‘Gaan christenen door met het bekeren van Joden?’

Foto: Levi Zoutendijk

De ergernis van Joden over evangelisatie onder hun volk zit veel dieper dan de kerkgeschiedenis. “Die ergernis staat los van wat het christendom in die (antisemitische, red.) vroege tijden allemaal over de Jood en diens geloofsleven heeft uitgestort.”

Dat schrijft rabbijn Lody van de Kamp in zijn maandelijkse column in het Nederlands Dagblad. “Ik neem als Jood aanstoot omdat de zending onder Joden datgene wat ze zegt te beogen – het dichterbij brengen van de verlossing – hopeloos vertraagt.”

Vorige week uitte de orthodox-joodse auteur forse kritiek op organisaties als Christenen voor Israël, die Joden zouden willen bekeren. In hetzelfde dagblad nam Christenen voor Israël afstand van die bewering. “Wij hebben geen verborgen agenda”, schreef Israël-predikant Henk Poot.

Volgens Van de Kamp schieten christenen ernstig tekort in hun kennis over het jodendom. “Het christendom mag zich dan wel geënt weten op het Jodendom, maar met betrekking tot de kennis van de boom waarop het geënt zou zijn, is het eigenlijk nooit verder gekomen dan tot een klein takje.”

Het Joodse volk verwachtingsvol naar de toekomst, schrijft de rabbijn in zijn column. “Gewapend met het naleven van de 613 g’ddelijke ge- en verboden uit de Thora, leeft de Jood naar de komst van de Messias toe. Met de Pentateuch in de hand zal de tempel herbouwd worden en zijn offerdienst worden hervat. Er is niets wat de verlossing in de weg kan staan. Wel kan die verlossing vertraagd worden. Dat is wanneer de Jood ontrouw wordt aan die belofte van ‘wij zullen doen en gehoorzamen’.”

Van de Kamp betreurt het feit dat veel Joden God voor gezien houden. “Helaas – de massa van onze Joodse gemeenschap is door secularisatie en assimilatie haar religieuze verplichtingen tegenover de Eeuwige kwijtgeraakt. Dat is de tragiek van het Jodendom van de afgelopen eeuwen. Daar staat dan wel weer tegenover, G’ddank, dat wereldwijd een grote orthodox-Joodse gemeenschap zich dagelijks, met de Thora-wetgeving, voorbereidt op de verlossing.”

Maar, vervolgt Van de Kamp, samen met theoloog Willem Ouweneel schrijver van het boek Joden en christenen. “Er zijn christelijke gelovigen die proberen het restant van die nog wel aan de belofte trouw gebleven Joden van hun gehoorzaamheid aan de Eeuwige af te houden. Zij doen dat door de Jood ervan te overtuigen dat het geloof in de christelijke Messias de Jood toestaat de belofte aan de Eeuwige los te laten.”

Christenen moeten weten “hoeveel irritatie en ergernis dit aan Joodse kant oproept”, aldus Van de Kamp. “Zending onder de Joden is van alle tijden. De wrevel die dat teweegbrengt, ook. In dat opzicht zijn Joden en christenen tot elkaar veroordeeld. Gaan christenen door met het proberen Joden te bekeren? De irritatie hierover zal dan ook tussen ons in blijven staan. De Jood heeft nu eenmaal die belofte aan de Eeuwige gedaan: ‘Wij zullen doen en gehoorzamen.’ Met die belofte komt de Messias ons tegemoet. Zonder die belofte blijft het wachten op zijn komst.”

3 Reactiesop"‘Gaan christenen door met het bekeren van Joden?’"

  1. Marcel den Butter | 06/06/2016 om 21:44 | Beantwoorden

    Ronnie: “Yeshua en al Zijn volgelingen waren Joden die trouw bleven aan de Thora.
    Dat de grote meerderheid van het christendom de Thora opzij zet, neemt niet weg wat de Messias Zelf leert:”

    ‘Al Zijn volgelingen’ waren Joden? Komt dit door een Joodse bril of wishful thinking? Oók uit de volken gingen velen Jezus volgen. Dat waren en zijn écht geen Joden. Waarom mis ik altijd Handelingen 15 en 21, maar ook andere gedeelten uit het NT waar het gaat om het onderscheid tussen Jood en niet-Jood in dit soort antwoorden? Er ís onderscheid. Gelukkig is óók de scheidsmuur weggenomen, maar dat wil niet zeggen dat de gelovigen uit de volken Joods worden. Het onderscheid tussen Jood en niet-Jood was er al en dat wilde Jakobus uitleggen in Handelingen 15:21. De Torah is níet afgeschaft, maar we moeten daar niet uit concluderen dat alle regels in de Torah die voor de Israëlieten golden aan de volken zijn opgelegd.

  2. Roland vd Straaten | 24/05/2016 om 23:04 | Beantwoorden

    Ronnie. Dank voor het commentaar. M.i.helemaal juist.

  3. Wat tragisch dat van de Kamp denkt dat een Jood niet meer de Joodse godsdienst kan navolgen wanneer Yeshua als Messias wordt gezien.

    Yeshua en al Zijn volgelingen waren Joden die trouw bleven aan de Thora.
    Dat de grote meerderheid van het christendom de Thora opzij zet, neemt niet weg wat de Messias Zelf leert:

    Mat. 5: 17-19: ”Meen niet dat ik ben gekomen om de Wet of de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want, voorwaar, ik zeg u: Eer de hemel en aarde vergaan, zal er niet een jota of een tittel van de Wet vergaan, totdat alles zal zijn geschied. Wie dan een van de kleinste geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.’’

    Mat. 23: 1-3: ”Toen sprak Jezus tot de menigte en tot Zijn discipelen: De Schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes. Daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het, maar doe niet naar hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.”

    Er zijn geen Bijbelgedeeltes waarin wordt voorzegd dat er een Messias komt die bepaalde zaken uit de Wet komt afschaffen voor Zijn volgelingen.

    Integendeel, het is verbazingwekkend om te zien wat er wél voorzegd is.

    Neem bijv. Psalm 40: 8-10: ”Toen zei ik: Zie, ik kom; in de boekrol is over mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God! om Uw wil te doen; en Uw Thora is in mijn binnenste. Ik verkondig de boodschap van gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.”

    Dit is in overeenstemming met wat het ‘Nieuwe Testament’ over Yeshua zegt in Joh. 7: 16 en Hebr. 10:7.

    Johannes 7: 16: ”Yeshua antwoordde hun, en zei: Mijn leer is niet van Mij, maar van Degene, Die Mij gezonden heeft.”

    Hebreeën 10: 7: ”Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!”

    De Hebreeënschrijver past de uitspraak uit Psalm 40 dus toe op Yeshua. Het gaat over Hem!

    Yeshua onderhield de Thora dus perfect. Hij hield zich aan de gehele Thora, dus ook aan Deut. 4:2!
    Deuteronomium 4: 2: ”U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de HEERE, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.”

    Yeshua leert aan zijn discipelen om alles wat Hij onderwees ook aan anderen te onderwijzen:

    Mat. 28: 19: ”Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.”

    Dus: Thora volgen, omdat je een volgeling bent van Messias Yeshua!

    Zie ook 1 Joh. 2: 3-4: ‘’ En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.’’

Geef een reactie