Zvi Kalisher vond de Heere Jezus nadat hij zijn hele familie was kwijtgeraakt door de Holocaust.
Zijn leven was een getuigenis van Gods genade. Het was zijn diepste verlangen het Goede Nieuws over de Heere Jezus bekend te maken aan Joden en heidenen, aan iedereen die naar hem wilde luisteren. In deze bijzondere week van 4 en 5 mei, van herdenken en vieren, leest u hier het verhaal van Zvi Kalisher. Als een getuigenis, als een herinnering aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, van de Holocaust. Dat nooit meer!
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was Zvi 18 jaar. Niemand van zijn Joodse familie had de oorlog overleefd. Allemaal waren ze gedood, vergast. Zvi vocht mee in de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog, die volgde direct na het uitroepen van de staat Israël in mei 1948. Samen met z’n vrouw Naomi kregen ze drie zoons en een dochter. In november 2014 overleed hij.
Kort na de Onafhankelijkheidsoorlog kwam Zvi tot geloof in de Heere Jezus. Vol passie verkondigde hij jarenlang het Evangelie op de straten van Jeruzalem. Zo sterk was zijn verlangen dat ook zijn volksgenoten de Messias, Jesjoea, zouden leren kennen. En hij was ervan overtuigd dat het Joodse volk het Evangelie moest horen.
Getto van Warschau
In 1939, toen de Duitsers Polen binnenvielen, bracht zijn moeder hem naar een weeshuis, in de hoop dat hij daar zou overleven. ‘In het begin was het erg moeilijk, om gescheiden te zijn van mijn ouders,’ vertelde hij in ‘Friends of Israel’, een aangrijpende documentaire met als titel ‘Zvi, De Terugkeer’. ‘Mijn moeder zei dat ik sterk moest zijn en dat ik aan niemand mocht vertellen dat ik Joods was.’
In het weeshuis leerde Zvi de Duitse taal. Hij werd meegenomen naar Duitsland, om verplicht lid te worden van de Hitler Jugend. Vanwege zijn tengere lichaamsbouw werd hij geweigerd en weer teruggestuurd naar Polen. Daar begon voor hem een wanhopige zoektocht naar zijn familie. In die tijd werden de Poolse Joden bijeengedreven in het Getto van Warschau. Daar begon Zvi zijn zoektocht. Via een riool lukte het hem om binnen te komen.
‘Het was er vreselijk,’ vertelde hij in die documentaire. ‘Het stonk er verschrikkelijk en overal liepen ratten, maar ik dacht alleen maar aan mijn familie. En hoe ik ook zocht, ik vond niemand. Op de straten lagen duizenden lichamen. Velen waren stervende. Mensen waren zo mager dat ze wel wandelende skeletten leken. Velen riepen om hulp, maar niemand kon hen helpen. Ik besloot met aantal andere jongens voedsel voor hen te gaan halen. Via het riool gingen we weer naar buiten het getto en haalden voedsel voor die uitgehongerde mensen.’
Degenen die niet stierven, werden in de treinen gestopt en naar het concentratiekamp Treblinka gebracht. ‘Direct uit de treinen werden ze de gaskamers ingedreven.’
Ontsnapt uit het getto
Toen Zvi op een dag weer door het riool naar buiten het getto wilde gaan, ontdekte hij dat het riool dichtgemaakt was. Hij besloot de muur rond het getto te beklimmen en sprong aan de andere kant naar beneden, waarbij hij precies tussen twee Duitse soldaten terechtkwam. Die waren te verbaasd om hem direct op te pakken. Hij rende weg en hoewel hij nog werd beschoten, ontkwam hij.
Vele nachten bracht hij vervolgens door in de Poolse bossen. Uiteindelijk kwam hij bij een Duitse boer terecht bij wie hij op de boerderij mocht werken. Hij deed natuurlijk alsof hij alleen maar Pools sprak, maar op een dag hoorde hij de boer in het Duits tegen zijn vrouw zeggen dat hij hem zou doden als vergelding voor de dood van twee van zijn zoons aan het oostfront. Zvi wist niet hoe snel hij weer moest vluchten. Uiteindelijk wist hij de oorlog te overleven. Constant bleef hij op zoek naar zijn familie, maar niemand heeft hij ooit nog terug gezien.
Naar het Joodse thuisland
Zvi besloot dat het tijd was om naar de toekomst te kijken en naar het oude thuisland te trekken. ‘En hoewel de Britten Joodse immigranten tegenhielden, wisten velen dat ze niets te verliezen hadden en wilden ze de blokkade breken.’
Op het kleine schip waarop hij meevoer, waren 500 tot 600 mensen gepropt. Vanuit Frankrijk gingen ze op weg naar het Joodse thuisland. De tocht duurde 14 dagen. Het schip was zo overladen, dat het bijna zonk.
Over de aankomst bij het Beloofde Land, vertelde Zvi in de documentaire: ‘Hoe dichterbij we kwamen, hoe beter we de berg Karmel konden zien. Iedereen vergat de honger, vergat de pijn van zes jaar Holocaust, we vergaten alles, alleen de toekomst lag voor ons.’
