Door Geke van Halteren
Enige weken geleden deelde Messianieuws een persbericht van een informatiebijeenkomst in Bakkeveen over de Talmoed. Afgelopen zondag was het zover en ik heb er een verslag over geschreven. Hopelijk mag het bijdragen aan een meer gebalanceerde kijk op de Talmoed.
Vragen stellen, typisch Talmoed
Het Hebreeuwse woord voor leerling is ‘talmied’. U herkent vast de overeenkomst tussen dat woord en de term ‘Talmoed’. De Talmoed is een ‘boek’ om uit te leren. Tussen haakjes, want het is een verzameling van heel veel commentaren en visies en daarmee eerder een naslagwerk. De Talmoed staat boordevol vragen over Gods Woord, waarover gezaghebbende Joodse geleerden met elkaar in gesprek gaan. De verslagen van die gesprekken, de notulen als het ware, vormen samen de Talmoed.
Mesora, de mondelinge overlevering
Het Jodendom gelooft dat Mozes naast de Tora, die door de vinger Gods is opgeschreven, ook een mondelinge overlevering heeft ontvangen; een toelichting op wat er in de Tora staat. Deze ‘mesora’ (overlevering) moet worden doorgegeven en ontvangen. Iemand die bereid is te ontvangen, krijgt daardoor nieuwe inzichten die hij weer kan doorgeven. Volgens het Jodendom staat deze toelichting op Gods Woord naast het geschreven woord. Het Woord is immers gegeven om te worden toegepast. Daarom is de uitwerking van wat er staat net zo belangrijk als wat je er samen uithaalt. Een belangrijk uitgangspunt daarbij, is dat je vertrouwen hebt in degene die het aan je uitlegt en van wie je dus ontvangt. De ontvanger mag wat hij hoort overdenken en op zich laten inwerken. Het verwerken van wat je leert is een proces. Het is geen verplichting waar dreiging of belofte aan zijn verbonden.
In de Talmoed zijn de uitwerkingen van deze leerprocessen door de eeuwen heen opgetekend. Het is bedoeld om over na te denken en toe te passen in de tijd waarin je leeft. Het is daarbij belangrijk om te beseffen dat Talmoed geen leesboek is, maar een naslagwerk
De kern van de Talmoed is met elkaar zoeken naar de toepassing van Gods Woord in het leven van nu.
Talmoed als basis voor de toekomst
In het Nieuwe Testament zien we dat er binnen het Jodendom de nodige verdeeldheid was. We lezen over verschillende stromingen die met elkaar in conflict zijn, zoals de Herodianen, Farizeeën, Sadduceeën, Grieks denkenden, Essenen en Zeloten. De Talmoed kun je zien als een poging om een basis te leggen voor de toekomst. Daarmee heeft men willen voorkomen dat deze verschillende groepen elkaar bestrijden en er dus verdeeldheid ontstond onder het Joodse volk.
De Talmoed is echter geen statisch boek. De tijden veranderen en er wordt nog steeds gestudeerd op de toepassing van Tora voor de wereld van nu. In Israël zijn er bijvoorbeeld heel veel Jesjieva’s (‘bijbelscholen’) waarin studenten samen studeren op de toepassing van Gods Woord. Het is ook een van de redenen waarom Jacob de Leeuwe aan het vertalen is geslagen. Hij wil laten zien dat het ook voor de tijd waarin wij leven nog relevant is om te blijven studeren op de toepassing van Gods Woord.
Hoe ziet de Talmoed eruit?
Ds. Verwaal laat ons een exemplaar zien van de 20e eeuwse Schottenstein-editie van de Talmoed. De 73 delen van de Talmoed zijn in het Engels, Frans en Modern Hebreeuws gepubliceerd. Leuk detail dat de bladspiegel van deze vertaling is gemaakt door Daniel Bomberg, een christen. De bladspiegel geeft een mooi beeld van de opbouw van de Talmoed:
Aan de linkerkant van de pagina vinden we de Misjna, het oudste commentaar. Rechts van de Misjna staat de Gemara, het commentaar op de Misjna. En rechts daarvan vinden we de latere commentaren van de godsdienstige gezaghebbers, zoals Rashi.
