Oproep zich bij het Joodse volk te voegen

Messiaanse gelovigen betreden onontgonnen terreinen en hebben ernstige kritiek op de traditionele christenheid. Ze richten zich ook daarom vaak op het traditionele Jodendom dat een oudere geschiedenis heeft met God. De Messiaanse rabbi Itzhak Shapira wijst hen een weg in zijn boek ‘Het Rebekka overblijfsel’. Waar gaat het over?

Boekanalyse
Shapira is oprichter van Ahavat Ammi Ministeries en Jesjivat Sjoevoe. Hij schreef diverse boeken. Dit boek zou de verzoening tussen Jood en niet-Jood beschrijven, wat zou leiden tot de komst van de Messias, Zoon van Dawied.

Na diverse inleidende artikelen volgt een inleiding, waarna het onderwerp in drie delen wordt beschreven. Het boek eindigt met een epiloog en heeft drie bijlagen, waarvan sommigen een zoekregister hebben. De tekst is voorzien van voetnoten met soms teksten in het Hebreeuws. Met iconen wordt de lezer geholpen om de verschillende soorten tekst te herkennen. Bijbelcitaten komen uit de Herziene Statenvertaling (HSV), The Complete Jewish Bible (CJB) en de Tree of Life Version (TLV).

Aartsvaderverhaal centraal
Hoofdonderwerp in dit boek is de Bijbelse geschiedenis van Rivqah (Rebekka) en Jitschaq (Izak) dat grote relevantie zou hebben voor de eindtijd. De meeste aandacht gaat uit naar Rivqah.

Net zoals Rivqah haar oorsprong zou hebben gehad in een boosaardige omgeving (familie) zouden christenen leven in de boosaardige christenheid. Shapira vergelijkt Messiaanse niet-Joden met haar en het Joodse volk met Jitschaq. Rivqah verliet haar familie om Jitschaq te huwen, dat zouden Messiaanse gelovigen (Joods of niet) ook moeten doen. Shapira onderbouwt zijn visie met rabbinale literatuur.

Evaluatie
Dit is een interessante studie, maar met typisch rabbijnse karakteristieken. Het is een pleidooi aan de Messiaanse Beweging om het vermeende doel niet uit het oog te verliezen; het herstel van het Joodse volk. Maar in de Bijbel gaat om het herstel van Gods (orde in heel de) schepping en niet slechts Isra‘El.

Shapira wil de Messiaanse gelovigen tot volkomen verlossing leiden. Volgens hem zouden ze dat niet vinden door in het ‘niemandsland’ (tussen christenheid en Jodendom in) te blijven, maar alleen door zich in het Jodendom te voegen. Dat zou beiden (Messiaanse gelovigen en Joden) tot zegen zijn. Dat is ronduit Judaïseren (d.i. opleggen van Judaïsme), wat ook al onder de eerste Talmoediem werd aangemoedigd (Acts 15:1). Daar komt bij dat ongenoemd blijft dat wie toetreedt tot het Nieuwe Verbond daardoor van Godswege volkomen is toegevoegd aan Gods volk.

Lezers die onbekend zijn met de typische rabbijnse karakteristieken zullen deze studie verwarrend en inconsequent vinden. Shapira gaat ook vaak op zijpaden en schrijft ‘gecomprimeerd’ (grote gedachtesprongen). De tekst vergt dus een bepaalde ‘bril’ om te voorkomen dat het multi-interpretabel wordt. Kortom, dit is voor de meesten geen eenvoudig boek.

Verwarrend is bijvoorbeeld dat hij eerst gedetailleerd uiteenzet dat de niet-Joodse Messiaanse gelovigen het overblijfsel van Josef/Efraïm zouden vertegenwoordigen. Dan zouden ze al tot Isra‘El behoren?! Maar Shapira’s kernboodschap is echter juist het tegenovergestelde. Hij stelt zelfs dat Josef/Efraïm niet-Joods is! Ze wel als Joods erkennen zou volgens hem een giftige gedachte zijn.

Vervolgens stelt hij dat het Rebekka-overblijfsel (vooral gelovigen uit de volken) zou voortkomen uit Edom (zou staan voor de traditionele christenheid (en de Islam)). Hij is echter opmerkelijk genoeg positief over Esaw (Ezau) als noodzakelijke tegenpool van Ja’aqov/Isra‘El. Kortom, hij allegoriseert, wat ook herhaaldelijk in de Bijbel wordt toegepast.