Toen volgde een nieuwe dreun voor alle Joden op het schip. De Britten hielden het schip tegen en brachten de opvarenden naar een interneringskamp op Cyprus. ‘Het was al verschrikkelijk voor ons jongeren, maar het was nog erger voor de ouderen, omdat hun families, hun kinderen dood waren. Uit het ene kamp kwamen ze nu in het andere kamp terecht.’
Tijdens de zeven maanden in dat kamp op Cyprus trainden Zvi en anderen om straks te kunnen strijden voor de onafhankelijkheid van Israel. ‘Toen Israel weer een zelfstandige staat werd, was er grote vreugde, maar we betaalden die vrijheid, die zelfstandigheid met ons eigen bloed.’
Landmijnen verwijderen
Zvi vocht mee in de Onafhankelijkheidsoorlog tegen de Arabieren. Eén van zijn taken was het verwijderen van landmijnen. Het was een wonder dat hij nooit gewond raakte. Nadat Israël de oorlog had gewonnen, gingen de meeste soldaten naar hun families, maar Zvi was de enige van zijn familie die de Holocaust had overleefd.
Hij had veel tijd om na te denken. ‘Veel van onze soldaten waren gedood en ik was er ook bijna niet meer. Ik vroeg me af wie me had beschermd. Eerst dacht ik nog niet aan God, maar geleidelijk aan kwam ik tot de conclusie dat er iemand moest zijn die Zijn hand op mij hield.’
Psalm 27
In Haifa kocht Zvi een Tenach, het Oude Testament. Hij begon er direct in te lezen. Hij was hongerig om God te leren kennen. In Psalm 27 sprak vers 10 hem bijzonder aan: ‘Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen.’
Toen hij op een dag op een bankje in Jeruzalem zat, kwam er een Zwitserse vrouw naar hem toe. Ze begon een praatje met hem en gaf hem een Bijbel, inclusief het Nieuwe Testament. Geïnteresseerd, maar met enige reserve, begon hij dat te lezen.
In diezelfde tijd ontmoette Zvi in Jeruzalem een voorganger, die hem uitnodigde voor de samenkomsten in een Messiasbelijdende gemeente, waar gelovigen bidden in de naam van de Heere Jezus. Hij vroeg zich af waarom een Jood, die de verschrikkingen van de Holocaust heeft meegemaakt, in Jezus zou kunnen geloven, maar hij ging toch, omdat ‘ik erheen werd getrokken als door een magneet.’
Toen hij aan de voorganger van die gemeente vertelde dat hij op zoek was naar de vrede met God door de Messias, Jezus, waarschuwde de voorganger hem om geen overhaaste beslissing te nemen. Hij wees hem op het lijden dat hem te wachten zou staan. Maar Zvi antwoordde: ‘Hij heeft zoveel voor mij geleden, het zou een voorrecht zijn om voor Hem te mogen lijden.’
‘Ik werd een complete Jood’
Vanaf het moment dat Zvi het Nieuwe Testament had ontvangen, duurde het in totaal drie jaar voordat hij mocht geloven dat de Heere Jezus Christus ook zijn Redder, zijn Zaligmaker is. ‘Jezus veranderde mijn leven totaal en heeft grote vreugde in mijn leven gebracht. Ik werd toen een complete Jood,’ getuigde hij.
Zvi werd in zijn verdere leven een krachtige getuige van de Heere Jezus. Eind jaren vijftig sloot hij zich aan bij de Evangeliebediening ‘The Friends of Israel’. Hij was een echte pionier in het brengen van het Evangelie aan Joodse mensen in Israël.
Hij wist dat God hem een verhaal had gegeven om te vertellen over het lijden in Holocaust en over de strijd die hij leverde in verschillende oorlogen in Israël. Dit getuigenis werd zijn platform om de liefde van Messias Jezus te delen met zijn volksgenoten.
In 1959 begon hij met het vastleggen van zijn gesprekken op de straten van Jeruzalem. Ze werden gepubliceerd in het magazine van ‘The Friends of Israel’.
Twee van Zvi’s zonen dienen de Heere fulltime. Meno Kalisher is voorganger van de Messiasbelijdende gemeente ‘House of Redemption’ in Jeruzalem en Victor Kalisher is directeur van het Israëlische Bijbelgenootschap.
Zijn levensverhaal is opgeschreven in het boek: ‘The Best of Zvi: 50 Years of Telling the Story on de Highways & Byways of Israel’. Tegen alle gelovigen zegt hij: ‘We mogen het geloof niet voor onszelf houden.’
Hij werd gedreven door de woorden van de Heere Jezus in Markus 16:15: ‘Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.’
Dirk van Genderen publiceert wekelijks een nieuwsbrief over Israel en het Midden-Oosten.
Wees de eerste die reageert op "Zvi Kalisher: Holocaustoverlevende en discipel van de Heere Jezus"