Het eiland Malta herbergt vele geheimenissen. Vakantiegangers die Malta hebben bezocht zullen ongetwijfeld de prehistorische megalithische overblijfselen hebben gezien die doen denken aan een tijd waarin de reuzen op aarde hebben geleefd.
Toen de eerste tempel in 1916 werd ontdekt, dachten de mensen dat het door reuzen moest zijn gebouwd. Er zijn enorme stenen gebruikt tot wel acht meter hoog. Daarom noemden ze het Ggantija (Giant Temples). Overblijfselen van machtige tempels en raadselachtige “karrensporen” in de rotsen, openbaren een verleden waar de archeologie nauwelijks weet van heeft. De stenen monumenten dateren volgens schattingen uit 3600 v. Chr.
Men kan niet meer dan alleen maar gissen naar wat hier werkelijk is gebeurd. Geen legenden, geen overleveringen, niets, alleen maar het verhaal dat de Feniciërs de bouwers zouden zijn geweest, maar deze verschenen pas veel later ten tonele.
Wat zijn het voor wezens geweest die op Malta hun centrum hebben gehad? De bouwers bouwden hun tempels met waarlijk monumentale fantasie. Het zijn geweldige cultusoorden waarvan de fundamenten uit tonnen zware van zes tot wel acht meter hoge, vrijwel voegloos aaneengeschakelde blokken bestaan.
In al deze tempels zijn beeldjes gevonden, vervaardigd van klei. Deze beeldjes, die vrouwen voorstellen, lijken op zwangere vrouwen die een zware vrucht te dragen hebben. De lichamen zijn bijzonder opgezwollen alsof ze zware kinderen moeten baren. De kuiten zijn niet meer herkenbaar, de zwelling van het lichaam begint al bij de voeten.
Vele figuren tonen een gebogen arm die op de borst rust alsof de vrouw haar pijn of angst voor de geboorte wilde uiten. Deze beeldjes lijken een aanwijzing te zijn dat de vrouwen in verwachting zijn van reuzenkinderen, dat ze een meer dan normaal embryo dragen en dat het abnormale gewicht van de vrucht het hele lichaam naar benden trok. In de Kebra Negast, een Ethiopisch geschrift staat in hoofdstuk 100 de volgende tekst:
Maar de dochters van Kaïn, aan wie de engelen zich hadden vergrepen werden zwanger, de meesten konden echter niet baren en stierven. Anderen kwamen eruit doordat zij de buik van hun moeder spleten. Bij de navel kwamen zij eruit. Toen zij dan ouder werden en opgroeiden, zie zij werden reuzen.
Op het nabijgelegen eiland Gozo zijn honderden zogenaamde karrensporen te zien. De sporen gaan door valleien en lopen over bergen, soms liggen er een aantal naast elkaar als een groot rangeer-emplacement voor treinen. In een aantal gevallen lopen de sporen rechtstreeks de diepten van de Middellandse-zee in, en weer anderen eindigen abrupt op een steil rif.
Nog niet zolang geleden nam men aan dat de sporen die de zee inlopen enkele meters voor de kust, onder water zouden eindigen en daarom in een periode zouden kunnen zijn ontstaan toen de Middellandse Zee een lagere waterstand had. Maar nee, de sporen lopen ook op grote diepte verder de zee in. Geen mens weet waarvoor dit bodemlabyrint diende en wie het heeft ontworpen en aangelegd. Vaststaat dat in vroegere tijden op Malta en op de nabijgelegen eilanden iets unieks heeft plaatsgevonden.
Een aantal schrijvers hebben de overblijfselen op Malta in verband gebracht met het verhaal van Homerus, waarin de zwerftochten van Odyseus, de koning van Ithaca beschreven worden. Door zware stormen naar kaap Melea aan de zuidoostpunt van de Peloponnesus uit de koers geslagen, komt hij met zijn schepen aan op het eiland der Cyclopen, de eenogige reuzen.
Sommige onderzoekers menen dat Sicilië het eiland der cyclopen is geweest terwijl anderen het houden op Malta. Het verhaal vertelt dat een der Cyclopen, de reus Polyphemos, Odysseus met zijn twaalf makkers gevangen zet in een grot, waarvan hij de toegang afsloot met een gigantische steen. Poluphemos zelf kon de grot naar believen in en uit gaan. Hij pakte de steen gewoon op en zette die achteloos opzij, maar voor Odysseus en zijn mannen was er geen beweging in de steen te krijgen. Polyphemos was de eenogige zoon van Poseidon. Volgens de Griekse mythologie waren de reuzen op het Cyclopen-eiland allen godenzonen.
Bestaat er een mythologische relatie met wat eens werkelijkheid is geweest? Als Homerus niet louter verhaaltjes vertelde, maar tenminste de kern van werkelijke gebeurtenissen in zijn Odyssee weergaf, dan kunnen de diepe sporen in de bodem van Malta en de megalithische tempels rechtstreeks iets met de Bijbelse hemelzonen of hun nakomelingen te maken hebben.
Franklin ter Horst is schrijver.
Op het internet kan je tegenwoordig veel lezen over alles en nog wat, ook over reuzen waarvan men sporen vind in alle landen van de wereld.
Wat is waar en wat niet? In de Bijbel kennen wij ook de bekende verhalen van Goliath en de koning van Og. Maar de vele andere verhalen van reuzenvolken waar Mozes tegen aan loopt, Jozua en vele anderen zijn niet zo bekend. Toch staat de Bijbel er vol van en niet alleen voor de zondvloed. Het is een kwestie van geloof je de hele Bijbel, dat het , het woord van God is, God die niet kan liegen. Of kiezen wij welk verhaal waar is en wat een verzinsel. Reuzen in Malta misschien beter de vraag waar wan geen reuzen! shalom