Parasjah Jitro: de verbondsvoorwaarden van de Eeuwige

In deze sidra‘ (Ex 18-20) lezen we dat Mozes bezoek krijgt van zijn schoonvader Jitro, die hem zijn vrouw en kinderen brengt en bestuurlijke raad geeft. Daarna leidde God de Hebreeërs naar de berg waar Hij Zijn Verbond aan hen voorlegt door de bevelen (mitswot) ervan uit te spreken. De Hebreeën stemmen ermee in en zo maakt God ze tot de natie Israël.

Sinds Exodus 4:18, het moment van het afscheid van Mozes van zijn schoonvader Jitro (zijn rijkdom), wordt deze schoonvader hier opnieuw genoemd. Hij heeft gehoord bij welk groot werk van God zijn schoonzoon en diens volk in de tussentijd was betrokken. Toen hij vernomen had dat Mozes in Refiediem was, ging hij naar hem toe.

Het blijkt dus dat de vrouw van Mozes, Tsiforah met zijn twee zonen, Gersjom en ‘Élie’ézér, bij zijn schoonvader verbleven. Blijkbaar had hij hen weggezonden voordat zijn werk in Egypte begon.

De ontmoeting in Refiediem

Opvallend is dat Refiediem ook een plaats van een berg Gods wordt genoemd. Een plaats die Jitro als kohen (priester) van Midjan waarschijnlijk om die reden kenden. Dat wijst erop dat God op meerdere plaatsen in de woestijn werd geëerd en Zich deed kennen. Zoals hiervoor bleek (17:6, 15). Refiediem werd ook ‘Horeb’ genoemd (17:6).

Na de hartelijke begroeting van Mozes met zijn familie, vertelde hij aan zijn schoonvader in detail wat God aan Egypte had gedaan voor de Hebreeën. Jitro komt tot de slotsom dat God groter was dan alle afgoden (inclusief Farao en zijn leidslieden). Hij bracht een brandoffer en offerde slachtdieren. Aäron en de oudsten werden uitgenodigd ervan te eten voor Gods Aangezicht. Blijkbaar dus op de offerplaats aan God in Refiediem.

Toen Jitro zag hoe Mozes optrad als godsdienstig rechter / leraar keurde hij de werkwijze af. Hij zou dat werk niet alleen moeten doen, maar delegeren aan deugdelijke mannen die God vreesden. Betrouwbare mannen die hebzucht haten. Hij zou alleen nog de grote zaken moeten afhandelen. Mozes deed dat. Daarna keerde Jitro weer naar huis.
Het eindpunt bereikt

God leidde hen naar de berg waar Hij Mozes geroepen had. Ze bereikten het in de 3de godsdienstige maand (mei-juni) en richtte daar hun kamp op tegenover de berg. Mozes beklom de berg en God sprak tot hem. Als de Hebreeën gehoorzaam zouden zijn aan God door zijn Verbond te bewaren (sjamar), dan zouden ze een koninkrijk van priesters (mamléchét kohaniem) worden. De aan God gewijde natie (goj qadosj). Het Eigendom (segoellah) van God.

Mozes daalde af en maakte de woorden van God via de oudsten aan het volk bekend. Zij stemden allen in. Daarop gaf God bevel dat het volk zich grondig diende te reinigen, want drie dagen later zou Hij aan hen verschijnen in een wolk en Zelf tot hen spreken. In de tussentijd moest de berg afgebakend worden. Niets mocht die aanraken. Geen mens of dier, want dan zou die gedood worden.

Donderslagen

In de ochtend waren er donderslagen, bliksemen en een grote donkere wolk op de berg. Ook was er een geluid van een zeer sterke (chazaq me‘od) sjofar. Heel het volk beefde in hun kamp. Toen leidde Mozes het volk naar de berg tot aan diens voet waar de afbakening was. Ze zagen God op de berg neerdalen in vuur en heel de berg beefde zeer. Mozes sprak tot God en Hij antwoordde hem in een stem. Zo moest het volk erkennen dat Mozes door God was aangesteld en dat hij te vertrouwen was op zijn woord (9:9). God waarschuwde dat het volk en ook de kohaniem niet de afbakening mochten doorbreken.
Verbondsaankondiging

Toen sprak God woorden tot heel het volk die meestal de ‘Tien Geboden’ of de ‘Tien Woorden’ worden genoemd. Deze woorden waren echter als bevelen (mitswot) bedoeld die zowel uit geboden (Doe dit) als verboden (Doe dit niet) bestaat. Bevelen zijn geen luttele ‘woorden’, richtlijnen of adviezen. Woorden worden bevelen als ze zo worden aanvaard. God heeft er immers de doodstraf (in geestelijke zin) op gezet. Ze moeten opgevat worden als de afbakening of grens van Gods Verbond met de Hebreeërs waardoor ze de natie ‘Israël’ gingen vormen. Deze bevelen zijn de ‘grondwet’ van die natie. Gods Verbondsvoorwaarden. Maar elke grondwet heeft ook nog ‘lagere’ bepalingen en regels, zoals verordeningen (misjpatiem) en voorschriften (choqqot) met diens voorbeelden en uitleggingen (torot). Bedoeld voor de inkleding van het godsdienstige Verbondsleven. Toch zijn de ‘Tien Geboden’ amper zo opgevat, maar kregen een eigen plaats. Los van Gods Verbond! Dat heeft God nooit bedoeld noch gewild.

Grens

De afbakening rond de berg Gods laat letterlijk zien waar Zijn bevelen voor staan. Tussen God en gelovigen is een grens (gabal; 19:12, 23). Deze afbakening, die niet doorbroken mag worden, regelt de omgang. Gelovigen moeten leren God en Zijn Verbond heilig te beschouwen en zichzelf aan Hem te wijden.

Over de woorden van Exodus 20:1-17 is al veel geschreven en beweerd. Belangrijk is in elk geval in te zien dat ze vele malen daarna in de boeken van Mozes worden herhaald, verklaard, verder uitgewerkt, uitgebreid voor uitzonderingsgevallen en zelfs verscherpt en verbeterd, zoals na de geloofsafval van Israël met het ‘gouden kalf’ (Ex 32). Ook zijn ze meestal slecht vertaald en worden vaak gesimplificeerd, waardoor ze amper nog een verband hebben met de rest van de Bijbel! Het moet duidelijk zijn dat Gods Verbondsvoorwaarden bedoeld zijn om het hart te veranderen, zodat daden God kunnen behagen. Het 1ste – 3de en het 6de – 9de bevel (20:2-7, 13-16) gaan over het breken met het heidendom en de overige bevelen (20:8-12, 17) over het godsdienstige leven.

In de volgende parasjah zullen we kennismaken met andere verbondsvoorwaarden.

Bijbelleraar Marco van Putten is gespecialiseerd in Judaïca en de rabbijnse wereld; in de wekelijkse Parasjah prikkelt hij gelovigen na te denken over de Hebreeuwse wortels van het geloof.

Wees de eerste die reageert op "Parasjah Jitro: de verbondsvoorwaarden van de Eeuwige"

Geef een reactie