We lezen over het reukwerk dat op het reukofferaltaar werd gebrand, als symbool van de gebeden van het volk. Wat voor geur verspreiden wij, in ons leven, in onze woorden, in ons handelen? Is het leven van Christus in ons duidelijk te merken voor anderen?
De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Kie Tisa (Wanneer u heft) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 30:11 – 34:35,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 18:1-39,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: 2 Korinthe 3:1-18.
In verband met het thema wijken we daarvan af
Een gedeelte uit de Torahlezing
Verder sprak de HEERE tot Mozes: Wat u betreft, neem voor uzelf de beste specerijen: vijfhonderd (sikkel) vloeibare mirre, en half zoveel ervan, (dus) tweehonderdvijftig (sikkel) geurige kaneel, tweehonderdvijftig sikkel geurige kalmoes, ook vijfhonderd (sikkel) kassia, (gerekend) volgens de sikkel van het heiligdom, en een hin olijfolie. U moet daarvan heilige zalfolie maken, een zorgvuldig bereid mengsel, werk van een zalfbereider. Het moet heilige zalfolie zijn.
U moet daarmee de tent van ontmoeting zalven, de ark van de getuigenis, de tafel met alle bijbehorende voorwerpen, de kandelaar met de bijbehorende voorwerpen, het reukofferaltaar, het brandofferaltaar met alle bijbehorende voorwerpen, en het wasvat met zijn voetstuk. U moet ze dan heiligen, zodat ze allerheiligst zijn; ieder die ze aanraakt, wordt heilig.
U moet ook Aäron en zijn zonen zalven, en hen heiligen om Mij als priester te dienen.
Vervolgens moet u tot de Israëlieten spreken: Dit is heilige zalfolie voor Mij, al uw generaties door. Een mensenlichaam mag er niet mee gezalfd worden; ook mag u niet iets soortgelijks maken volgens de bereidingswijze van (deze olie). Ze is heilig, heilig moet ze voor u zijn. Ieder die zo’n mengsel maakt als dit, of die daarvan (iets) op een onbevoegde strijkt, moet uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten.
Verder zei de HEERE tegen Mozes: Neem voor uzelf geurige specerijen: druipende hars, onyx en galbanum, (dus) geurige specerijen, en zuivere wierook. Dit (alles) moet in gelijke hoeveelheden zijn. Dan moet u daar reukwerk van maken, een mengsel, werk van een zalfbereider, met zout gemengd, zuiver en heilig. Vervolgens moet u (een deel) daarvan tot heel fijn poeder wrijven en (een deel) daarvan voor de getuigenis in de tent van ontmoeting leggen, waar Ik u ontmoeten zal. Het moet allerheiligst voor u zijn.
En wat het reukwerk betreft dat u maakt, mag u niets voor uzelf maken volgens de bereidingswijze van (dit reukwerk). Het moet u heilig zijn, voor de HEERE. Ieder die iets dergelijks maakt om eraan te ruiken, moet uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten.
Exodus 30:22-38 (HSV).
Gedeelten uit de Profetenlezing
Toen besloot Salomo voor de Naam van de HEERE een huis te bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk. En Salomo wees een getal aan van zeventigduizend man als lastdragers, en tachtigduizend man als steenhouwers in het bergland en drieduizend zeshonderd als opzichters erover.
Daarop stuurde Salomo boden naar Hiram, de koning van Tyrus, om te zeggen: Doe met mij, zoals u met mijn vader David gedaan hebt. U hebt hem indertijd ceders gestuurd om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen. Zie, ik ga een huis voor de Naam van de HEERE, mijn God, bouwen, om Hem te heiligen, om voor Zijn aangezicht geurig reukwerk in rook te laten opgaan, voor het voortdurend uitgestalde brood, en voor de brandoffers voor de ochtend en voor de avond, op de sabbatten, en op de nieuwemaansdagen, en op de vastgestelde tijden van de HEERE, onze God. Dit is voor eeuwig ingesteld in Israël. Het huis dat ik ga bouwen, zal groot zijn, want onze God is groter dan alle goden.
HEERE, ik roep U aan, kom spoedig tot mij, neem mijn stem ter ore, wanneer ik tot U roep. Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen (als) het avondoffer zijn.
2 Kronieken 2:1-5, Psalm 141:1-2 (HSV).
Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had. Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen.
Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf.
Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd.
Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis.
En God zij dank, Die ons in Christus altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven. Maar wie is tot deze dingen bekwaam? Want wij zijn niet als zovelen, die handel drijven met het Woord van God, maar als in oprechtheid, maar als vanuit God, voor Gods aangezicht, spreken wij het in Christus.
Johannes 12:1-7, 2 Korinthe 2:14-17 (HSV)
Wees een geur van Christus
Vorige week lazen we over het reukofferaltaar, vandaag gaat het over de zalfolie, waarmee ieder onderdeel van de tabernakel werd gezalfd, evenals de dienstdoende priesters (zie de afbeelding), en over het reukwerk dat op dit altaar werd gebrand in de tabernakel, als symbool van de gebeden van het volk. Zo gaf alles een heerlijke geur af, als teken van de aanwezigheid van God.
Een herinnering daaraan vinden we nog in de katholieke, orthodoxe en anglicaanse eredienst, waar wierookkorrels in een wierookvat smeulen op een gloeiend kooltje, als een reukoffers dat de ten hemel opstijgende gebeden symboliseert.
De wijzen uit het oosten brachten voor de pasgeboren Koning der Joden goud, wierook en mirre mee, als tekenen van hun verering en aanbidding van de Messias. Wierook en mirre zijn harssoorten, die een aangename geur verspreiden.
Wat voor geur verspreiden wij, in ons leven, in onze woorden, in ons handelen? Is het leven van Christus in ons duidelijk te merken voor anderen? Of zijn we zo geassimileerd, dat het niet opvalt dat we iets bezitten dat anderen missen?
En waarom dienen wij God? Is het met een oprecht hart, of omdat het zo hoort, om bij de kerk te behoren, om de vrienden en misschien ook zakelijke relaties die dit oplevert? Dienen wij God ook als het ons iets kost, als we tegen de stroom moeten oproeien, als er verdrukking dreigt? Laten we niet om eigen gewin Jezus volgen, zoals Judas deed, en waartegen Paulus waarschuwde.
Dat de geleerden uit het Oosten geschenken gaven aan de Koning van de Joden (zijnde de Here Jezus als pasgeboren baby) is een onware stelling. Dat Hij koning van de Joden zou zijn was een vaststelling van Pilatus op basis van wat de aanklagers tegen Hem inbrachten met het doel om hem tot de doodstraf te laten veroordelen. De Here Jezus heeft echter Zich nergens als koning van de Joden uitgeroepen noch zo opgetreden, want dan zou Hij hebben aangezet tot opstand. De Joden hadden toentertijd (zowel bij zijn geboorte als bij Zijn doodstraf) immers een Herodiaanse koning. Ook is het uiterst twijfelachtig of Hij ooit koning van de Joden zal zijn. Als God Hem na Zijn wederkomst tot koning zal aanstellen, dan is dat als koning der koningen (wereldleider) onder het gezag van God, de eeuwige Koning van het heelal.