Vandaag bezoeken we de Bijbelse plaats Maresha, onder Jozua toegewezen aan de stam Juda, en het aangrenzende Beth Guvrin, beide erkend als uniek werelderfgoed. Maresha is bekend om zijn grotten en tunnels.
Het verhaal van Maresha begon tijdens de Israëlische heerschappij, toen het gebied aan de stam Juda werd gegeven (Jozua 15:44). Ongeveer 2.800 jaar geleden, kort na de splitsing van het Verenigd Koninkrijk van Israël, versterkte koning Rehobeam, de zoon van Salomo, 15 steden, waaronder Maresha (2 Kronieken 11:8). Het was in deze stad dat koning Asa het machtige (en extreem goed bewapende) leger van Zerah, bevelhebber van de Ethiopische troepen, vernietigde (zie 2 Kron. 14).
In de 6e eeuw BCE kwam koning Zedekia in opstand tegen de Babylonische koning Nebukadnezar, die daarop Juda bezette en een groot deel van de bevolking in ballingschap zond. Dat betekende het einde van Maresha als Joodse stad. Edomieten, die ten oosten en zuiden van de Dode Zee leefden, verhuisden naar het gebied en Maresha werd een Edomitische stad, waarin ook Foeniciërs en anderen zich vestigden.
Na de verovering van het land door Alexander de Grote breidde de stad zich in de hellenistische tijd (circa 3e-2e v. Chr.) uit tot ver buiten de heuvel, en werd een grote metropool. De eerste bewoners van deze nieuwe wijken waren gepensioneerde soldaten uit het leger van Alexander de Grote.
Kalkgrotten
De centrale ligging van het gebied, op het kruispunt van belangrijke internationale wegen in de oudheid, en de natuurlijke bodem en de aanwezigheid van kalksteen (krijt) in de ondergrond, maakten het een ideale plaats om zich te vestigen. Het gebied was geschikt voor grootschalige landbouw, en de kalksteen vormde een uitstekend bouwmateriaal!
Na het uithakken van blokken en het bouwen van huizen, deed zich een interessant verschijnsel voor met grote gevolgen, als gevolg van de unieke geologie. Hoewel krijt een zacht en gemakkelijk te delven materiaal is, moeten gravers minimaal 1,5 tot 3 meter onder het oppervlak graven om het te bereiken. Dit komt omdat bovenop deze zachte steen een laag gehard krijt zit, Nari genaamd. Dit wordt door de eeuwen heen gevormd wanneer het krijt aan de oppervlakte ligt en nat regent. Later droogt de zon het op, waardoor het nog harder wordt.
Deze taaie steen vormt zo’n geweldig en sterk dak, dat wanneer de zachte steen eronder wordt weggedolven, er een stevige grot ontstaat, die werd omgebouwd tot werkplaatsen, fabriekjes, waterreservoirs en meer.
Meerdere van deze grotten werden omgebouwd tot olijfoliepersen. Vanwege de grootschalige olieproductie en omdat Maresha centraal gelegen was aan belangrijke snelwegen, werd de olie internationaal geëxporteerd.
Engelstalige ondertiteling aanwezig.
Een van de populairste toepassingen van deze uitgehouwen grotten waren duivengrotten. Dit droeg enorm bij aan de economie, want duiven waren zeer gewild voor consumptie als bron van eiwitten, de meststof die ze produceerden, en voor offers in de Heilige Tempel in het nabijgelegen Jeruzalem.
De Makkabeese Opstand
De opstand van de Makkabeeën tegen het Griekse Selucidische rijk, in de 2e eeuw BCE, luidde de ondergang van Maresha in. De stad werd als basis gebruikt voor het bestrijden van de rebellen. 1 Makkabeeën 5:56 beschrijft dat rond 163/162 Judas Makkabeüs en zijn leger het gebied van Idumea veroverden en Maresha verbrandden. In het jaar 40 werd Maresha defintief vernietigd door de Parthen.
Na de verwoesting van de stad werd aan de andere kant van de weg (de huidige snelweg 38) een nieuwe Joodse stad gebouwd, Beth Gabra or Bet Guvrin, die de belangrijkste plaats in het gebied werd.
Bet Guvrin, met zijn verbluffende natuurlijke schoonheid, is niet alleen doordrenkt van duizenden jaren geschiedenis, maar de unieke (en ongewone) archeologie is goed bewaard gebleven op een niveau dat zelden ergens anders te vinden is.
Tegenwoordig maakt Maresha deel uit van het Israëlische Nationaal Park Bet Guvrin. Veel van de oude olijfoliepersen, duivengrotten en watercisterns zijn te bezichtigen. Bezoekers kunnen deelnemen aan de voortgaande opgravingen.
De Bar Kochba opstand tegen de Romeinen
Enkele eeuwen later (circa 132-135 CE) werden de grotten van Maresha gebruikt door Joodse rebellen, onder leiding van Bar Kochba. Via onderaardse kruiptunnels verbonden zij die tot een complex doolhofsysteem. De Romeinen hadden er geen idee van dat de vijanden die zij bestreden zich vlak onder hun voeten bevonden.
Met behulp van deze tunnels konden zij het machtige Romeinse Rijk (zij het voor korte tijd) uit Israël verdrijven door hen van onderaf aan te vallen. Toeristen kunnen tegenwoordig in de nabijgelegen Bar Kochba tunnels kruipen.
Dit artikel is voor een groot deel gebaseerd op een artikel van de Israëlische journalist en reisgids Nosson Shulman
Bronnen: United with Israel, en.wikipedia.org
Foto: een grot in Maresha met een maalsteen, David Bena
Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Werelderfgoed Maresha en Bet Guvrin"