Zuivere wetenschap sluit God niet uit

In de moderne wetenschap is atheïsme en Darwinisme heersend geworden. Geloof in de Bijbelse God wordt onwetenschappelijk geacht. Wetenschap hoort inderdaad onbevangen, niet-vooringenomen en objectief te worden bedreven. Maar zijn atheïsme en Darwinisme, als ideologische denkkaders, dan niet ook onwetenschappelijk? Kunnen zaken over geloof in God en de Bijbel echt niet wetenschappelijk worden onderzocht? Deze en aanverwante vragen beschrijft emeritus professor Edgar Andrews in zijn boek ‘Wie heeft God gemaakt?’. Hoe doet hij dat?

Boekanalyse
Andrews is emeritus-hoogleraar materiaalkunde (natuurkunde) en was internationaal expert en adviseur van grote chemische multinationals in de Verenigde Staten van Amerika.

Het onderwerp wordt na een voorwoord en inleiding beschreven in 17 hoofdstukken, waarvan de langste gaan over de oorsprong van het leven (H12), de oorsprong van levende organismen (H13) en over de vraag of DNA-mutaties nieuwe, ‘hogere’ intelligentie kunnen scheppen (H15). De Bijbelvertaling uit 1951van het Nederlandse Bijbelgenootschap is gebruikt.

Aan het begin van elk hoofdstuk worden een korte samenvatting van te bespreken onderwerpen gegeven en enkele nieuwe woorden uitgelegd. De tekst is voorzien van voetnoten met hoofdzakelijk boektitelvertalingen en eindnoten met bronvermeldingen. Als appendix zijn een evaluatie van een boek van Hawking en een reactie op een recensie van Victor Stenger toegevoegd. Het boek wordt afgesloten met een zoekregister.

Wetenschap en geloof
Andrews ontmaskert het agressieve atheïsme van bekende vertegenwoordigers, zoals Richard Dawkings en Stephen Hawking. Hij komt met scherpe tegenargumenten, zoals devolutie in plaats van vermeende evolutie. Maar hij laat ook de logische samenhang van zaken zien en biedt een meer bevredigend alternatief; de Godhypothese.

Volgens Andrews kan een Bijbelse wereldvisie heel goed onderbouwt worden vanuit de wetenschap. Maar hij wijst erop dat wetenschap het bovennatuurlijke niet kan onderzoeken, maar alleen de fysieke wereld. Wetenschappers kunnen daarom geen uitspraken doen over de geestelijke wereld. Toch bestaat die wereld volgens atheïstische wetenschappers niet, wat dus onwetenschappelijk is.

Het staat wetenschappers zeker vrij om hypotheses over geloven te onderzoeken en/of onderzoeksresultaten, die wetenschappelijk en dus objectief en niet-verklarend zijn vastgesteld, met zaken van geloof en de bovennatuurlijke wereld in verband te brengen. Het is immers aannemelijk dat een verband ertussen kan/zal bestaan, zoals blijkt dat alles in de wereld wijst op een achterliggende intelligentie. Hij bespreekt op die wijze de laatste wetenschappelijke ontdekkingen in de 21ste eeuw, zoals die in de kwantummechanica, microbiologie en de multiversums.

Evaluatie
Dit is een interessant en toegankelijk boek over geloven en wetenschap. Het richt zich op een breed lezerspubliek. Andrews schrijft op een humoristische wijze, zodat de lezer vlot bekend wordt met ingewikkelde onderzoeksterreinen van hedendaagse wetenschap.

Het is verontrustend dat atheïstische en materialistische ideologieën de wetenschap zijn gaan domineren. Maar het is ‘de pot verwijt de ketel’ als diens aanhangers beweren dat Bijbelgelovigen hun geloof niet bij wetenschap mogen betrekken, want ze doen dat zelf wel met hun ideologieën. Elke vooringenomenheid maakt wetenschap onzuiver.

Dit boek wordt aangeraden.


Andrews, E., Wie heeft God gemaakt? Op zoek naar een allesverklarende theorie. 2012, Maatkamp, Zelhem, 407 pagina’s, € 24,95, ISBN: 9789491706684.

Wees de eerste die reageert op "Zuivere wetenschap sluit God niet uit"

Geef een reactie