Shabbats­lezingen: Pesach, teken van Gods Koninkrijk

Jezus en zijn discipelen vierden Pesach. Bij de maaltijd dronken zij viermaal een beker wijn, gedenkend het uitleiden, redden, verlossen en aannemen als volk. Met een vijfde beker gaf Jezus aan dat het Koninkrijk van God is begonnen, en stelde Hij het heilig avondmaal in.

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Pesach (Paasfeest) zijn:
✡ Torahlezingen: o.a. Exodus 6, 12 en 13,
✡ Profetenlezing: Jozua 5:2 – 6:1,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: b.v. Lukas 22:7-20.

Een gedeelte uit de Torahlezing
De HEERE zei tegen Mozes en tegen Aäron in het land Egypte: Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar.
Spreek tot heel de gemeenschap van Israël: Op de tiende dag van deze maand moet ieder voor zich een lam per familie nemen, een lam per gezin. Maar als het gezin te klein is voor een lam, dan moet hij er samen met de buurman, die het dichtst bij zijn gezin woont, één nemen, overeenkomstig het aantal personen. U moet bij het lam rekening houden met wat ieder eten kan. U moet een lam zonder enig gebrek hebben, een mannetje van een jaar oud. U moet het van de schapen of van de geiten nemen. U moet het in bewaring houden tot de veertiende dag van deze maand, en heel de verzamelde gemeenschap van Israël zal het slachten tegen het vallen van de avond. En zij zullen van het bloed nemen en het aan de beide deurposten strijken en aan de bovendorpel, aan de huizen waarin zij het eten zullen.
Zij moeten het vlees dezelfde nacht nog eten; op vuur gebraden, met ongezuurde broden, en met bittere kruiden moeten zij het eten. U mag daarvan niets rauw eten, en zeker niet in water gekookt, maar alleen op vuur gebraden, met zijn kop, met zijn poten en zijn ingewanden. U mag daarvan ook niets overlaten tot de morgen. Wat er de volgende morgen van over is, moet u met vuur verbranden. En zo moet u het eten: uw middel omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand. U moet het met haast eten, het is Pascha voor de HEERE.
Want Ik zal in deze nacht door het land Egypte trekken en alle eerstgeborenen in het land Egypte treffen, van de mensen tot het vee. En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten voltrekken, Ik, de HEERE. En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen.
Deze dag moet voor u een gedenkdag worden. U moet hem vieren als een feest voor de HEERE. U moet hem vieren als een eeuwige verordening, al uw generaties door. Zeven dagen moet u ongezuurde broden eten. Meteen op de eerste dag moet u het zuurdeeg uit uw huizen wegdoen, want ieder die iets gezuurds eet, van de eerste tot de zevende dag, die persoon moet uit Israël worden uitgeroeid.

Exodus 12:1-15 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
In die tijd zei de HEERE tegen Jozua: Maak u stenen messen en besnijd de Israëlieten opnieuw, voor de tweede keer. Toen maakte Jozua voor zich stenen messen en besneed de Israëlieten op de Heuvel van de voorhuiden. Dit was de reden waarom Jozua hen besneed: heel het volk dat uit Egypte getrokken was, de mannen, alle strijdbare mannen, waren onderweg gestorven in de woestijn, nadat zij uit Egypte getrokken waren.

En het gebeurde, toen zij het besnijden van heel het volk voltooid hadden, dat zij op hun plaats bleven in het kamp tot zij genezen waren. Verder zei de HEERE tegen Jozua: Vandaag heb Ik de smaad van Egypte van u afgewenteld. Daarom gaf men die plaats de naam Gilgal, tot op deze dag.
Terwijl de Israëlieten in Gilgal hun kamp hadden opge­slagen, hielden zij het Pascha op de veer­tiende dag van die maand, in de avond, op de vlakten van Jericho. Zij aten de dag na het Pascha van de opbrengst van het land, onge­zuurde broden en geroosterd graan, op diezelfde dag.
Het manna hield de volgende dag op, nadat zij van de opbrengst van het land gegeten hadden. En de Israëlieten hadden geen manna meer, maar zij aten in dat jaar van de opbrengst van het land Kanaän.

