Shabbats­lezingen: God luistert naar voorbede

Het volk Israël had het telkens weer verbruit bij God. Na het ontvangen van de Tien Woorden dansen zij rond een gouden kalf. Zij gaan het Beloofde Land niet binnen door hun onge­loof. Telkens springt Moses voor hen in de bres en bidt tot God, en God verhoort.

De Bijbelgedeelten voor de komende Shabbat Ekev (Wanneer je volgt) zijn:
✡ Torahlezing: Deuteronomium 7:12 – 11:25,
✡ Profetenlezing: Jesaja 49:14 – 51:3,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Hebreeën 11:8-13.

In verband met het thema wijken we daarvan af

Een gedeelte uit de Torahlezing: na het Gouden Kalf
Verder sprak de HEERE tot mij: Ik heb dit volk gezien en zie, het is een halsstarrig volk. Laat Mij begaan, dan zal Ik hen wegvagen en hun naam van onder de hemel uitwissen. Dan zal Ik u tot een volk maken machtiger en talrijker dan dit.
Toen keerde ik mij om en daalde van de berg af – de berg brandde van vuur en de twee tafelen van het verbond waren in mijn beide handen. Ik keek toe en zie: u had tegen de HEERE, uw God, gezondigd; u had voor uzelf een gegoten kalf gemaakt. U was (al) snel afgeweken van de weg die de HEERE u geboden had! Toen pakte ik de twee tafelen, wierp ze uit mijn beide handen weg en brak ze voor uw ogen in stukken.
En ik wierp mij neer voor het aangezicht van de HEERE, net als de eerste keer, veertig dagen en veertig nachten. Ik at geen brood en dronk geen water, vanwege al de zonde die u begaan had, door te doen wat slecht is in de ogen van de HEERE om Hem tot toorn te verwekken. Want ik was bevreesd vanwege Zijn toorn en grimmigheid: de HEERE was zo toornig op u dat Hij u (wilde) wegvagen. De HEERE verhoorde mij echter ook die keer. Ook op Aäron was de HEERE zo toornig dat Hij hem (wilde) wegvagen; maar ik bad in die tijd ook voor Aäron.
Maar ik nam uw zonde, het kalf dat u gemaakt had, en ver­brandde het met vuur. Ik verbrijzelde het en vermaalde het grondig, totdat het tot stof verpulverd was. En het stof ervan gooide ik in de beek die van de berg afloopt.
Ook bij Tabera, Massa en Kibroth-Taäva maakte u de HEERE zeer toornig.

En toen de HEERE u vanuit Kades-Barnea (op weg) zond en zei: Trek op en neem het land dat Ik u gegeven heb in bezit, was u het bevel van de HEERE, uw God, onge­hoor­zaam: u geloofde Hem niet en gehoor­zaamde Zijn stem niet. U bent onge­hoor­zaam geweest aan de HEERE vanaf de dag dat ik u ken.
Ik wierp mij neer voor het aan­gezicht van de HEERE, die veertig dagen en veertig nachten dat ik mij neer­gewor­pen had, omdat de HEERE gezegd had dat Hij u zou wegvagen. En ik bad tot de HEERE en zei: Heere HEERE, richt Uw volk en Uw eigen­dom toch niet te gronde, dat U door Uw grootheid verlost hebt, dat U met sterke hand uit Egypte hebt geleid. Denk aan Uw dienaren, Abraham, Izak en Jakob; schenk geen aandacht aan de hard­leers­heid van dit volk, aan zijn godde­loos­heid, en aan zijn zonde; anders zal het land waar U ons uit geleid hebt, zeggen: Omdat de HEERE hen niet kon brengen in het land waarover Hij tot hen gesproken had, en omdat Hij hen haatte, heeft Hij hen uitgeleid, om hen te doden in de woestijn. Zij zijn toch Uw volk en Uw eigendom, dat U met Uw grote kracht en met Uw uitgestrekte arm hebt uitgeleid!

