Parasha Pinchas: de zoon van de bevrijding

Karen en Yair Strijker maakten in 2013 alijah naar Israël.

Parasha Pinchas: we lezen Numeri 25:10; uit de Haftara lezen we 1 Koningen 18:46-19:21 en we lezen Johannes 2:13-25.

Pinchas, de kleinzoon van Aharon, heeft goed gehandeld door een Israëliet en zijn Midianitische liefje te doorsteken waardoor de plaag van God stopt. Pinchas krijgt van God het verbond des vredes en zijn geslacht het eeuwige priesterschap, een enorme eer. Opnieuw wordt iedereen van twintig jaar en ouder geteld, waarbij opvalt dat de kinderen van Korach niet zijn gedood met hun vader tijdens zijn opstand tegen Moshe en God (Num. 16:2). Aan de stammen zal land uitgedeeld worden, daarom is de telling nodig want een grote stam krijgt meer land zodat er genoeg is voor iedereen.

Het lot, goral גורל, echter, bepaalt waar de stammen zich zullen vestigen, hier doet God geen uitspraak over. Bij de telling blijkt dat niemand van de oudere generatie die eerder was geteld, is overgebleven behalve Kalebh en Jehoshua (26:65). De dochters van Zelafad krijgen ook erfrecht van God; zij hadden geen broers en zo zal het zijn voor elke dochter die geen broers heeft (27:8) en God stelt nog meer beschermende wetten in deze tekst.

Bevrijding

Daarna stelt God Jehoshua aan als de opvolger van Moshe en dat is niet toevallig. Jehoshua heette eerst Hosea, maar zoals we al eerder lazen, noemde Moshe hem Jeshoshua toen hij hem aanstelde als verspieder in het land Kanaän. Jehoshua is de zoon van Nun en nun is een oud woord voor vis en dit staat voor bevrijding. Jehoshua is de zoon van de bevrijding en de latere Jehoshua, Die Jezus of Jeshua wordt genoemd is ook de Zoon van de Bevrijder, Die Zijn volk in het Beloofde Land leidt.

Alle offers worden in deze Parasha behandeld en daarmee alle Bijbelse, door God gegeven Hoogtijdagen, welke tot in eeuwigheid gehouden moeten worden. Het is een herhaling van de opsomming die in Leviticus al gegeven is en we mogen weten dat wanneer God iets vaker dan één keer zegt, dat het Hem menens is. In Leviticus 23:2 spreekt Hij:

‘De gezette Hoogtijden des Aanwezige (JHWH), welke gij uitroepen zult, zullen heilige (apart gezette) samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette Hoogtijden.’

Van Hem en van niemand anders, Hij bepaalt wanneer men samenkomt; drie keer per jaar met Pesach, het Wekenfeest of Shabhuoth en met de najaarsfeesten Rosh haShanah (de eerste van het nieuwe jaar), Jom Kipur (Grote Verzoendag) en het Loofhuttenfeest, Sukoth. Dit is een eeuwige inzetting (vs. 14). Elia, intussen, rent voor zijn leven omdat Izebel hem dood wil. Hij vlucht naar de Negev woestijn en wie daar wel eens geweest is, weet wat een desolate woestenij dit is. Het viel hem niet mee en gelukkig komt een engel hem versterken met water en brood. Daar moet hij veertig dagen op leven tijdens zijn tocht naar de berg Gods: Horeb, waar eerder het volk water uit de rots kreeg te drinken tijdens de uittocht.

Daar, in het Sinai-schiereiland, helemaal in het zuiden, krijgt hij echter de opdracht om naar Damascus, Syrië, helemaal in het noorden te gaan om Hazael en Jehu te zalven tot koningen over Syrië en Israël, daarna moet hij Elisa zalven tot opvolger van hemzelf. Kan men zich voorstellen wat dat geweest moet zijn: honderden kilometers legt hij af door de woestijn van Sinai; de Negev; de woestijn van Judea en langs het gebergte van Gilead naar Syrië, wat een enorme tocht!

Jehoshua, onze Messias, is verbolgen over de wisselaars en de verkopers van offerdieren, slaat de kooplui met een gesel de Tempel uit en keert de tafels met geld ondersteboven. Hij spreekt over Zijn eigen lichaam wanneer men hem vraagt om een teken en voorzegt Zijn kruisdood en opstanding. Ze kunnen het niet begrijpen, pas later valt het shekeltje bij velen wanneer Hij werkelijk is opgestaan uit de doden.

Elia gaat van noord naar zuid en terug, maar Jehoshua gaat van oost naar west en terug: ‘Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons (Psalm103)’ Baas boven baas!

Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’. 

Wees de eerste die reageert op "Parasha Pinchas: de zoon van de bevrijding"

Geef een reactie