Israëli’s wantrouwen Bibi en zijn tevreden met hun land

In een jaar waarin de Israëli’s twee mislukte nationale verkiezingen hebben overleefd (de derde Knesset-verkiezingen worden in maart gehouden), is het vertrouwen in de regering en de over­heids­instel­lingen voor­spel­baar afgenomen.

Dit is het resultaat van een onderzoek voor de Israeli Democracy Index 2019, die nu door The Israel Democracy Institute is overgedragen aan president Re’oeven Rivlin.

58 procent van de Israëli’s (zowel de Joden als de Arabieren) gaven aan dat ze geloofden dat de leiders van de natie corrupt waren. Dit is 11 procent meer dan in 2018. Slechts 30 procent sprak zijn vertrouwen uit in de regering of de Knesset.

Het is opmerkelijk dat het onderzoek afgelopen mei is uitgevoerd, voordat de eerste Knesset-verkiezingen geen regering opleverden en voordat premier Benjamin Netanyahu werd aangeklaagd wegens corruptie. Het is heel goed mogelijk dat het percentage Israëli’s dat de regering wantrouwt nu veel hoger ligt.

Tegelijkertijd beschrijft minstens de helft van alle Israëli’s de algemene situatie in het land nog steeds als goed of zeer goed. Nog eens een derde van de ondervraagden zegt dat de algemene situatie middelmatig is.

Door de onstabiele situatie in Israël en het Midden-Oosten en het toenemende antisemitisme in het buitenland wordt er politiek gezien meer belang gehecht aan de opvattingen van de diaspora-Joden. Maar volgens het onderzoek wil 60 procent van de Israëlische Joden niet dat de regering bij het nemen van belangrijke beslissingen rekening houdt met de opvattingen van Joden uit de hele wereld. En slechts een krappe 51 procent meerderheid gelooft dat de Joden in Israël en die in de diaspora een gemeenschappelijk lot delen.

Zoals de afgelopen zes verkiezingen hebben aangetoond, neigt een solide meerderheid van de Israëlische Joden naar de rechterkant van het politieke spectrum, terwijl de diaspora-Joden, vooral in de VS en Europa, over het algemeen liberaal en links zijn.

Overgenomen van Israeltoday.nl