Ik ben er zeker van, dat de meeste christenen die van de staat Israël houden en deze steunen, ja zeggen op de vraag of je de kerk het ‘geestelijk Israël’ moet noemen. En als je hen zou vragen wat het verschil is tussen het ‘geestelijke Israël’ en het ‘stoffelijke Israël’, ben ik er zeker van dat de meesten zouden zeggen dat het stoffelijke (of natuurlijke) Israël de Joden zijn en het geestelijke Israël alle anderen.
Door Brian Hennessy
Dat is de verwarring die tegenwoordig bij deze belangrijke vraag heerst. Want indien deze gangbare mening juist zou zijn, zou dit het Joodse volk er van afhouden, ooit het geestelijke Israël te worden en daarmee tot de gemeenschap van God te behoren. En het zou de niet-Joodse christenen, dus de kerk, ervan afhouden, ooit tot de ‘wilde olijftakken’ te behoren, die bij dezelfde Messiaanse gemeenschap behoren.
Zijn niet-Joodse gelovigen niet eveneens stoffelijke schepselen, die door hun geloof in de Messias een gelijk aandeel hebben in de erfenis van Israël? ‘En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen’ (Galaten 3:29 HSV).
Laten we eerst eens kijken naar het verschil tussen geestelijk en stoffelijk, dat naar mijn mening de oorzaak is van veel problemen in de laatste eeuwen. De Bijbeltekst, die het duidelijkst is over dit probleem, staat in de eerste brief aan de Korintiërs: ‘Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke en daarna komt het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel. Zoals de stoffelijke is, zo zijn ook de stoffelijken, en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelsen. En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen. (1 Kor. 15:46-49 HSV).
Dit vers leert dat de stoffelijke mens en de geestelijke mens bij elkaar horen. Vanuit Gods perspectief hebben we allebei nodig als we deel willen uitmaken van Gods Israël. Het is noodzakelijk dat het stoffelijke eerst moet komen. We moeten uit een stoffelijk zaad in deze wereld geboren worden. Maar dan moeten we uit een geestelijk zaad opnieuw geboren worden – dus Gods Geest – om tot zijn uitverkoren volk te worden geteld. Dit kan alleen gebeuren wanneer God door zijn barmhartigheid ons zondige vlees verwijdert door het geloof in Yeshua en ons ‘een nieuw hart en een nieuwe geest in ons binnenste’ geeft (Ezechiël 36:26).
De kerk heeft echter van oudsher Gods geestelijk herboren volken – de ‘christenen’ – gescheiden van het stoffelijke volk, de Joden. Dat heeft te maken met de invloed van de Griekse filosofie op de denkwijze van de vroege kerk. Voor de Grieken was de stoffelijke aardse materie slecht, iets waaraan je kunt ontkomen door harde lichamelijke discipline of de dood, terwijl het geestelijke de ideale toestand was, die we allen hoopten te bereiken na dit leven.
Maar de waarheid is, dat het geestelijke en het stoffelijke eenvoudig als twee verschillende stadia van het menselijk leven op aarde moeten worden gezien, wat door de offerdood van Yeshua (Jezus) nu mogelijk is. Voordat de Messias kwam, waren we als gevolg van Adams zonde allemaal slechts stoffelijke mensen, zonder geestelijk leven. Maar nu heeft de aardse mens, of hij nu als Jood of als Duitser is geboren, de mogelijkheid om tot de volheid van de ‘hemelse mens’ te groeien, die de Messias is.
Maar omdat ons zo lang is geleerd dat het geestelijke en het stoffelijke onverenigbare werkelijkheden zijn, is de visie van de christen op de moderne Joodse Staat verstoord.
Vervangingstheologie
Deze leer, die de vervangingstheologie inspireerde, dwaalde toen hij de legitieme vervulling van Oudtestamentische typen en schaduwen in de Messias te ver doorvoerde – een geliefde tactiek van de tegenstander. Hij over-vergeestelijkte het Nieuwe Testament en leerde, dat de Joden ook een type en schaduw waren, die vervangen waren door de christenen als Gods nieuwe uitverkoren volk. Ook het land, dat beloofd was aan het zaad van Abraham, was slechts een metafoor voor het leven in de hemel, dat het Koninkrijk van God zou zijn.
Omdat steeds meer christenen in deze tijd beseffen dat God het Joodse volk nooit heeft verlaten, evenmin als zijn beloften voor het land Israël, heerst nu veel scepsis over alle dingen die door de Messias moeten worden vervuld, zodat zelfs dingen worden opgegeven die werkelijk door Yeshua werden vervuld. Voorts proberen velen de geboden van het Oude Testament te vervullen, om dichter bij de Hebreeuwse wortels van ons geloof te komen.
Het Laatste Avondmaal, de Nieuwtestamentische vervulling van het Pesachfeest, wordt opgegeven ten gunste van de Joodse Sederavond. Onze rust in Jezus werd ingeruild voor de shabbatsrust op zaterdag. En het besef, dat het lichaam van de Messias nu Gods nieuwe tempel op aarde is wordt vervangen door de hoop op een derde Joodse tempel, die wordt gebouwd en waar weer offers en het priesterschap van de Levieten zullen zijn.
We moeten onszelf reinigen van dit verderfelijke Griekse zuurdesem en erkennen, dat het geestelijke en het stoffelijke elkaar niet uitsluiten, maar dat God beide nodig heeft wanneer Hij een nieuw heilig ras, een nieuwe Adam, voortbrengt. Een plaats waar onze heilige God letterlijk in ons midden kan wonen, door zijn Geest, door de Messias.
Het is waar dat momenteel alleen volgelingen van de Messias deze voortdurende geestelijke relatie met God ervaren. Maar de tijd voor de ongelovige Juda, waarin hij zijn geestelijk erfdeel verkrijgt, nadert zeer snel. Wanneer dat gebeurt zal er een onthulling te zien zijn van ‘één nieuwe mens’ (Efeze 2:15). Dan zal de stoffelijke Jood en de stoffelijke niet-Jood in het lichaam van de Messias tot één natie samengroeien. Er zullen niet langer twee verschillende Israëls zijn die verschillende erfdelen ontvangen, maar één Israël van God. En dan zal ‘geheel Israël zalig worden’ (Romeinen 11:26), lichamelijk en geestelijk.
Brian Hennessy schrijft voor maandblad Israel Today.
Wees de eerste die reageert op "Mag je de kerk ‘geestelijk Israël’ noemen?"