Parasha חקת chuqath, voorschrift. We lezen Numeri 19:1-22:1; uit de Haftara lezen we Richteren 11:1:33 en uit het NT lezen we Johannes 3:10-21.
De Parasha begint met de regels rond het slachten van de rode vaars, waarbij ook meteen blijkt dat Aharon al niet meer ‘in charge’ is want de vaars moet aan zijn zoon El’azar אלעזר (God heeft geholpen) worden gegeven, die met zijn vinger in het bloed ervan moet dopen en zevenmaal sprenkelen in de richting van de ontmoetingstent. Daarna moet de vaars worden verbrand. Dit gebeurt allemaal buiten het kamp. Vergelijk dit met Hebreeën 13:11,12 waar de schrijver dit gebeuren vergelijkt met het offer van de Messias, ook buiten de poort. De as van de vaars wordt bewaard op een reine plek buiten het kamp en ter reiniging gebruikt voor het komende jaar.
Zowel Mirjam als Aharon sterven in deze Parasha; een dubbele klap voor Moshe. Voordat Aharon sterft, gaat hij met zijn zoon El’azar en met Moshe de berg Hor op en God geeft bevel dat zijn kleren nu doorgegeven worden aan El’azar. Kleren maken de man; de tuniek maakt de priester. Met de kleren krijgt El’azar ook de verantwoording van het priesterschap op zijn schouders. Aharon zal nu ‘verzameld’ worden, verenigd bij zijn voorvaderen: יעסף je‘asef, wat ook betekent: binnengehaald worden, als ziel geoogst worden, weggeraapt worden. De ziel van Aharon wordt hier geoogst, binnengehaald door God en hij overlijdt; is over het lijden heen.
Het volk klaagt en klaagt, nu weer over water. Moshe slaat op de rots, tegen Gods orders in. Het kost hem en Aharon de binnenkomst in het heilige land. De rots is niet zomaar een rots, maar de meetrekkende Messias, volgens Paulus in 1 Corinthiërs 10:4.
God is het geklaag van het volk beu en zendt vurige slangen die velen weten te doden. Op hun berouw geeft God aan Moshe bevel om een koperen slang נחש נ=50, ח=8, ש=300, (samen 358) op een staak te plaatsen, beeld van de Messias משיח)מ=40, ש=300, י=10 en ח=8, samen 358). Zoals Gods aanwezigheid te vinden is in de grammatica van het Hebreeuws, zo zien we ook een betekenis in de gematria/getalswaarde van de beide woorden slang en Messias; de getalswaarde van beide woorden is 358. De Messias wordt later in de heilsgeschiedenis ook op een staak geplaatst en een ieder die opziet naar Hem in geloof, wordt gered van de dood. Er staan geen toevalligheden in de Bijbel.
In Johannes vertelt Jehoshua dat God de wereld alzo lief heeft gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gestuurd opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft, zie op dus naar Hem, zoals het volk Israël mocht opzien naar de koperen slang.
In de Haftara wordt de gehele geschiedenis van de trek door de woestijn van het volk door Jefta herhaald wanneer de Ammonieten aanspraak denken te maken op het land.
Het lijkt verdacht veel op de tegenwoordige tijd waarin Arabieren, die zich Palestijnen noemen, ook aanspraak denken te maken op dit land, wat God al zo lang geleden aan de nazaten van Abraham heeft beloofd. God spreekt hiervan in Ezechiël 35:10. Men vertelt er zelfs bij dat zij afstammen van de vroegere Filistijnen, maar helaas voor hen hebben die een andere voorvader. Ook zij kunnen gered worden door geloof, door simpel op te zien naar Hem en te geloven, wat zou dat veel problemen oplossen en waarom zouden wij daar niet voor bidden? Shabat shalom!
God overwint!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël.
Wees de eerste die reageert op "Parasha Chuqath: een dubbele klap voor Moshe"