Inconsequent is bijvoorbeeld dat hij eerst betoogt dat het traditionele Jodendom ook een overblijfsel heeft van ware gelovigen. Dat betekent dus dat het traditionele Jodendom dan dus evenzeer tekortschiet. Een juiste vaststelling. Judaïsme wordt geconstrueerd tijdens Gods tweede verbanning van Isra‘El (de galoet (verstrooiing)). Judaïsme is dus net als de christenheid een wereldgodsdienst. Toch zouden alle Bijbelgelovigen zich in het Joodse volk en hun Jodendom moeten voegen. Gaan ze dan niet ‘van de regen in de drup’?!

Dit boek zou volgens Shapira geïnspireerd zijn door de Heilige Geest, wat zijn visie ‘topzwaar’ maakt. Het is dan verbazingwekkend dat hij herhaaldelijk beweert dat Bijbelgelovigen nog verlossing nodig hebben, zonder de volbrachte verlossing van de Here Jezus, die hij als Messias van Josef/Efraïm beschrijft, te noemen!

Blijkbaar gaat Shapira ervan uit dat de Messias zal borgen dat Gods wil in Zijn uiteindelijk verenigde volk (Rivqah gehuwd met Jitschaq) gerealiseerd wordt. Dat Hij alle belangrijke vragen die zo’n vereniging opwerpt oplost geleid door Gods Geest. Vragen zoals, de conservering van de Joodse nationale identiteit naast die van de natiën in Bijbelse zin, hoe traditionele Joden en christenen toetreden tot het Nieuwe Verbond en hoe de christelijke aversie tegen Torahnavolging overwonnen zal worden. Maar die problematiek krijgt amper aandacht in dit boek. Dit boek ontbeert mijns inziens dus nog de noodzakelijke toevoeging. Of er komt nog een logisch vervolg…

Met bovenstaande kanttekeningen wordt dit boek aangeraden.


Shapira, I., Het Rebekka overblijfsel. 2022, Highway Media, Harderwijk, 217 pagina’s, € 19,95, ISBN: 9789058112170.

1 reactieop"Oproep zich bij het Joodse volk te voegen"

  1. Beste Marco, ik ken het boek niet maar denk wel dit onderwerp uit de Bijbel te kennen. zoals bijv. Jes.11;11 zegt => Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrië, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. 12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. 13 En de nijd van Efraïm zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraïm niet benauwen. 14 Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn.
    In de laatste dagen waarvan ik denk dat die zeer snel zullen zijn, moeten eerst Juda en Efraïm verenigd worden. Zoals de twee stokken (Zach. 11) die 1 worden in Zijn hand. Ik geloof idd dat het uiteindelijke doel; het herstel is van heel de schepping maar met alleen 1 volk, Israel (Alleen diegene die JHWH gelooft en doet wat Hij zegt). Het licht wat het altijd had moeten zijn, is het nog nooit geweest, maar als Juda en Efraïm (alle 12 stammen) eindelijk 1 zijn en gaan doen wat God heeft bepaalt, dan vertegenwoordigen zij eindelijk Zijn licht wat eindelijk voor de wereld schijnt. Maar Zijn volk is Israel, niet de kerk, judaïsme of welke groep dan ook, op die edele olijf is iemand toegevoegd of niet. Rom.11:18 Zo roem niet tegen de takken; en indien gij daartegen roemt, gij draagt den wortel niet, maar de wortel u.19 Gij zult dan zeggen: De takken zijn afgebroken, opdat ik zou ingeent worden.20 Het is wel; zij zijn door ongeloof afgebroken, en gij staat door het geloof. Zijt niet hooggevoelende, maar vrees.21 Want is het, dat God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, zie toe, dat Hij ook mogelijk u niet spare.22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God; de strengheid wel over degenen, die gevallen zijn, maar de goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid blijft; anderszins zult ook gij afgehouwen worden.23 Maar ook zij, indien zij in het ongeloof niet blijven, zullen ingeënt worden; want God is machtig om dezelve weder in te enten. 24 Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeënt; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken zijn, in hun eigen olijfboom geënt worden?

    Shalom Raymond

Geef een reactie