Jozua 5:2-5 en 8-12 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
De dag van de ongezuurde (broden) brak aan, waarop men het Pascha moest slachten. En (Jezus) stuurde Petrus en Johannes eropuit en zei: Ga heen, maak voor ons het Pascha gereed, zodat wij het kunnen eten. Zij zeiden dan tegen Hem: Waar wilt U dat wij het gereed maken?
En Hij zei tegen hen: Zie, als u de stad binnengaat, zal iemand u tegemoetkomen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat. En u zult tegen de heer des huizes zeggen: De Meester zegt u: Waar is de eetzaal waar Ik het Pascha met Mijn discipelen eten zal? En hij zal u een grote bovenzaal wijzen, die volledig is ingericht. Maak het daar gereed.
Zij nu gingen weg en vonden het zoals Hij hun gezegd had; en ze maakten het Pascha gereed.
En toen het uur gekomen was, ging Hij aan tafel aanliggen, en de twaalf apostelen met Hem. En Hij zei tegen hen: Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden. Want Ik zeg u dat Ik daar zeker niet meer van zal eten, totdat het vervuld is in het Koninkrijk van God.
En nadat Hij een drinkbeker genomen had en gedankt had, zei Hij: Neem deze en deel hem onder elkaar. Want Ik zeg u dat Ik niet drinken zal van de vrucht van de wijnstok, totdat het Koninkrijk van God gekomen is. En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.

Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.
Evenzo (nam Hij) ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondigt u de dood van de Heere, totdat Hij komt.

Lukas 22:7-20 en 1 Korinthe 11:23-26 (HSV)

De vijfde drinkbeker wijn
De evangelisten vertellen ons, dat Jezus met zijn discipelen Pesach vierden, het feest van de uittocht uit Egypte. Een feest waarbij een lam werd geroosterd en gegeten, en waarschijnlijk naast de bekende matses ook gerechten op tafel stonden die in deze tijd op de sedertafel liggen, bittere kruiden zoals mierikswortel, cheret, radijs, selderie of peterselie. Een schaaltje zout water waarin groenten worden gedoopt herinnert aan de tranen van de Israëlieten. Charosèt, een mengsel van wijn, vruchten, noten, amandelen, vijgen, dadels, granaat­appels en specerijen heeft een kleur doet denken aan klei, en herinnert er aan, dat de Israëlieten als slaven stenen moesten bakken.

Tijdens de maaltijd wordt vier maal een beker (of een beetje) wijn of druivensap gedron­ken. Elke beker heeft zijn eigen betekenis: uitleiden, redden of bevrijden, verlossen of loskopen, en aannemen als Gods eigen volk.
De vier bekers zijn gebaseerd op verzen uit Exodus 6:1-7: Toen sprak God tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE. Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest. Ook heb Ik Mijn verbond met hen gesloten om hun het land Kanaän te geven, het land van hun vreemdelingschap, waarin zij als vreemdeling verbleven. Bovendien heb Ik Zelf het gekerm gehoord van de Israëlieten, die de Egyptenaren voor zich laten werken, en Ik heb aan Mijn verbond gedacht.
Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn. Dan zult u weten dat Ik de HEERE, uw God, ben, Die u uitleidt van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren.
Ik zal u brengen in het land waarvoor Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak en Jakob geven zou. Ik zal het u in erfelijk bezit geven, Ik, de HEERE.

Een vijfde beker wijn staat gevuld klaar, en ook een lege stoel voor Elia. Want deze profeet zal, volgens de verwachtingen, terugkeren als voorbode van de komende Messias.

Na de maaltijd nam Jezus de drinkbeker, zoals we gelezen hebben, en liet die rondgaan. De maaltijd was voorbij, alle bekers waren leeggedronken, het moet dus de beker voor Elia zijn geweest, de enige gevulde beker. Daarmee gaf Jezus aan, dat het Messiaanse rijk is begonnen. Het nieuwe rijk breekt aan met zijn dood en opstanding. Dit wijst op de vijfde belofte uit Exodus 6:7, brengen in het land, in het Koninkrijk van God. Dit mogen wij gedenken door het vieren van het heilig avondmaal.

Ik las in een artikel over de vier offers die Jezus bracht, terwijl Hij hing aan het kruis:
1. Het offer van vrijheid en bezittingen. Terwijl de soldaten Hem kruisigden, werd Hem alles afgenomen, zelfs de kleren die Hij aan had.
2. Het offer van recht, positie en eer. Biddende om vergeving voor hen die Hem kruisigden gaf Hij alles prijs waarop Hij recht had.
3. Het offer van liefde en geborgenheid. Hij schreeuwde het uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Zijn liefste vrienden, ja zelfs zijn Vader in de hemel offerde Hij op aan het heilige doel van zijn komst naar deze aarde.
4. Het volmaakte offer. Jezus ging de hele weg en heeft àlles gedaan zodat u en ik gered konden worden. Hij maakte zijn taak af. Hij bad ‘Het is volbracht!’ En met zijn volmaakte offer heeft Hij de weg vrijgemaakt voor alle mensen om voor eeuwig Gods kind te worden.

Wees de eerste die reageert op "Shabbats­lezingen: Pesach, teken van Gods Koninkrijk"

Geef een reactie