‘Geloofd zij de HEERE’ zei Jethro, toen hij zijn schoonzoon Moses opzocht, na de uittocht van het volk Israël uit het slavenhuis. God had zich machtiger getoond dan de Farao en de Egyptische goden. ‘Nu weet ik dat de HEERE groter is dan alle goden.’
De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Yitro (Jetro) zijn:
✡ Torahlezingen: Exodus 18:1 – 20:23,
✡ Profetenlezing: Jesaja 6:1 – 7:6 en 9:5-6,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Matteüs 5:8-20.
In verband met het thema wijken we daarvan af.
Een gedeelte uit de Torahlezing:
Toen Jethro, de priester van Midian, de schoonvader van Mozes, alles hoorde wat God voor Mozes en Zijn volk Israël gedaan had, namelijk dat de HEERE Israël uit Egypte geleid had, nam Jethro, de schoonvader van Mozes, Zippora, de vrouw van Mozes (nadat deze haar teruggestuurd had), met haar twee zonen, van wie de naam van de één Gersom was, want, had hij gezegd, ik ben een vreemdeling geweest in een vreemd land. En de naam van de ander was Eliëzer, want, had hij gezegd, de God van mijn vader is mij tot hulp geweest en heeft mij gered van het zwaard van de farao.
Toen Jethro, de schoonvader van Mozes, met diens zonen en diens vrouw bij Mozes in de woestijn kwam, bij de berg van God, waar Mozes zijn kamp had opgeslagen, liet hij tegen Mozes zeggen: Ik, je schoonvader Jethro, kom naar je toe met je vrouw en met haar beide zonen die bij haar zijn.
Toen ging Mozes naar buiten, zijn schoonvader tegemoet. Hij boog zich en kuste hem. En zij vroegen naar elkaars welstand en gingen de tent binnen. Mozes vertelde zijn schoonvader alles wat de HEERE ter wille van Israël met de farao en de Egyptenaren gedaan had, al de moeite die hun onderweg getroffen had, en hoe de HEERE hen gered had.
Jethro verheugde zich over al het goede dat de HEERE aan Israël gedaan had, dat Hij het gered had uit de hand van de Egyptenaren. En Jethro zei: Geloofd zij de HEERE, Die jullie gered heeft uit de hand van de Egyptenaren en uit de hand van de farao, Die dit volk van onder de hand van de Egyptenaren gered heeft! Nu weet ik dat de HEERE groter is dan alle goden, want in de zaak waarin zij overmoedig handelden, stond Hij boven hen.
Toen nam Jethro, de schoonvader van Mozes, voor God een brandoffer en slachtoffers, en Aäron en al de oudsten van Israël kwamen erbij om voor het aangezicht van God de maaltijd te gebruiken met de schoonvader van Mozes.
Exodus 18:1-12 (HSV)
Een gedeelte uit de Profetenlezing:
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. In U zal ik mij verblijden en van vreugde opspringen, ik zal voor Uw Naam psalmen zingen, o Allerhoogste!
Want mijn vijanden zijn teruggedeinsd, zij zijn gestruikeld en van voor Uw aangezicht omgekomen. Want U hebt mijn recht en mijn rechtszaak behartigd, U hebt Zich gezet op de troon, o rechtvaardige Rechter. U hebt de heidenvolken bestraft, de goddeloze omgebracht, hun naam uitgewist, voor eeuwig en altijd.
O vijand, zijn de verwoestingen voor altijd voltooid? Hebt u steden weggerukt? Hun nagedachtenis is met hen vergaan!
Maar de HEERE zetelt voor eeuwig, Hij heeft Zijn troon gereedgemaakt voor het gericht. Hij Zelf zal de wereld oordelen in gerechtigheid en over de volken op billijke wijze rechtspreken.
De HEERE is een veilige vesting voor de verdrukte, een veilige vesting in tijden van benauwdheid. Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken.
Zing psalmen voor de HEERE, Die te Sion woont, verkondig onder de volken Zijn daden. Want Hij eist vergelding voor vergoten bloed, Hij denkt daaraan, Hij vergeet het hulpgeroep van de ellendigen niet.
Psalm 9:2-13 (HSV)
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament:
En hierna hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God. Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde te gronde gericht heeft met haar hoererij, en omdat Hij het bloed van Zijn dienstknechten aan haar gewroken heeft. En zij zeiden voor de tweede keer: Halleluja! En haar rook stijgt op in alle eeuwigheid.
En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja! En er kwam een stem uit de troon, die zei: Loof onze God, al Zijn dienstknechten, en die Hem vrezen, kleinen en groten! En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden.
Openbaring 19:1-6 (HSV)
Spreek over Gods grote daden
Jethro, Moses’ schoonvader, was diep onder de indruk van Gods grote daden, waarover hij had gehoord. Keer op keer had God de onwillige Farao gestraft, tot die zijn Hebreeuwse slaven het land uit joeg – en hen vervolgens wilde terughalen. De Schelfzee was uiteen geweken tot een droog pad, waarover het volk kon oversteken, waarna het Egyptische leger erin verdronk.
Jethro had gehoord van de berucht stam van de Amalekieten, die de achterhoede van de Israëlieten had aangevallen – maar door Israël werd verslagen terwijl Moses tot God bad. Die God is de enige, de almachtige God. Die God bracht hij een dankoffer.
Het is belangrijk om te weten, dat Jethro niet de enige was die over deze gebeurtenissen hoorde, scheef rabbijn Eri Enkin. De hele (toenmalige) wereld hoorde over deze gebeurtenissen! Maar Jethro was de enige die er aandacht aan schonk. Hij hoorde niet alleen met zijn oren wat God had gedaan; hij hoorde het met zijn hart! Hij verinnerlijkte wat hij hoorde. Hij handelde naar wat hij hoorde – hij ging op het Joodse volk letten en besloot zich bij hen aan te sluiten.
Wanneer je psalm 9 leest, klinkt die heel actueel. David beschrijft hoe God hem de overwinning gaf over zijn vijanden, hoe God zijn oordeel uitvoerde. Hoeveel lijkt dit op onze tijd, nu God zijn volk de overhand heeft gegeven over Hamas en Hezbollah, Israëls vijanden en God vijanden. Denk aan hoe God zijn volk beschermde tegen een grote zwerm raketten en drones, afgevuurd vanuit Iran om gelijktijdig in Israël neer te komen.
Het gedeelte uit de Openbaring aan Johannes dat we lezen is een groot loflied over de gerechtigheid die God dan op de aarde zal hebben gebracht, het oordeel dat Hij over zijn tegenstander zal uitspreken, waarna Hij het koningschap over deze aarde aanvaardt.
Op die dag zult u zeggen: Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken, roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is. (Jesaja 12:4)
Zie ook deze Sjabbatslezingen:
U zult niet begeren, Exodus 20,
God toont zich aan de mensen, Exodus 19,
Geroepen tot een heilig priesterschap, Exodus 19.
Wees de eerste die reageert op "Sjabbatslezingen: Spreek over Gods grote daden"