Deuteronomium 9:15-29 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing: Davids volkstelling
Joab gaf David het aantal van het getelde volk: er waren in heel Israël één miljoen honderdduizend man die het zwaard konden hanteren, en in Juda vierhonderdzeventigduizend man, die het zwaard konden hanteren. Levi en Benjamin telde hij echter onder hen niet, want Joab had een afschuw van het woord van de koning.
En deze zaak was slecht in de ogen van God, daarom trof Hij Israël.
Toen zei David tegen God: Ik heb zwaar gezondigd, (omdat) ik deze zaak gedaan heb. Maar nu, neem de ongerechtigheid van Uw dienaar toch weg, want ik heb heel dwaas gehandeld.
De HEERE sprak tot Gad, de ziener van David: ‘Ga (op weg) en spreek tot David: Zo zegt de HEERE: Drie dingen leg Ik u voor; kies er voor u één daarvan uit, dan zal Ik dat bij u doen.’ Toen kwam Gad naar David, en zei tegen hem: ‘Zo zegt de HEERE: Kies voor u: óf drie jaar hongersnood, óf drie maanden weg­ge­vaagd worden voor uw vijanden, terwijl het zwaard van uw vijanden u inhaalt; óf drie dagen het zwaard van de HEERE: de pest in het land, met de engel van de HEERE die in heel het gebied van Israël verderf aanricht. Welnu, zie wat voor antwoord ik Hem Die mij gezonden heeft, moet brengen.’
Toen zei David tegen Gad: ‘Het benauwt mij zeer. Laat mij toch in de hand van de HEERE vallen, want Zijn barmhartigheid is zeer groot. Laat mij echter niet in de hand van mensen vallen.’
Toen gaf de HEERE (een uitbraak van) de pest in Israël. En er viel van Israël zeventigduizend man. Vervolgens zond God een engel naar Jeruzalem om er verderf aan te richten. Maar toen hij er verderf aan­richtte, zag de HEERE het, en Hij kreeg berouw over dit kwaad, en Hij zei tegen de engel die verderf onder het volk aan­richtte: ‘Het is genoeg, trek uw hand nu terug’.
Nu stond de engel van de HEERE (op dat moment) bij de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet. Toen David zijn ogen opsloeg, zag hij de engel van de HEERE staan tussen de aarde en de hemel, met zijn uitge­trok­ken zwaard in zijn hand, uitge­strekt over Jeruzalem. Toen wierpen David en de oudsten, gehuld in rouwgewaden, zich met hun gezichten (ter aarde). David zei tegen God: Ben ik het niet die gezegd heb dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en volstrekt kwalijk gehandeld heb, maar deze schapen, wat hebben zij gedaan? HEERE, mijn God, laat Uw hand toch tegen mij en tegen mijn familie zijn, maar niet als een plaag tegen Uw volk.
Toen zei de engel van de HEERE tegen Gad dat hij tegen David moest zeggen dat David (de heuvel) op moest gaan om voor de HEERE op de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet, een altaar op te richten. En David ging naar boven, overeen­komstig het woord van Gad, dat hij in de Naam van de HEERE gesproken had.

1 Kronieken 21:5-19 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Daarom, omdat ook ik gehoord heb van het geloof in de Heere Jezus onder u, en van de liefde voor alle heiligen, houd ik niet op voor u te danken, als ik in mijn gebeden aan u denk, opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heer­lijk­heid, u de Geest van wijsheid en van open­baring geeft in het kennen van Hem, (namelijk) verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen, en wat de alles­ over­tref­fende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, over­een­komstig de werking van de sterkte van Zijn macht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heer­schappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende.
Efeze 1:15-21 (HSV)

God luistert naar voorbede
Het volk Israël had het wel goed verbruit. Pas hadden zij de Tien Woorden ontvangen van God, de leefregels die hen onderwijzen geen andere god te dienen dan de Heere, of zij dansen rond een gouden kalf. Wat het volk had gedaan met deze zonde, liet Moses hen goed merken door de twee stenen platen met de Geboden aan scherven te werpen.
God wilde zelfs het volk wegvagen en met Moses een nieuw begin maken. Maar op Moses langdurige vasten en voorbede voor het volk en voor de hogepriester Aäron verhoorde de Heere hem, en spaarde het volk.

Niet zo lang daarna naderde het volk de grens van het beloofde land. Verkenners werden uitgestuurd, en het volk Israël hechte meer geloof aan hun verhalen over versterkte steden dan aan de opdracht van God om het land in bezit te nemen. Weer dreigde God om het volk dan maar weg te vagen. Weer sprong Moses in de bres voor zijn volk, hij bad en smeekte voor hen.
Hij herin­nerde God aan zijn beloften gedaan aan de aarts­va­ders Abraham, Izak en Jakob. Hij herinnerde God er aan, dat de Egyp­te­naren Hem zouden bespot­ten, wanneer Hij het volk dat Hij had uitgeleid, niet in het beloofde land kon brengen. En God verhoorde Moses.

Moses vertelt al deze gebeurtenissen aan het volk in zijn lange afscheidsrede, opdat zij leren wat voorbede is, zich vernederen voor God, in de bres springen voor anderen, de schuld van het volk tot je eigen schuld maken, God herinneren aan zijn beloften.

Moses vervulde met zijn voorbede de messiaanse rol, die Jezus later zou vervullen na zijn opstanding en hemelvaart. Hij is de ware hogepriester, die voor Gods troon pleit voor het leven van zijn volk

‘Onderschat nooit hoe krachtig gebed is!’, schrijft Sarah Young in haar dagboekje ‘Ik ben altijd bij je’. Mensen die zich ontmoedigd of wanhopig voelen, zeggen vaak dingen zoals”We kunnen niets anders meer doen dan bidden”. Dat sugge­reert dat gebed hun laatste hulp­middel is – en een twijfel­achtig hulp­middel boven­dien. Ze kunnen er niet verder naast zitten!’
‘Toen Jezus als mens van vlees en bloed in onze wereld leefde, was bidden tot zijn Vader zijn belang­rijkste bron van kracht. Hij wist maar al te goed dat Hij voortdurend afhankelijk was van zijn hulp.’

