Sjabbats­lezingen: Geloofsgehoorzaamheid

Toen tien melaatse mannen Jezus vroegen, hen te genezen, vroeg Hij hen een daad van geloofs­ge­hoor­zaam­heid: Ga en toon je aan de pries­ters. Ook van Naäman werd een daad van gehoor­zaam­heid gevraagd, voordat God hem genas.

De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Metsora (Melaats) zijn:
✡ Torahlezing: Leviticus 14 en 15,
✡ Profetenlezing: 2 Koningen 7:3-20,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Matteüs 23:16 – 24:2, 30-31.

In verband met het thema wijken we daarvan af

Gedeelten uit de Torahlezing
De HEERE sprak tot Mozes: Dit is de wet voor de melaatse op de dag van zijn reini­ging. Hij moet naar de priester gebracht worden, en de priester moet buiten het kamp gaan. Heeft de priester vervol­gens gezien dat – zie! – de ziekte van de melaats­heid bij de melaatse genezen is, dan moet de priester opdracht geven dat men voor hem die gerei­nigd wordt, twee levende reine vogels neemt, ceder­hout, karmo­zijn en hysop.

Wie gereinigd wordt, moet zijn kleren wassen, al zijn haar afsche­ren en zich met water wassen. Dan is hij rein. Daarna mag hij in het kamp komen, maar hij moet zeven dagen buiten zijn tent blijven. Op de zevende dag zal het zo zijn, dat hij al zijn haar afscheert: zijn hoofd, zijn baard en de wenk­brauwen van zijn ogen. Ja, al zijn haar moet hij afscheren, zijn kleren wassen en zijn lichaam met water wassen. Dan is hij rein.
Leviticus 14:1-4 en 8-9 (HSV)

Gedeelten uit de Profetenlezing
Naäman, de bevelhebber van het leger van de koning van Syrië, was een aan­zien­lijk man in de ogen van zijn heer en van hoog aanzien, want door hem had de HEERE de Syriërs verlos­sing gegeven. Deze man was een strijdbare held, maar hij was melaats.

Naäman hoorde via een dienstmeisje over de profeet in Israël, en de Syrische koning zond hem met een brief naar de koning van Israël. Die stuurde hem door naar de profeet Elisa.

Zo kwam Naäman met zijn paarden en met zijn wagen, en hij bleef voor de deur van het huis van Elisa staan. Toen stuurde Elisa een bode naar hem toe om te zeg­gen: Ga heen en was u zeven­maal in de Jordaan; dan zal uw vlees weer gezond worden en zult u rein zijn.
Maar Naäman werd erg kwaad en ging weg; hij zei: Zie, ik zei bij mijzelf: Hij zal vast en zeker naar buiten komen, voor mij gaan staan, de Naam van de HEERE, zijn God, aanroepen, zijn hand over de plaats strijken en de melaats­heid wegnemen. Zijn niet de Abana en de Farpar, de rivieren van Damas­cus, beter dan alle wate­ren van Israël? Zou ik mij daar niet in kunnen wassen en rein worden? Zo keerde hij zich om en vertrok in woede.
Toen kwamen zijn dienaren naar voren, spraken tot hem en zeiden: Mijn vader, als die profeet u iets moeilijks opge­dragen had, zou u dat niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, nu hij tegen u gezegd heeft: Was u en u zult rein zijn! Daarom daalde hij af en dompelde zich zeven­maal onder in de Jordaan, overeen­kom­stig het woord van de man Gods. Zijn lichaam werd weer gezond, als het vlees van een kleine jongen, en hij werd rein.

2 Koningen 5:1, 9-14 (HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
En het gebeurde, toen Jezus naar Jeruzalem reisde, dat Hij dwars door Samaria en Galilea heen trok. En toen Hij een zeker dorp wilde binnen­gaan, kwamen tien melaatse mannen naar Hem toe, die op een afstand bleven staan. En zij verhie­ven hun stem en zeiden: Jezus, Meester, ontferm U over ons. En toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: Ga heen en toon uzelf aan de pries­ters. En het gebeurde, terwijl zij heen­gingen, dat zij gerei­nigd werden. En toen één van hen zag dat hij gene­zen was, keerde hij terug, terwijl hij met luide stem God verheer­lijkte. En hij wierp zich met het gezicht ter aarde voor Zijn voeten en dankte Hem. En dit was een Samaritaan.
Lukas 17:11-16 (HSV)

Geloofsgehoorzaamheid
Tien melaatse mannen hadden gehoord van Jezus’ komst in hun dorp, en gingen ver­wach­tings­vol naar Hem toe, terwijl zij de verplichte afstand in acht namen. Maar Jezus trok zich weinig aan van die quaran­taine-regels en ging naar hen toe. Hij was er immers ook voor de ver­schop­pe­lingen, de zieken.
Jezus vroeg hen om een daad van geloofs­gehoor­zaam­heid: Ga op ­weg naar de priesters, en dat terwijl je nog ziek bent. Dat was niet echt logisch, want wie niet was gene­zen, hoefde zich niet aan de pries­ters te tonen, dat had geen zin. De mannen hadden tot Jezus gebeden, Hem geloofd en in gehoor­zaam­heid gehan­deld, en ze werden pas onderweg gereinigd.

De legeraanvoerder Naäman had wat meer moeite met geloofs­gehoor­zaam­heid. Een knecht van Gods dienst­knecht Elisa gaf hem, de gevierde generaal Naäman, de opdracht zich zeven maal onder te dom­pe­len in de Jordaan. Heeft u de Jordaan wel eens gezien? Die stelt niet veel voor, hij is smal, modderig en ondiep. En de profeet kwam niet eens zelf naar buiten om de buitenlandse gast te begroeten, maar liet dat aan zijn knecht over. Naäman was woedend, en wilde rechtsomkeert maken naar zijn land. Het was bijna uitgelopen op een ernstig diplomatiek incident, misschien wel oorlog.
Gelukkig had hij verstandige knechten. Met hun advies ‘Mijn vader, als die profeet u iets moeilijks opge­dra­gen had, zou u dat niet gedaan hebben? Hoe­veel te meer, nu hij tegen u gezegd heeft: Was u en u zult rein zijn!‘, wisten zij de zoveelste oorlog tussen Israël en Syrië te voor­komen. Ondanks zijn gebrek aan geloof gehoor­zaam­de Naäman aan de opdracht van de profeet. Tot zijn eigen ver­won­de­ring was hij weer gezond, en hij erken­de ‘dat er op de hele aarde geen God is dan in Israël.

Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik verge­lij­ken met een verstan­dig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; en de slag­regen viel neer en de water­stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefun­deerd. (Matteüs 7:24-25 HSV)

Wees de eerste die reageert op "Sjabbats­lezingen: Geloofsgehoorzaamheid"

Geef een reactie