Haftarah Qorach gaat over de parallel tussen Gods gezagsbevestiging van Mozes en Aäron en van Samuël en Saul.
Samuëls toespraak bij de vernieuwing van het koninkrijk
Niet lang nadat Sja‘oel (Saul) door de profeet Sjmoe‘El (Samuël) tot koning over Isra‘El was gezalfd (1 S 10:1) werd zijn koningschap beproefd door de Ammonim (Ammonieten; 11:1). Toen Sja‘oel hen verslagen had stelde Sjmoe‘El voor om naar de Gilgal te gaan om daar het jonge koninkrijk te vernieuwen. Dat was nodig omdat eerder niet iedereen zich al voor Sja‘oels koningschap gebogen had (10:27). Gilgal was een bijzondere offerplaats, waar Isra‘El onder Jehosjoea’ hun eerste kamp in het beloofde Land had opgericht (Jz 4:19) na de Uittocht uit Mitsrajim (Egypte). Gilgal was de woonplaats van Sjmoe‘El.
Sjmoe‘El maakte daar aan het volk bekend dat met het aanstellen van een koning hij terugtrad uit zijn ambt als beslechter (Sjofet – Richter; 12:2). Net als Mozes aan het einde van de Uittocht (hoofdonderwerp van het Bijbelboek Devariem (Deuteronomium)), hield Sjmoe‘El hen voor dat alleen als ze alle voorwaarden van het Verbond zouden houden, inclusief de koning, God hen zou zegenen, maar als ze Zijn Verbond zouden verbreken er vloek zou komen. Hij benadrukte hen dat het aanstellen van een koning een groot kwaad was. Isra‘El had immers al een Koning: hun God.
God bevestigde de woorden van Sjmoe‘El met een wonderteken waardoor Isra‘El zeer bevreesd werd. Maar Sjmoe‘El bedaarde hen en zei dat Isra‘El onvernietigbaar was, omdat God aan hen gecommitteerd was (12:22; Rm 11:1-2).
Parallellen
Sidra‘ Qorach (Nm 16:1-18:32) gaat over de rebellie van de Lewie (Leviet) Qorach, samen met enkele Re‘oevennie (Rubenieten) die zo’n 250 prominente Isra‘Elim meetrokken, tegen Mosjéh (Mozes) en de kohen gadol (Isra‘Elitisch hogepriester), ‘Aharon (Aäron). Mosjéh daagde hen uit om net als ‘Aharon met een reukoffer voor God te verschijnen, zodat Hij kon laten zien of hun opstand gerechtvaardigd werd.
God wilde echter heel Isra‘El verwoesten, want Hij kende hun hart. Maar na gebed van Mosjéh en ‘Aharon verwoestte Hij alleen de rebellen (16:32-33, 49). Daarna bevestigde God het dynastieke kohenschap van ‘Aharon (17:8) en gaf hem en de Lewiejim nadere instructies.
De haftarah (1 S 11:14-12:22) heeft een parallel met de opstand tegen het gezag van Mosjéh en ‘Aharon in de Sinaj (Sinaïwoestijn) en de opstand tegen het gezag van Sjmoe‘El en Sja‘oel in het midden van de 11de eeuw v.Chr. De volgorde waarin hier deze Bijbelse personen worden genoemd wijst op geen enkele manier op verbanden. Mosjéh was eerder messiaans leider, terwijl Sjmoe‘El een beslechter en profeet was. Onvergelijkelijk dus. Evenzo, was ‘Aharon kohen gadol, terwijl Sja‘oel koning was van Isra‘El. Dit zijn vier geheel verschillende ambten.
Er is ook een parallel met de woorden van Mosjéh tot God, waarin hij stelt zich nooit te hebben laten beïnvloeden door de rebellen of wie dan ook door geschenken aan te nemen (Nm 16:15). Ook Sjmoe‘El kon dit stellen (1 S 12:3).
Dan is er het parallel met Isra‘Els angst voor God bij Zijn straf over de rebellen tegen Mosjéh en ‘Aharon (Nm 16:34) en Isra‘Els angst voor God toen Hij een wonderteken deed bij de vernieuwing van het koningschap van Sja‘oel (1 S 12:18-19).
Torahgedeelten
De volgende teksten uit deze sidra‘ kunnen opgevat worden als Torah:
• 16:22 De zonde van één man uit de geloofsgemeenschap kan niet afgerekend worden aan de hele geloofsgemeenschap (Dt 24:16; Jr 31:30; Ezech 18:4, 20).
• 16:40 Een onbevoegde mag niet naderen om de eredienst aan God te verrichten, maar alleen de kohaniem (Isra‘Elitische priesters) die door God daartoe zijn aangesteld (*18:4). Dus ook de Lewiejiem (Levieten) niet.
De met een * aangegeven bepaling is door de rabbijnen vastgesteld als mitswot uit de 613. In deze sidra‘ staan volgens de rabbijnen 9 mitswot.
Volgende week: Choeqqat over de parallellen in de agressie van omringende natiën tegen Isra‘El.
Bijbelleraar Marco van Putten is gespecialiseerd in Judaïca en de rabbijnse wereld; in de wekelijkse Parasjah prikkelt hij gelovigen na te denken over de Hebreeuwse wortels van het geloof.
Wees de eerste die reageert op "Haftarah – Qorach"