Misjna, gemara en latere commentaren
De Misjna is geschreven in het Hebreeuws en bevat de mondelinge leer en de commentaren daarop van de tanna’iem (onderwijzers). Ook in de tijd van Jezus was dit het uitgangspunt van waaruit men de Tora probeerde toe te passen in het leven van alledag. Het doel van ‘mondelinge’ leer was erover in gesprek blijven hoe je de Tora moet toepassen in de tijd waarin je leeft. Door de mondelinge leer over te leveren met de nodige wijzigingen en toevoegingen, was het een dynamisch geheel en geen statisch document. Toch werd de Misjna rond het jaar 200 op schrift gesteld (gecodificeerd) door Jehuda haNasi, destijds de Patriarch van Galilea. Na de vernietiging van de Tempel raakte het Joodse volk verstrooid in de diaspora en er was geen centraal gezag meer. Men vreesde dat de mondelinge leer verloren zou gaan en daarom werd de Misjna op schrift gesteld.
Later kwam de Gemara daarbij. De Gemara is van 200-500/600 op schrift gesteld in het Aramees. De Gemara bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen, wetsgeleerden, filosofen en anderen op de Misjna. Het zijn uitleggingen van de Tora.
De latere commentaren zijn van de geoniem, die ten tijde van de diaspora het godsdienstig gezag hadden. De meest bekende van deze geoniem was Rashi die rond het jaar 1000 veel van zijn commentaren schreef in het Franse Troyes.
Nieuwe inzichten
De gesprekken over de juiste interpretatie van Tora gaat nog steeds door. De Talmoed is vastgesteld, maar er komen nog steeds nieuwe inzichten bij van nieuwe rabbijnen. Er zijn ook nog steeds Talmoedscholen waar studenten met elkaar studeren op de commentaren uit de Talmoed om zo meer inzicht te krijgen in de interpretatie van Gods Woord. Het doel van deze studie is met elkaar bezig zijn met Tora zodat je Gods woord kunt horen, overdenken en in praktijk brengen.
Voor mensen met een Westerse mindset is het heel lastig om te begrijpen dat er verschillende ‘waarheden’ naast elkaar kunnen bestaan. A kan waar zijn, maar tegelijkertijd is ook B volledig waar. Soms doet de Talmoed een uitspraak, waarin de meerderheid van de interpretaties wordt gevolgd. Het is te vergelijken met een democratie waarin meerdere meningen worden gehoord, maar uiteindelijk een besluit valt op basis van de visie van de meerderheid. Het is daarbij de kunst om de opvatting van de ander te waarderen en de ander niet te minachten om zijn andere mening. Het is in het Joods denken dan ook niet verplicht/ noodzakelijk om consensus te bereiken.
Uitleg bij Gods Woord
Ook in het ‘Nieuwe’ Testament komen we ‘Talmoed’ tegen. We lezen over gesprekken tussen Jezus en de Farizeeën, Sadduceeën en andere Schriftgeleerden waarbij ze interpretaties van Tora met elkaar bespreken. Het onderwijs van Jezus is, net als Talmoed, bedoeld om de Tora te verduidelijken en praktisch te maken. We vinden in de Bijbel vooral de discussies waarin ze het niet met elkaar eens waren. Veel christenen denken daarom dat Jezus het nooit eens was met de Farizeeën. Maar dat is onjuist. Jezus zegt iets interessants over de Farizeeën en Schriftgeleerden:
Mattheus 23:2-3 “De Schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het; maar doe niet overeenkomstig hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.”
De Stoel van Mozes
Waarom moeten de leerlingen van Jezus luisteren naar wat de Farizeeën en Schriftgeleerden zeggen? Omdat ze in de Stoel van Mozes zitten. Het begrip ‘Stoel van Mozes’ duidt op de plek vanwaar de traditie die is doorgegeven vanaf Mozes, wordt uitgelegd.
