Isra‘El is Gods uitverkoren natie. Daarom is Isra‘El voor veel christenen het grote voorbeeld. Maar de relatie tussen God en Isra‘El is problematisch. Ze rebelleren herhaaldelijk en vertrappen Zijn woord. Door voorbede van profeten en Gods genade blijft het moeizaam voortbestaan. Toch heeft God ze vanuit Zijn Aangezicht verbannen. Wat staat erover in de Bijbel?
Ballingschap is de staat die volgt op verbanning. Het is een alternatieve doodstraf. Bewust moet de balling verdragen verwijderd te zijn van diens oorsprong, zoals het geboorteland. Terugkeer erheen is (tijdelijk) ontzegd. De ‘troost’ is het behoud van leven en de hoop op een einde van de verbanning.
Verspreiding versus verbanning
Mensen en volkeren hebben zich naar Gods wil verspreid over de aarde (diaspora; Gn 1:28). Nadat God aan Abrahams nakomelingen het Beloofde Land gaf, verspreidde zijn nakomelingen, de Isra‘Elieten, zich daarna weer over de aarde, bijvoorbeeld om handel te drijven. Zo’n verblijf buiten het Beloofde Land is niet hetzelfde als Isra‘Els ballingschap. Ook niet als Isra‘Elieten daar verdrukt worden. Zo was er verdrukking in Egypte (Ex 1:11), maar niet van Godswege. Daarom zegende Hij de Isra‘Elieten daar juist tegen de verdrukking in (Ex 1:12). Als hun relatie met God goed was, moet hun verdrukking als zonde van heidenen tegen Isra‘Elieten beoordeeld worden. Hun lange verblijf in Egypte tot de Uittocht onder Mozes was dus geen ballingschap.
Een verbanning is geen vrijwillige verspreiding, maar een straf. Toch wordt het, vooral in Joodse geschriften, gelijkgesteld. Waarschijnlijk om de schande van de verbanning te camoufleren. Veel rabbijnen stellen zelfs dat het Talmoedische Judaïsme de ‘hogere vorm’ van Joodse godsdienst is.
In Bijbelse zin betekent verbanning echter verworpen zijn door God. Ongeacht of ze (nog) in het Beloofde Land wonen of het in bezit hebben. De meest ernstige vorm van verbanning is ‘verstrooiing’ (in de windrichtingen; Ezech 5:10). Dat is geen verbanning naar een bepaald verbanningsoord, maar het ‘verloren’ gaan onder de natiën. Zo’n verbanning is uiteindelijk over Isra‘El als natie gekomen.
Isra‘Els verbanning
Isra‘El verbrak eenzijdig Gods Verbond (Js 24:5), terwijl in de voorwaarden ervan staat dat daar de doodstraf op staat. God heeft echter met een eed gezworen dat Isra‘El voor altijd zou bestaan. Daarom hanteerde Hij een alternatieve doodstraf; verbanning van Zijn Aangezicht. Tijdens hun ballingschap blijven ze dus besloten onder (de voorwaarden van) het Mozaïsche Verbond. Gods doel met de verbanning is, dat het volk uitgezuiverd wordt totdat de vrome ‘rest’ zich bekeerd en Hij hen zal behouden.
Isra‘El onderging twee verbanningen. 1. De ‘Ballingschap naar Babylonië’ van 70 jaar (2 Kr 36:21; Jr 29:10); 2. De ‘Verstrooiing onder de volken’ van onbepaalde duur. Hun tweede afval wordt zwaarder aangerekend en is dus erger.
Volk en natie
Een volk (Hebreeuws: ’am) en een natie (Hebreeuws: goj) verschillen. Een volk deelt afstamming, cultuur, geschiedenis en vaak ook een woongebied. Het bestuur is meestal patriarchaal met oudsten. Een natie is als een volk staatsrechtelijk georganiseerd wordt bestuurd met overkoepelende instellingen, zoals een regeringsraad, centrale wetgeving, rechtspraakinstelling en een leger.
