20 Hij riep de HEERE aan en zei: HEERE, mijn God, hebt U dan ook deze weduwe, bij wie ik als vreemdeling verblijf, zoveel kwaad gedaan dat U haar zoon gedood hebt?
21 En hij strekte zich driemaal over het kind uit en riep de HEERE aan, en zei: HEERE, mijn God, laat toch de ziel van dit kind in hem terugkeren.
22 De HEERE luisterde naar de stem van Elia en de ziel van het kind keerde in hem terug, en het werd weer levend.
De dood van de zoon is een thema in het Koningenboek. De ziekte van de zoon van de weduwvrouw in Tsarphath was tot de dood. Ademloos ligt hij op de schoot van zijn moeder. Totdat Elijah hem meeneemt naar boven naar de troonkamer.
Op bed
Elijah legt de jongen op zijn bed. Het bed (mittah, מטה), is de plaats van het meten (madad, מדד). Daarop strekt (madad) men zich uit. De overlevering zegt dat men in Sodom alle gasten op een bed neerlegde om hen te meten. Wie langer dan het bed was, werd ingekort. Wie de te kort was, werd uitgerekt. Beide operaties leidden tot de dood. De strekking is dat in Sodom alles eenheidsworst, uniform, moet zijn. Het afwijkende tolereert men niet. Dat is dus van alle tijden; ook van onze tijd. Alles wordt gemeten naar de maat van deze wereld. Wie niet past, wordt gedood. Letterlijk of figuurlijk. Het bed is de wereld van de nacht. Het is de tijd dat we horizontaal liggen. Er is dan geen boven en beneden. Men zegt dan ook dat de slaap en de nacht gelijk zijn aan de dood.
Het woord madad komt voor het eerst voor in Ex. 16:18. Het volk verzamelt manna. Het wordt gemeten met de gomer. Dan blijkt dat wie veel verzamelt heeft, niets overhoudt. En wie weinig heeft verzameld, komt niets tekort. Ieder verzamelde zoveel als hij kon eten. Ook hier is het één maat voor allen. Het grote verschil met het Sodomse bed is dat hier niet de mens passend wordt gemaakt, maar dat wat de mens nodig heeft. Zijn voedsel is een afgemeten hoeveelheid. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig heeft? (Matth. 6:24). Is dat ook niet wat de weduwe en haar zoon ervaren? Er is elke dag genoeg meel en olie.
Elijah, de priester
Elijah is de man Gods. Hij is de priester. Zoals de mannen die bij Abraham op bezoek komen, zo komt Elijah bij de weduwvrouw en haar zoon. Elijah strekt zich uit over het kind. Elijah meet zich met het kind. Niet het kind wordt passend gemaakt, maar Elijah meet zich. Rashi zegt dat hij dat op dezelfde wijze deed als Elisha. Ogen op ogen, mond op mond. Maar maakt de aanraking van het dode lichaam hem niet onrein? De Talmoed vertelt dat Rabbi bar Avuhah Elijah ontmoet in een graf waar afgodendienaars worden begraven. Hij is verrast Elijah hier aan te treffen en vraagt: was u geen priester? Want priesters worden geacht niet in de graven te komen. Elijah antwoordt dat de lichamen van de heidenen niet onrein maken als je onder hetzelfde dak verkeert zonder fysiek contact te hebben. Maar Elijah heeft wél lichamelijk contact met het dode kind. En de Tora zegt dat wie een dode aanraakt – welk dood lichaam van een mens ook, aanraakt, die is zeven dagen onrein (Num. 19:11). En wanneer een mens in een tent gestorven is: ieder die deze tent in gaat en ieder die in deze tent aanwezig is, is zeven dagen onrein (Num. 19:14). Volgens hetzelfde commentaar in de Talmoed wijst Elijah op de frase: iemand die een mens (adam) is. En het haalt Ezechiël 34:31 aan: En u, Mijn schapen, schapen van Mijn weide, u bent mens (adam), maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE; als bewijs dat alleen Joden voldoen aan de omschrijving adam. Elijah woont immers als vreemdeling (gur) bij de weduwe?
Ruimte maken
Hoewel deze verklaring spitsvondigheid aan de dag legt, zet het ons wel op het spoor van de tent. Want Elijah strekt zich over het kind uit als was hij een tent. De profeet maakt ruimte. Het moderne commentaar Kol HaTor wijst op Psalm 118:5:
Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet.
En op Jes. 54:2-3:
Vergroot (verruim) de plaats voor uw tent. Laat men uw tentkleden wijd uitspannen, wees niet terughoudend, verleng uw touwen, sla uw pinnen vast. Want u zult zich rechts en links uitbreiden, uw nageslacht zal de heidenvolken in bezit nemen en de verlaten steden bevolken.
In het woord verruimen (rachav) herkennen wij de woorden rechoboth en Rachab. Rechoboth (ruimten) is de naam van de derde put die de herders van Izak vinden.
Want nu heeft de ENE ruimte gemaakt voor ons en hebben wij vrucht gedragen op het land! (Gen. 26:22).
En als de Israëlieten Kanaän binnenkomen, dan woont daar in Jericho een vrouw met de naam Rachab. Door haar (én voor haar) komt er ruimte voor het volk in het land Kanaän.
Laat men uw tentkleden wijd uitspannen. Letterlijk staat er: de gordijnen van uw tabernakel (miskhan). Het heiligdom wordt uitgespannen. Het woord voor uitspannen of uitstrekken is natah. Van dit woord is ook het mittah (bed) weer afgeleid. De mishkan wordt uitgespannen als een plaats om te rusten. Een plaats om onbezorgd te leven.
Mashiach ben Josef
De overlevering noemt de zoon van de weduwe de Mashiach ben Josef. Hij is de latere profeet Jona. Degene die drie dagen in de buik van de vis verbleef. Juist dit haalt Yeshua haMaschiach aan (Matth. 12:40). De overlevering zegt ook dat de Mashiach ben Josef komt om de grenzen van het land weer te herstellen. Hij komt om ruimte te maken. Als Elijah zich over het kind uitstrekt, dan maakt hij de ruimte waarin het kind kan leven. De apostel Petrus noemt zijn lichaam een tabernakel (2 Petr. 1:13). Elijah doet dat naar de maatstaven van de bovenkamer, van de hemel. David zingt in Psalm 15:1:
HEERE, wie zal verkeren in Uw tent. Wie zal wonen op de berg van Uw heiligheid?
Elijah is degene die de verlossing aankondigt. De wonderlijke vermenigvuldiging van meel en olie is daarvan al een teken. Elijah strekt zich drie keer uit over de jongen. Drie is immers het getal van de verlossing. De drie keer kunnen ook verwijzen naar de drie tijden waarop JHWH ruimte maakt voor zijn volk. De eerste keer is als Izak van Gerar via de bron Rechoboth in BerSheva komt. De tweede keer komen de Israëlieten Kanaän binnen en treffen daar een vrouw met name Rachab. De derde keer zal zijn als de Messias komt en Zijn Koninkrijk zal (be)vestigen.
Want het is de levende Zoon die in Kanaän komt.
Anco van Moolenbroek is auteur van het boek “Ezau, hij is Edom”. Hij verzorgt periodiek het Leerhuis op Radio Israël en blogt voor MessiaNieuws.
Wees de eerste die reageert op "De levende Zoon"