De Bijbel leert ons om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dat betekent elkaar met respect behandelen. Een aantal politici in ons land hebben dat kennelijk nog niet geleerd. En hoe spreken wij zelf over anderen?
De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Misjpatiem (Voorschriften) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 21:1 – 24:18,
✡ Profetenlezing: Jeremia 34:8-22 en 33:25-26,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Mattheüs 17:1-11.
In verband met het thema wijken we daarvan af.
Gedeelten uit de Torahlezing
U mag de rechters niet vervloeken, en de leiders van uw volk mag u niet verwensen.
U mag geen vals gerucht verspreiden, en u mag een schuldige niet uw hand reiken door een misdadige getuige te zijn. U mag de meerderheid niet volgen in het kwaad, en u mag in een rechtszaak niet (zo) antwoorden dat u zich schikt naar de meerderheid om (zo het recht) te buigen. U mag een arme bij zijn rechtszaak niet voortrekken.
U mag de vreemdeling niet onderdrukken, want u kent zelf de gesteldheid van de vreemdeling, omdat u (zelf) vreemdeling geweest bent in het land Egypte.
Exodus 22:28 en 23:1-3 en 9 (HSV)
Een gedeelte uit de Profetenlezing
Het gebeurde daarna dat Absalom zich van een wagen en paarden voorzag, met vijftig man die voor hem uit snelden. Ook stond Absalom ’s morgens vroeg op en ging aan de kant van de weg naar de poort staan. Het gebeurde dan dat Absalom elke man die een geschil had om mee naar de koning te gaan voor recht, bij zich riep en zei: Uit welke stad komt u? Als die dan zei: Uw dienaar komt uit een van de stammen van Israël, zei Absalom tegen hem: Zie, uw zaken zijn goed en rechtmatig, maar bij de koning vindt u niemand die u gehoor geeft. Verder zei Absalom: Als men mij maar tot rechter in het land aanstelde! Dan zou ieder die een geschil of rechtszaak heeft, bij míj kunnen komen en zou ik hem recht kunnen verschaffen. Ook gebeurde het, dat als iemand naderde om voor hem te buigen, hij zijn hand uitstak, hem vastgreep en hem kuste. Op die manier deed Absalom met heel Israël dat naar de koning ging voor recht. Zo stal Absalom het hart van de mannen van Israël.
2 Samuël 15:1-6 (HSV)
Gedeelten uit het Nieuwe Testament
En Paulus zei, terwijl hij de ogen op de Raad gevestigd hield: Mannenbroeders, ik heb voor God met een volkomen zuiver geweten gewandeld tot op deze dag.
Maar de hogepriester Ananias beval hen die bij hem stonden hem op de mond te slaan. Toen zei Paulus tegen hem: God zal ú slaan, witgepleisterde wand! Zit u hier om een oordeel over mij uit te spreken overeenkomstig de wet, en geeft u bevel, tegen de wet in, mij te slaan? En zij die daarbij stonden, zeiden: Scheldt u de hogepriester van God uit? Toen zei Paulus: Ik wist niet, broeders, dat hij hogepriester is; want er staat geschreven: U mag geen kwaad spreken van de leider van uw volk.
U moet niet allemaal leermeesters willen zijn, mijn broeders. U weet immers dat wij dan een strenger oordeel zullen ontvangen. Want wij struikelen allen in veel opzichten. Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, die bij machte is om ook het hele lichaam in toom te houden.
Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, en roemt toch van grote dingen. Zie eens hoe een klein vuur een grote hoop hout aansteekt. Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.
Want elke natuur, zowel van wilde dieren en vogels als van kruipende dieren en zeedieren, wordt getemd en is getemd door de menselijke natuur. Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif. Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders. Laat soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?
Handelingen 23:1-5, Jakobus 3:1-2 en 5-11 (HSV)
Gij zult elkander niet voor rotte vis uitschelden
Wanneer je in de politiek gaat, moet je wel een olifantenhuid hebben. De Nederlandse politici van de vier grote partijen probeerden het maandenlang eens te worden over de vorming van een nieuw kabinet. Dat schijnt erg moeilijk te zijn. Intussen stonden de sociale media vol met verwijten, verdachtmakingen en opgeklopte berichten.