Gods volk (waartoe ook christenen behoren) onderscheidt zich van de volkeren doordat het God als Vader heeft. Alleen Isra‘El werd binnen dat volk Gods natie met een eigen Land. In Isra‘El werd een gedelegeerde vorm van Godsbestuur concreet. Isra‘El droeg toen grotere verantwoordelijkheid dan de rest van Gods volk, ondanks dat dit volk al bestond lang vóór Isra‘Els ontstaan. Gods volk had ook altijd niet-Isra‘Elitische leden en heeft een eigen eeuwig bestaan tijdens Isra‘Els ballingschappen. Gods volk is gebonden aan Gods Torah, dus verplicht om sinds de schepping van Isra‘El haar lief te hebben en te zegenen.
Betekenis Isra‘Els verbanning
Onder andere dat:
• God straft in het hier en nu (1 Pe 4:17).
Zijn geduld is eindig. Isra‘Els huidige verbanning duurt al bijna twee millennia. Als God Isra‘El niet spaarde, zal Hij dan christenen sparen als ze van Hem afvallen (Hb 10:29)?
• Gods Koninkrijk niet is gevestigd op aarde
Omdat er op dit moment geen centraal godsdienstig orgaan (de Tempel) op aarde bestaat, is Gods volk (waaronder de christenheid) verdeeld geraakt. De eenheid is ‘verbroken’. Dat is een verzwakking in de dominante heidense wereld. Daardoor neemt de verachting van God toe. Wetteloosheid en schandelijkheid worden steeds meer de norm. Het opgroeien van vromen onder het ‘onkruid’ maakt dat het onderscheid voor het oog vervaagt (Mt 13:30) en het onderscheid wat er is wordt bespot. Er komt dwang om te zich aan te passen aan de meerderheid. Dat heeft negatieve invloed op Gods volk (Mt 25:1-13). De herbouw van de Tempel is voorwaarde voor de vestiging van Gods Koninkrijk op aarde (Jh 18:36).
• de dienst van de Here Jezus nog onvervuld is
Hij moet de verzoening van Gods volk nog vervolmaken. Op de eerste plaats moet Isra‘El verlost en met God verzoend worden voor het verbreken van Zijn Verbond. Evenzo moeten de ernstige zonden van christenen vergeven en verzoend worden. Uiteindelijk ook die van de mensheid en de Schepping. De Here Jezus zal de Koning der aardse koningen en Messias worden.
• de christenheid alleen tijdelijk centraal staat
Door Isra‘Els verbanning maakt Isra‘El geen deel meer uit van Gods volk. Daardoor komt de christenheid binnen Gods volk gezien hun omvang en invloed centraal te staan. Vooruitziend daarop sloot de Here Jezus daarom het Nieuwe Verbond (NV) met Zijn leerlingen en niet met Isra‘El. Dit lijkt zichtbaar in de tegenstelling Isra‘El & de Kerk. Dit is echter een vergelijking van ‘appels met peren’. Isra‘El is tijdelijk geen natie meer, maar heeft wel volksverband. Zo’n verband heeft de ‘Kerk’ niet. Ook keert Isra‘El als natie terug tot Gods volk. Toch denkt de ‘Kerk’ voor altijd bij God centraal te blijven staan en meet zich Isra‘Els oude nationale rechten en beloften aan. Dat toont dat de ‘Kerk’ God en zichzelf niet begrijpt. De ‘Kerk’ is immers wat anders dan Gods volk. In het beste geval is er enig overlap mee.
• er Joodse christenen bestaan
Volgens het Judaïsme zou de Here Jezus alleen relevant zijn voor niet-Joden. Zijn belangrijkste missie is echter nog verborgen; het herstel van Isra‘El. Hij bestaat dus in Gods werkelijkheid op de eerste plaats voor Isra‘El. Individuele Joden hebben dat ingezien en het NV aangenomen, maar hun individuele ‘bekering’ staat los van de huidige collectieve verbanning en het komende herstel van Isra‘El. Isra‘Els herstel komt volgens de Bijbel alleen op Gods tijd.
Gods verhouding tot Isra‘El
Tijdens de verbanning blijft God betrokken op Isra‘El. God woont dan wel niet meer onder Isra‘El en ze behoren als ballingen niet langer tot Gods (functionele) volk, toch waakt Hij over hen. God heeft immers Isra‘Els herstel beloofd. Die toekomst betekent hun behoud in het heden.
Wees de eerste die reageert op "Wat betekent Isra‘Els ballingschap?"