Ruzie tussen broeders is van alle tijden. Kaïn werd jaloers op Abel, liet zich niet gezeggen, en sloeg Abel dood. En in deze tijd zijn we getuige van de twist tussen Joden en Palestijnen, die beiden Abraham/Ibrahim hun voorvader noemen.
De Bijbelgedeelten voor de sjabbat Beresjit (In het begin) zijn:
✡ Torahlezing: Genesis 1:1 – 6:8,
✡ Profetenlezing: Jesaja 42:5 – 43:10,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Openbaring 22:6-21.
In verband met het onderwerp wijken we daar van af.
Een gedeelte uit de Torahlezing
En Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn, en zei: Ik heb een man van de HEERE gekregen! En zij baarde opnieuw: zijn broer Abel. Abel werd herder van kleinvee en Kaïn werd bewerker van de aardbodem.
En het gebeurde na verloop van dagen dat Kaïn van de opbrengst van de aardbodem aan de HEERE een offer bracht. Ook Abel bracht een offer, van de eerstgeborenen van zijn kleinvee en van hun vet. De HEERE nu sloeg acht op Abel en op zijn offer, maar op Kaïn en op zijn offer sloeg Hij geen acht.
Toen ontstak Kaïn in grote woede en liet hij zijn hoofd zakken. En de HEERE zei tegen Kaïn: Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.
En Kaïn sprak met zijn broer Abel. [laten wij het veld ingaan] En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.
En de HEERE zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer? En Hij zei: Wat hebt u gedaan! Er is een stem van het bloed van uw broer, dat van de aardbodem tot Mij roept. Nu dan, u bent vervloekt, weg van de aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan om het bloed van uw broer uit uw hand op te nemen. Als u de aardbodem bewerkt, zal die u zijn volle opbrengst niet meer geven; u zult dolend en dwalend over de aarde gaan.
Genesis 4:1-12 (HSV)
Een gedeelte uit de Profetenlezing
Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het dat broeders ook eensgezind samenwonen.
Het is als de kostelijke olie op het hoofd, die neerdaalt op de baard, de baard van Aäron, die neerdaalt op de zoom van zijn priesterkleed.
Het is als de dauw van de Hermon die neerdaalt op de bergen van Sion. Want daar gebiedt de HEERE de zegen en het leven tot in eeuwigheid.
Psalm 133 (HSV).
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen.
Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is.
Door het geloof heeft Abel God een beter offer gebracht dan Kaïn. Daardoor kreeg hij getuigenis dat hij rechtvaardig was; dit heeft God met het oog op zijn gaven getuigd. En door dit geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.
Hebreeën 11:4 (HSV)
De eerste broedertwist
Nadat de mens en zijn vrouw van de vrucht van de kennis van goed en kwaad hadden gegeten, zijn het kwaad en de dood op aarde gekomen. Ze lijken het te winnen in de geschiedenis van Kaïn en Abel. Kaïn is zo teleurgesteld dat God zijn offer niet aanvaardt, maar wel dat van Abel, dat hij zijn broer aanvalt – en doodt.
Waarom zag God wel Abels offer aan, en niet dat van Kaïn? Daar zijn mogelijk meerdere redenen voor:
– Van Abel staat geschreven, dat hij van de eerstelingen offerde, van Kaïn staat dat er niet.
– Kaïns hart was boos. Toen zijn offer werd afgewezen, was er geen verootmoediging maar boosheid, en hij werd jaloers op zijn broer,
– Was Kaïns offer een vorm van omkoping, wilde hij Gods zegen over zijn werk op de akker kopen met een offer, was het wel een offer uit dankbaarheid?
God zag Kaïns woede en teleurstelling en spreekt hem er op aan: ‘Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen?’ Maar Kaïn gaat niet in op deze uitnodiging. Hij wil niet strijden tegen de zonde. Hij geeft toe aan zijn drift.
Wanneer de HEERE ziet wat Kaïn heeft gedaan, ontsteekt hij niet in woede. Hij geeft Kaïn een tweede kans om tot inkeer en berouw te komen met een open vraag: ‘Waar is Abel, uw broer?’ Maar Kaïn wijst Gods uitgestoken hand af, volhardt in zijn boosheid, en zal levenslang zwerven over de aardbol.
Twist tussen twee broedervolken
De broedertwist tussen Kaïn en Abel doet me denken aan de twist tussen de Arabieren en de Israëli’s, die beiden Abraham/Ibrahim tot hun voorvader rekenen, volken die broedervolken zouden moeten zijn. De oorzaak hiervan is geestelijk: de twist tussen Allah, de God van de moslims, en de HEERE, de God van Joden en Christenen.
Allah is een God die ver weg is. Bij Allah moet je zijn gunst verdienen, door de dagelijkse gebeden, vasten, naar de moskee gaan, liefdadigheid en strijden voor Allah, al kost dit je leven (waarna een beloning wacht).
Bij de HEERE hoef je je niet waar te maken of je in te spannen, immers de Messias heeft alles gedaan wat nodig is om zalig te worden. Je mag rusten in zijn volbrachte werk. Je mag vreugdevol leven uit geloof en genade, in dankbare gehoorzaamheid aan zijn onderwijs. God wil een relatie met ieder mens, zoals Hij ‘in de hof wandelde.’
Kaïn was jaloers op Abel, wiens offer wel werd aanvaard. Die jaloersheid zie je ook bij Allah. Hij heeft niet genoeg aan Mekka, Medina en andere heilige steden, hij wil en moet ook de Joodse heilige stad Jeruzalem bezitten, hoewel Mohammed nooit een voet in deze stad heeft gezet. Daarom wordt tegen beter weten in door moslims ontkend, dat op het tempelplein de Joodse tempels hebben gestaan. Daarom willen moslims het tempelplein en de westelijke muur als islamitisch erfgoed laten registreren.
Zie ook deze Sjabbatslezingen:
Ik ben de Alfa en de Omega, Genesis 1,
Het eerste Evangelie, Genesis 3,
Afscheid maar niet voorgoed, Genesis 5,
De schapen van de bokken scheiden, Genesis 6.


Wees de eerste die reageert op "Sjabbatslezingen: De eerste broedertwist"