Achab, de zoon van Omri, deed wat slecht was in de ogen van de HEERE, meer dan allen die er vóór hem geweest waren. 1 Kon. 16:30.
De appel valt niet ver van de boom! Achab is zelfs nog slechter in de ogen van JHWH dan zijn vader. En Omri spande al de kroon in vergelijking met zijn voorgangers. Omri deed wat slecht was in de ogen van de HEERE. Hij deed meer kwaad dan allen die er vóór hem geweest waren. (1 Kon. 16:25).
Waarschijnlijk via tyrannie en manipulatie wist hij het verdeelde koninkrijk van Israël onder zich te verenigen. Omri smeedde coalities. Zijn zoon Achab trouwde met de dochter van de koning van Sidon. (En zijn kleindochter Athalia huwelijkte met de koning van Juda (2 Kon. 8:25-26; 2 Kron. 22:2). Zo versterkte hij zijn koninkrijk en zijn eigen positie. En het was zichtbaar in de koningsstad Samaria die hij bouwde en zijn macht die hij uitoefende (1 Kon. 16:27).
Waarin overtrof Achab zijn vader? De samenvatting daarvan vinden we in 1 Kon. 21:25:
Er is nooit iemand zoals Achab geweest, die zichzelf verkocht om te doen wat slecht is in de ogen van de HEERE, omdat Izebel, zijn vrouw, hem [daartoe] aanspoorde.
Jezelf verkopen
Achab verkocht zichzelf. Dat had nog nooit iemand voor hem gedaan. Wat wil dat zeggen: jezelf verkopen? Het woord verkopen (m.k.r) komt 80 keer in het Oude Testament voor. De meeste keren staat het in verband met het verkopen van een mens. Slechts een beperkt aantal keren worden goederen of vruchten van het land verkocht. De eerste keer lezen we hoe Ezau zijn eerstgeboorterecht verkocht voor een kop soep. Daarna was Laban op de veestapel en vakmanschap van Jakob uit en verkocht zijn dochters. Zo vonden zijzelf. En Jozef werd verkocht door zijn broers. In het boek Jozua lezen we hoe JHWH zijn volk verkocht in de hand van vijandige koningen.
De omgekeerde wereld
Verkopen heeft dus de negatieve klank van slavernij. Je komt onder de macht van een ander. En zo was het ook bij Achab. Met dit verschil dat hij geen andere mensen, maar zichzelf verkoopt. Hij plaatste zichzelf onder de heerschappij van zijn vrouw. Hij liet zich door haar gezeggen. Hier wordt de scheppingsorde omgedraaid. Niet langer is de man het hoofd van de vrouw, maar andersom. Achab verloor zijn hoofd. Hij leverde zijn wil uit aan Izebel. Hij deed afstand van de autoriteit die hij van JHWH gekregen heeft. Nu is het niet verkeerd om naar je vrouw te luisteren, maar luisteren naar Izebel is toch een ander verhaal.
Kiem
Tientallen jaren en koning na koning wordt er verdeeldheid gezaaid in het koninkrijk van Israël. Maar de kiem van alles lag in het gedrag van de koning Salomo. Want hij deed nu precies wat een koning niet moest doen. In Deuteronomium 17 valt te lezen, dat de koning van Israël geen paarden uit Egypte mocht halen, en niet teveel goud en zilver mocht nemen. En hij mocht vooral niet veel vrouwen nemen, anders zou zijn hart afwijken. Een afschrift van de Torah moest onder handbereik van zijn troon liggen, zodat hij er elke dag uit kon lezen, daarnaar kon handelen, en zijn hart bewaren.0 En dat alles deed Salomo niet (1 Kon. 11).
Integendeel, Salomo had veel uitheemse vrouwen lief. Tot vijf keer toe staat er dat deze vrouwen Salomo’s hart deden afwijken, zodat hij hun goden ging dienen. Astaroth van de Sidoniërs, Milkom van de Ammonieten, Kamos van de Moabieten, en Molech van de Ammonieten. Afschuwelijke goden worden ze genoemd. Daarom werd JHWH toornig en oordeelde dat het koninkrijk gedeeld zou worden. Over dit oordeel moeten we niet te licht denken, want daardoor werd het eerstgeboorterecht – dat Ezau verkocht had – ook gesplitst. Het koningsdeel behoorde aan Juda. De dubbele zegen – de vruchtbaarheid – behoorde aan Efraïm. En dan wordt het voor de twaalf stammen van Israël moeilijk om de grote opdracht, namelijk om tot een licht van de volken te zijn, een koninkrijk van priesters, uit te voeren. Hoe zullen de volken dan geleid worden in recht en gerechtigheid?
These are the days
Achab verkocht zichzelf. In onze tijd is hedonisme als het verkopen van je eerstgeboorterecht voor een kop soep. En ook in onze dagen verkopen mensen zichzelf voor geld en glamour. Openlijk zeggen artiesten in de muziek- en filmindustrie hun ziel aan de satan verkocht te hebben. De rockgroep AC/DC had in de jaren 70 een hit met de titel Highway to hell. Hé satan, ik heb mijn bijdrage betaald. Ik ben op weg naar het beloofde land, op de snelweg naar de hel. En op die snelweg treffen we dezelfde goden als waar Salomo’s hart naar getrokken werd. De afschuwelijke goden als Astaroth, Kamos, en Molech. De zanger Jebroer belijdt in een lied een kind van de duivel te zijn. Hij roept zijn luisteraars op om te feesten alsof elke dag je laatste is. En met een klein beetje inspanning kan de lijst met vele andere voorbeelden aangevuld worden. In onze dagen zijn we via individualisme, feminisme, emancipatie, en antidiscriminatie aangekomen bij de gendergelijkheid. En dat wordt hartstochtelijk door de kerk van de VN en EU beleden. Alle orde die God gegeven heeft, wordt ongedaan gemaakt.
De eerste strategie van de satan is verdelen. De tweede strategie is het samenvoegen, onder meer door het omdraaien van de scheppingsorde en het uitvegen van ongelijkheid. Daarvoor is nodig dat mensen zich uitleveren. Aan wie? Aan de overste van de wereld die al duizenden jaren streeft naar één wereldregering. Wie zal de volken leiden in recht en gerechtigheid?
Dit zijn de dagen van Elia.
(Lees hier het eerste deel van de serie)
Anco van Moolenbroek is auteur van het boek “Ezau, hij is Edom”. Hij verzorgt periodiek het Leerhuis op Radio Israël en blogt voor MessiaNieuws.
Geef een reactie