Aan de Columbia-gemeenschap:
De afgelopen zes maanden hebben velen uit onze naam gesproken. Sommigen zijn goedbedoelende alumni of buitenstaanders die langskomen om met de Israëlische vlag te zwaaien voor de poorten van Columbia. Sommigen zijn politici die onze ervaringen willen gebruiken om de Amerikaanse cultuuroorlog aan te wakkeren. Het meest opvallend zijn onze Joodse medestudenten die zichzelf belangrijk maken door te beweren dat ze de “echte Joodse waarden” vertegenwoordigen en proberen onze ervaringen met antisemitisme te delegitimeren. We zijn hier en schrijven u als Joodse studenten aan de Columbia University, die verbonden zijn met onze gemeenschap en diep betrokken zijn bij onze cultuur en geschiedenis. Wij willen graag uit onze naam spreken.
Velen van ons zitten naast je in de klas. Wij werken samen met jou in het lab, we zijn je studiemaatjes, je leeftijdsgenoten en je vrienden. We zitten in dezelfde studentenraden, dezelfde clubs, studentenverenigingen, vrijwilligersorganisaties en sportteams als jij.
De meesten van ons hebben er niet voor gekozen om politiek activist te zijn. We slaan niet op trommels en scanderen geen pakkende slogans. We zijn gewone studenten, die net als jullie proberen de examens te halen. Degenen die ons demoniseren onder de dekmantel van
antizionisme hebben ons gedwongen tot activisme; zij dwongen ons om onze Joodse identiteit in het openbaar te verdedigen.
Wij geloven met trots in het recht van het Joodse volk op zelfbeschikking in ons historische thuisland als fundamenteel principe van onze Joodse identiteit. In tegenstelling tot wat velen u hebben proberen wijs te maken: nee, het Jodendom kan niet worden gescheiden van Israël.
Het zionisme is, simpel gezegd, de manifestatie van dat geloof. Onze religieuze teksten staan vol met verwijzingen naar Israël, Zion en Jeruzalem. Het land Israël wemelt van de archeologische overblijfselen van een Joodse aanwezigheid die eeuwen overspant. Ondanks het feit dat vele generaties over de hele wereld in ballingschap en diaspora leefden is het Joodse volk toch nooit opgehouden te dromen van terugkeer naar ons thuisland – Judea, de plaats waaraan we onze naam “Joden” ontlenen. Ja, nog maar een paar dagen geleden sloten we allemaal onze Pesach sedermaaltijden af met de uitroep: “Volgend jaar in Jeruzalem!”
Velen van ons zijn niet religieus, maar toch blijft het zionisme een pijler van onze Joodse identiteit. We zijn uit Rusland, Libië, Ethiopië, Jemen, Afghanistan, Polen, Egypte, Algerije, Duitsland, Iran geschopt, en die lijst gaat maar door. We zijn verbonden met Israël, niet alleen
als ons voorouderlijk thuisland, maar ook als de enige plaats in de moderne wereld waar Joden veilig hun eigen lot in handen kunnen nemen. Onze ervaringen op Columbia in de afgelopen zes maanden zijn daar een schrijnende herinnering aan.
We zijn opgevoed met verhalen van onze grootouders over concentratiekampen, gaskamers en etnische zuiveringen. De essentie van Hitlers antisemitisme was juist het feit dat we “niet Europees genoeg” waren, dat we als Joden een bedreiging vormden voor het “superieure” Arische ras. Deze ideologie heeft uiteindelijk zes miljoen van onze eigen mensen in de as gelegd.
De boosaardige ironie van het hedendaagse antisemitisme is een verwrongen omkering van onze erfenis, de Holocaust; demonstranten op de campus hebben ons ontmenselijkt en ons de karakterisering van “blanke kolonisator” opgelegd. Ons is verteld dat we “de onderdrukkers
van alle bruine mensen” zijn en dat “de Holocaust niet speciaal was.” Studenten van Columbia University zongen “we willen hier geen zionisten”, evenals “dood aan de zionistische staat” en “ga terug naar Polen”, waar onze familieleden in massagraven liggen.