Toen zij op de plaats kwamen die Schedel genoemd werd, kruisigden ze Hem daar, met de misdadigers, de één aan de rechter- en de ander aan de linkerzijde. En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. (Lukas 23:33-34a)

4 Reactiesop"Shabbats­lezingen: God luistert naar voorbede"

  1. Beste M. Of wij het wel of niet zien, alles is voor en door Yeshua. Wellicht bedoel je hetzelfde, maar voor de duidelijkheid. Hij is het doel en Hij is Het levend geworden Woord van JHWH, er is maar 1 licht, 1 weg Yeshua. 4 Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God.5 En Mozes is wel getrouw geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die daarna gesproken zouden worden;6 Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en den roem der hoop tot het einde toe vast behouden. Mozes is de grootste Profeet maar wel na Yeshua. En idd is Zijn werk nog niet klaar, het herstel van alle dingen gaat Hij nog doen. Maar wat alleen God kon doen heeft Hij gedaan, het verbond is hersteld en de bruid is weer hertrouwd. Dat Hij nog 1 keer Zijn kinderen gaat bevrijden door een 2de exodus om het verbondsbelofte 100% te maken, is aanstaande. Wat Mozes op kleine schaal heeft gedaan als profetie, gaat Yeshua straks wereldwijd doen. shalom Raymond

  2. Beste Raymond, Dat de Here Jezus groter is dan Mosjeh is wel waar (staat hierboven in mijn vierde punt), maar dat zien wij grotendeels niet en is ook (nog) niet geopenbaard. Wij kunnen dat maar deels bevatten. Dat is tot nu toe alleen een gegeven in de spirituele wereld. We moeten niet doorschieten of vooruitlopen als het gaat om de verheerlijking van de Here Jezus. Wij moeten Hem eren om wat over Hem als feit bekend is en het daar bij laten. Profetie heeft pas feitelijke betekenis als het vervuld is. Wat onvervuld is, kan alleen hoop geven. Het meeste ligt dus nog in het verschiet. In tegenstelling tot wat wereldgodsdiensten beweren: dat ze alles al hebben ontvangen en alles vervuld is.

    Doordat de Here Jezus zei dat niets van de Torah opgeheven kan worden tot het einde der dingen en Hij daar ook naar handelde, geeft aan dat Zijn aardse werk in het kader stond van Mosjeh (mijn eerste punt hierboven). Tot op heden blijft het feit dat Mosjeh Isra’El naar Gods Verbond heeft geleid en naar het beloofde Land. Daar kan het aardse werk van de Here Jezus niet aan tippen. Sterker, Zijn aardse werk is daarop gebaseerd. Wat Hij daarnaast geestelijk heeft verkregen is grotendeels (nog) onzichtbaar voor ons, hoewel wel merkbaar voor wie geestelijk is (wederomgeboren). Toch heeft de christenheid de meeste aandacht voor dat wat nog geen feit is en niet geopenbaard is en er hele boekenverzamelingen over vol van geschreven. In die zin is de christenheid meer esoterisch (gericht op de verborgen/spirituele wereld) dan ze van zichzelf denkt.

  3. Hoewel Mozes de grootste Profeet was, was hij en alles wat er verder in de Bijbel staat ondergeschikt aan Yeshua (Jezus), die het Woord levend geworden was en is. Yeshua de Messias die de Torah tot volledigheid moest brengen en niet tot een einde zoals velen geloven. Mozes een ‘beeld’ van de Messias die als Mozes zou zijn. Mozes zei oa in Deut.18:18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.19 En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het zoeken. Yeshua deed dezelfde tekenen die Mozes deed als bewijs dat Hij DE Profeet is die door JHWH werd belooft. Het Probleem van echt geloof is echter nog niet opgelost. Zoals Mozes niet werd gelooft, zo ook JHWH niet zo ook Yeshua niet. Hardleersheid lijkt nog steeds erfelijk.

  4. Prima om Mosjeh (Mozes) in verband te brengen met de Here Jezus. Iets wat vrijwel nergens in de christenheid gebeurt. Maar het is wel belangrijk om dubbel te onderstrepen dat:
    – tot op heden niemand groter profeet was dan Mosjeh en het aardse werk van de Here Jezus in het kader van Mosjeh stond
    – Mosjeh nooit Isra’Elitisch hogepriester was, maar groter was dan ‘Aharon, want hij zalfde ‘Aharon in dat ambt
    – de Here Jezus nooit hogepriester is geweest op aarde, maar hogepriester is van een andere orde en Verbond als dat van ‘Aharon. Maar dat wij juist op aarde een hogepriester nodig hebben!
    – de Here Jezus groter is dan Mosjeh in geestelijke zin, want Hij bestond al voordat Mosjeh er was en het Verbond dat door Hem werd ingewijd is beter dan dat Mosjeh inwijdde.

Geef een reactie