De Here Jezus overal in Oude Testament

De Here Jezus is niet geopenbaard in het Oude, maar in het Nieuwe Testament. Maar christenen lezen, aan de hand van het Nieuwe Testament, Hem overal in het Oude in. Tot in het extreme. Dit heet Typologie. Joop Onnekink heeft er het boek ‘Schaduwen’ over geschreven. Wat valt daarin op?

Boekanalyse
Onnekink (ⴕ2024) studeerde HBO-Theologie en werd daarna Theologiedocent. Zijn grootste interesse ging uit naar het vak Typologie. In dit boek beschrijft hij verschijningen, typen, inzettingen en voorwerpen die allemaal in verband met de Here Jezus zouden staan. Het zouden er overweldigend veel zijn.

Na een voorwoord en een inleiding beschrijft hij dit in zeven hoofdstukken. Het langste gaat over Zijn vermeende verschijningen in het Oude Testament (OT) (H2). De tekst is voorzien van voetnoten die vrijwel altijd naar Bijbelteksten verwijzen. Bijbeltekstcitaten komen uit de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders vermeld. Het boek sluit af met een nawoord, dankwoord, korte literatuurlijst en een nawoord van de familie.

Evaluatie
Dit is een christocentrische Bijbelstudie, waarin een aantal rake punten worden uitgewerkt. Bijvoorbeeld, dat het OT helemaal niet ‘oud’ is maar blijvende betekenis heeft. Maar helaas staan daar erg veel miskleunen tegenover. Bijvoorbeeld, dat de Here Jezus een eeuwig priesterschap zou hebben en dat Hij in het OT zou zijn verschenen als de Engel van de Heer.

In de Bijbel staat overduidelijk dat Hij pas kohen gadol (Isra‘Elitisch hogepriester) werd na Zijn hemelvaart (Hebr 5:5; 7:12). Logischerwijs zal Hij bij Zijn wederkomst dat ambt daar moeten opgeven voor het Messiasschap op aarde. Ook staat er dat Hij ‘boven’ de engelen en Zelf geen engel is (Hebr 1:4-8, 13).

Maar Typologie moet bovenal een vergissing zijn. Immers, als Hij overal zou voorkomen in het OT, waarom werd Hij dan door vrijwel iedere Joodse Schriftkenner die Hem ontmoette niet herkent. Typologen kunnen beweren dat Isra‘El blind is.

Echter, zelfs uit de geschriften (vooral de Evangeliën) van de eerste talmiediem (leerlingen van de Here Jezus) blijkt dat ze Hem nog niet goed hadden doorgrond. Maar toen ze die schreven waren ze inmiddels wel vervuld van Gods Geest. De christenheid verklaarde later de Evangeliën tot dé Bijbel bij uitstek zonder dit onbegrip te corrigeren. Het is toegenomen. Wie is dan eigenlijk blind (Mat 7:5)?

Gods Zoon vergelijken met sterfelijke mensen uit het OT is twijfelachtig, maar Hem vergelijken met dingen, zoals Tempeloffers, Tempelonderdelen en vrijsteden, is ronduit lasterlijk. Vooral als blijkt dat Onnekink de Tempeloffers, maar ook Zijn kruiswerk, niet goed heeft begrepen.

Onnekink is verder tegenstrijdig. Hij schrijft terecht dat de Torah niet opgeheven, maar nog steeds van kracht is. Maar later schrijft hij dat “…de Tempeloffers niet meer nodig zijn” en “Als christenen mogen we God op een andere manier offers brengen.” Dat terwijl Tempeloffers juist de kern van Torah zijn en de Here Jezus nu voortdurend Tempeloffers brengt!

Dit boekje heeft geen enkel zoekregister.


Onnekink, J., Schaduwen van Jezus in het Oude Testament. 2025, Toetssteen, Havelte, 103 pagina’s, € 18,50, ISBN: 9789492818195.