Ik begrijp die huidige politieke ‘mores’ niet. Zo bouw je geen onderling vertrouwen op, zo werk je niet aan de eensgezindheid en samenwerking, die noodzakelijk zijn in een kabinet dat Nederland moet gaan besturen.
Gaat het om het partijbelang, om het realiseren van het eigen partijprogramma, om populistisch allerlei misstanden aan de kaak te stellen zonder daar een realistische oplossing voor te bieden, die rekening houdt met alle betrokkenen? Zoals de vele asielzoekers, waaronder helaas regelmatig criminaliteit voorkomt. Mag dat een reden zijn om de grenzen maar te sluiten?
En hoe zit het met ons eigen leven? Hoe gaan wij om met onze buren, onze collega’s, de mensen in de kerk?
Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet (alleen) oog hebben voor wat van hemzelf is, maar (laat) eenieder ook (oog hebben) voor wat van anderen is. (Filippenzen 2:3-4)
De opmerkingen in het laatste gedeelte van dit artikel vragen om correctie. Maar ook de titel van het artikel.
Om met het laatste te beginnen. De titel suggereert een mitswah. “Gij zult …” Zo’n mitswah ontbreekt niet alleen in de Bijbel. Heel wat Bijbelse hoofdpersonen die door God gezonden/aangesteld waren overtraden deze verzonnen regel. Zelfs de Here Jezus kon Zich nogal sterk uitdrukken (Jh 7:19) of losgaan tegen de vijanden van God (b.v. Mt 23:33). Maar Hij viel zelfs heel hard uit tegen Zijn Eigen talmoediem (Mk 8:33). Kortom, zo’n mitswah te veronderstellen is onzinnig en ongepast in het kader van een sjabbatslezing.
Over het laatste gedeelte (de Nederlandse politiek). Je kan politiek op verschillende manieren bedrijven. Het is niet echt ingekaderd. Sommigen stellen daarom zelfs dat politiek eigenlijk geen vak is en daar is iets voor te zeggen. Het wordt echter wat anders als een politicus beweert heel integer te zijn en zich als politicus geroepen voelt te moeten komen met een nieuw sociaal contract om anderen en/of eerder vertoonde politiek te corrigeren. Om dus van politieke correctheid blijk te willen gaan geven.
Maar dan helaas niet verder te komen dan ‘pot verwijt de ketel’ en zelf ook blijk te geven van onbetrouwbaarheid, geveinsheid en onhoffelijkheid. Dan doe je gewoon mee aan het verwijt dat velen geven aan politiek en politici; dat het per definitie een schimmenspel is en meer te maken heeft met acteren en theater dan met inhoudelijke en/of correcte politiek waar de samenleving wat aan heeft. Dat bouwt niet op, maar breekt af. Dan voor rotte vis, voor huichelaar uitgescholden worden is m.i. Bijbels en de spijker op de kop slaan. Helemaal in de lijn van Gods wil!
Talmoediem hebben een (woorden)strijd te voeren, niet omdat ze dat verheerlijken, maar omdat dit nu eenmaal de werkelijkheid is van de huidige gevallen schepping. Wie daartoe niet bereid is, kan maar beter naar huis gaan (Rich 7:7).
Groet, M. van Putten
Dat is een heel goede vraag , hoe gaan wij daarmee om?
Hou ik mijn lange tong en gedachten in bedwang?
Och Heere, ik moet nog zoveel leren, leer mij , door Uw Woord, door de H.Geest ,maar ook door andere heen. Dank U voor dit bericht, maak en vorm mij zodat U Vader en zodat U H.Geest een welgevallen aan mij hebt.
Want het U teveel gekost Jezus, U verdient het dat U ons gehele hart hebt, de Enige .
In Jezus Christus Naam,Amen.