Deze ziekelijke verdraaiing laat de aard zien van het antisemitisme: in elke generatie wordt het Joodse volk de schuld gegeven en wordt het tot zondebok gemaakt, verantwoordelijk voor alles wat er in die tijd mis is in de maatschappij. In Iran en in de Arabische wereld werden we
etnisch gezuiverd vanwege onze veronderstelde banden met de “zionistische entiteit”. In Rusland hebben we door de staat gesponsord geweld doorstaan en werden we uiteindelijk afgeslacht omdat we kapitalisten zouden zijn. In Europa waren we het slachtoffer van genocide omdat we weer communisten waren en niet Europees genoeg. En vandaag de dag worden we geconfronteerd met de beschuldiging dat we te Europees zijn en worden we afgeschilderd als het ergste kwaad van de samenleving – kolonisatoren en onderdrukkers. We zijn het doelwit vanwege ons geloof dat Israël, ons voorouderlijk en religieus thuisland, bestaansrecht heeft. We zijn het doelwit van degenen die het woord zionist misbruiken als een wat meer “beschaafd” scheldwoord voor Jood, synoniem met racistisch, onderdrukkend of genocidaal. We weten maar al te goed dat antisemitisme steeds van gedaante verandert. We zijn trots op Israël. Het is de enige democratie in het Midden-Oosten en is de thuisbasis van miljoenen Mizrachi-Joden (Joden van Midden-Oosterse afkomst), Asjkenazische Joden (Joden van Midden- en Oost-Europese afkomst) en Ethiopische Joden, evenals miljoenen Arabische Israëli’s, meer dan een miljoen moslims en honderdduizenden christenen en druzen. Israël is niets minder dan een wonder voor het Joodse volk en voor het Midden-Oosten in het algemeen.
Onze liefde voor Israël vereist geen blinde politieke conformiteit. Het is precies het tegenovergestelde. Voor velen van ons is het onze diepe liefde voor en toewijding aan Israël die ons ertoe aanzet bezwaar te maken wanneer de regering handelt op manieren die wij problematisch vinden. Israëlische politieke onenigheid is een inherent zionistische activiteit; kijk alleen maar naar de protesten – van New York tot Tel Aviv – tegen Netanyahu’s justitiële hervormingen, om te begrijpen wat het betekent om te vechten voor het Israël dat we ons voorstellen. Een paar bakken koffie met ons zijn voldoende om te beseffen dat onze visies voor Israël dramatisch van elkaar verschillen. Toch worden we allemaal gedreven door liefde en het streven naar een betere toekomst voor zowel Israëli’s als Palestijnen. Als de afgelopen zes maanden op de campus ons iets hebben geleerd, dan is het wel dat een groot en luidruchtig deel van de bevolking van de Columbia-gemeenschap de betekenis van het zionisme niet begrijpt, en vervolgens het wezen van het Joodse volk niet begrijpt.
Ondanks het feit dat we het antisemitisme dat we ervaren al maanden aan de kaak stellen, zijn onze zorgen weggewuifd en verworpen. Dus hier zijn we om je eraan te herinneren: We sloegen alarm op 12 oktober toen velen protesteerden tegen Israël, terwijl de dode lichamen van onze vrienden en familieleden nog warm waren. We deinsden terug toen mensen schreeuwden “verzet je met alle mogelijke middelen”, en ons vertelden dat we “allemaal inteelt” zijn en dat we “geen cultuur hebben”. We huiverden toen een “activist” een bord omhoog hield dat Joodse studenten vertelde dat zij het volgende doelwit van Hamas waren, en we schudden ons hoofd in ongeloof toen gebruikers van Sidechat (een app voor studenten) ons vertelden dat we logen. We waren uiteindelijk niet verbaasd toen een leider van het CUAD-kamp publiekelijk en trots
zei dat “zionisten het niet verdienen om te leven” en dat we geluk hebben dat ze “niet gewoon naar buiten gaan en zionisten vermoorden”. We voelden ons hulpeloos toen we zagen hoe studenten en docenten Joodse studenten fysiek verhinderden, delen van de campus te betreden die we met hen delen en zelfs in stilte hun gezichten afwendden. Deze stilte kennen we. We zullen het nooit vergeten. Eén ding is zeker. We zullen niet ophouden, voor onszelf op te komen. We zijn er trots op Joden te zijn, en we zijn trots, zionisten te zijn.
We zijn naar Columbia gekomen omdat we onze geest wilden ontwikkelen en complexe gesprekken wilden voeren. Al is de campus nu misschien vol van haatdragende retoriek en simplistische tegenstellingen, het is nooit te laat om te beginnen met het repareren van de breuken en het opbouwen van zinvolle relaties dwars door politieke en religieuze scheidslijnen heen. Onze traditie vertelt ons: Heb de vrede lief en streef vrede na.” We hopen dat u zich bij ons wilt aansluiten in het oprecht nastreven van vrede, waarheid en empathie. Samen kunnen wij onze campus herstellen.
Wees de eerste die reageert op "Uit Onze Naam: Een boodschap van Joodse studenten aan de Columbia University"