jozua, die ons voorgaat in het innemen van het Koninkrijk van God en die Gods Wet diep in Zijn binnenste draagt. Omdat we weten dat de overwinning in Zijn hand is, mogen ook wij in geloof zeggen: ‘Alles wat u ons geboden hebt, zullen wij doen, en overal waar u ons heen zult sturen, zullen wij gaan.‘ (Joz. 1:16) Dan brengt Hij ons in het land van de belofte.

Elke periode van rust in de Bijbel wordt echter voorafgegaan door werken of strijd. Dat begint al bij het scheppingswerk en de sabbatsrust die volgt. We zien het bijvoorbeeld ook bij de vredevorst Salomo, die eerst rechtmatige straffen moet uitvoeren, voordat zijn rijk van vrede begint. Het opmerkelijke is dat als de laatste persoon (Simei) wordt gedood, er dan direct achteraan staat: ‘zo werd het koningschap in de hand van Salomo bevestigd.’ (1 Kon. 2:46) Eerst toorn over de vijanden, en dan volgt de rust. Dit principe geldt ook voor de rust die de schepping van God in zal gaan. Eerst moet er een zuivering komen, een rechtvaardig oordeel, waarbij God als het ware duidelijk maakt: nu is het genoeg geweest met het onrecht! Er kan pas worden gejuicht, als Jericho gevallen is.  Op dezelfde manier klinkt in het boek Openbaring het eerste gejuich, het eerste ‘Halleluja’, als de grote stad Babylon is gevallen. Wat een vreugde zal dat zijn, als het onrecht plaats maakt voor recht en vrede.

Maar tot die tijd is het dus belangrijk dat we aan de goede kant staan. Dat we alert zijn in de strijd. We moeten steeds weer luisteren naar de aanwijzingen van de grote Jozua. Niet voor niets spoort de Hebreeën-briefschrijver ons aan om ons te beijveren de rust binnen te gaan. IJver is wat we vandaag de dag nodig hebben. En die ijver kan worden aangespoord door het geluid van de bazuin, die ons wakker schudt als we in slaap dreigen te sussen.

Geloof speelt in dit alles een belangrijke rol. De twee mannen die bij Rachab schuilden en de stad gezien hadden, zijn vol geloof. (Jozua 2:23). God zal de overwinning geven. Hebben wij geloof dat God al Zijn beloften zal vervullen in onze tijd, ook al zien we het misschien nog niet? Dat Hij Israël in de rust zal brengen, maar ook de beloften dat Hij af zal rekenen met haar tegenstanders? Voordat de strijd om Jericho begint, moet het volk bij Gilgal eerst worden besneden, en krijgt Jozua een ontmoeting met de Bevelhebber van het leger van de Heer. We zien hierin het principe dat Gods volk letterlijk zwak wordt gemaakt in zichzelf, om vervolgens in te zien dat de strijd en de overwinning alleen bij Hem vandaan komt.

Als de tijd van Jericho’s val daar is, gaat alles zoals God het heeft bevolen. Er wordt zeven dagen rond de stad gelopen waarbij steeds op de bazuin geblazen wordt. De zevende dag bestaat ook nog eens uit zeven rondgangen, waarbij na het laatste bazuingeschal het volk mag juichen en Jericho valt! Eenzelfde patroon zien we bij de val van Babylon. Er worden zeven zegels geopend, en het zevende zegel bestaat ook weer uit een serie van zeven, namelijk zeven oordelen (bazuinen). Dan, uiteindelijk, bij de laatste bazuin, wordt de stad verwoest. (Opnb. 16:19). Het gejuich breekt los ‘want de Heere is Koning geworden.’ (Opb 19:6).

Wat er ook in de wereld gebeurt, wij mogen zien op het onzichtbare, dat God recht zal verschaffen. Het geluid van de sjofar (de bazuin) herinnert ons elke keer weer aan de overwinning die God geeft, en roept ons tot de strijd. Jezus de Messias, de Ruiter op het Witte paard, gaat zelf voorop. Zoals de Ark van het verbond centraal aanwezig was in de rondgang om Jericho, zo heeft Jezus de hoofdrol in de overwinning op Babylon. Het bazuingeschal kondigt zijn strijd, zijn overwinning en zijn heerschappij aan. Laten we wakker zijn, alert blijven, zodat we aan de goede kant staan als Hij komt.

Maranatha!

Wim Verwoerd is betrokken bij de stichting Weg uit Babylon en auteur van het gelijknamige boek. 

Wees de eerste die reageert op "Het laatste obstakel op weg naar het Koninkrijk"

Geef een reactie