Jezus zegt dus tegen zijn ‘talmidiem’ (leerlingen) dat ze moeten doen wat de Farizeeën en Schriftgeleerden zeggen. Maar dat ze op hun hoede moeten zijn voor de redenen waarom ze dingen doen, omdat ze dingen zeggen die ze zelf niet doen. Ze doen vroom om door andere mensen gezien en geprezen te worden en daarbij verliezen ze de kern van Tora uit het oog.
Interessant is dat ook in de Talmoed (Sotah 22b) melding wordt gemaakt van verschillende soorten ‘rechtvaardigen’. (Op Sefaria kunt u deze tekst zelf opzoeken). Sommige Farizeeën doen Tora en dwingen anderen het net als hen te doen; anderen doen alsof ze heel vroom zijn, maar geven niet van zichzelf maar alleen van wat ze van een ander hebben gekregen; weer anderen gedragen zich als boekhouder en houden alle plussen en minnen bij. Er zijn ook Farizeeën die niet zo scheutig zijn met goede daden, maar ze alleen doen als anderen het opmerken; er zijn mensen die Tora doen uit vrees voor straf, of om daarmee anderen te laten zien hoe nederig ze zijn. Anderen zijn zo vroom dat ze de wereld om zich heen vergeten. Gelukkig zijn er ook Farizeeën die Tora doen, enkel en alleen uit liefde voor God. Kortom, het lijkt wel op hoe ook christenen kunnen omgaan met Gods Woord.
De Talmoed om Gods Woord te interpreteren
We weten uit Mattheus 5:17-19 dat Tora en Profeten tot het einde der tijden van kracht zijn en autoriteit hebben. Het is dan ook niet vreemd dat de uitleg daarbij ook tot het einde der tijden zal doorgaan. We blijven interpreteren hoe Gods Woord is bedoeld, totdat de hemel en aarde voorbijgaan. Dat is precies de kern van de Talmoed; met elkaar zoeken naar de toepassing van Gods Woord in het leven van nu.
Tijdens de informatiebijeenkomst over de Talmoed was ds. Jak Verwaal aan het woord. Hij is voorganger van een PKN-gemeente in Friesland. 15 jaar geleden kwam hij, samen met andere voorgangers en kerkelijk werkers, in contact met een Joodse rabbijn, die hen zaken over het Jodendom heeft uitgelegd. Hij is voorzitter van de Stichting Talmoed Nederland en in dat verband nauw verbonden met Jacob de Leeuwe. Meneer De Leeuwe werkt aan de vertaling van de Talmoed in het Nederlands. Een enorme klus die hij vol enthousiasme op zich heeft genomen. In de documentaire “Sleutel van het leven” die te vinden is op NPO vind je daarover meer achtergrondinformatie.
Verhelderend, informatief artikel!
Echter zou ik graag een kleine kanttekening plaatsen m.b.t. de layout van een pagina van de Talmud. In de beschrijving staat dat “links de Mishna, rechts daarvan de Gemara en helemaal rechts het commentaar van de geonim” staat.
Het is echter zo dat in de linkerkolom de zgn “Tosafot” (toevoegingen) staan, d.w.z. middeleeuwse commentaren van Franse en Duitse geleerden.
In de middelste kolom staan dan zowel de Mishna als de Gemara. De Mishna begint met het grote versierde woord bovenaan en ergens halverwege die kolom staat dan de afkorting גמ (gimmel-mem met een ‘ erachter), dat staat voor גמרא (gemara, Aramees voor “afronding”).
Tot slot, in de kolom rechts staat uitsluitend het commentaar van Rashi, de bekendste en belangrijkste van de rishonim (vóór hem waren er de geonim).
Verder staan er nog rondom de rand van de pagina een hoop zaken, zoals verwijzingen naar Tenach, naar wetscodexen en andere referentiewerken.
Dank voor het delen van dit artikel, het is hard nodig voor een positiever beeld op de joodse wereld.