Ezau komt uit het veld, dodelijk vermoeid. Als hij ziet dat zijn broer Jakob gekookt heeft, dan wil hij maar één ding: eten. En Jakob, uitgekookt als hij is, wil zijn broer best van het eten geven, maar op voorwaarde dat Ezau zijn eerstgeboorterecht verkoopt. Maar wat ben je dan voor broer? Jakob ziet toch dat Ezau bijna sterft? Dan geef je hem toch te eten? Wie denkt er op zo’n moment nu aan het eerstgeboorterecht? Is dat je eerste verantwoordelijkheid?
A 29 Eens had Jakob soep gekookt, toen Ezau uit het veld kwam en moe was.
B 30 Toen zei Ezau tegen Jakob: Laat mij toch slurpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moe.
C Daarom gaf men hem de naam Edom.
D 31 Toen zei Jakob: Verkoop mij dan eerst je eerstgeboorterecht.
E 32 Ezau zei: Zie, ik ga toch sterven; wat moet ik dan met het eerstgeboorterecht?
D’ 33 Toen zei Jakob: Zweer het mij eerst. En hij zwoer het hem.
C’ Zo verkocht hij zijn eerstgeboorterecht aan Jakob.
B’ 34 Toen gaf Jakob Ezau brood, met de linzensoep.
A’ Hij at, dronk, stond op en ging weg. Zo verachtte Ezau het eerstgeboorterecht.
(Genesis 25)
Stervend?
Maar wás Ezau stervende, zoals hij zegt? Waarom zei Ezau dat hij stervend is? Er zijn vier aanwijzingen in de Hebreeuwse tekst van het tegendeel.
1. Er staat dat Ezau moe uit het veld kwam. Je kunt ‘moe’ ook vertalen met ‘uitgeput’. Dat is wat anders dan stervend, dus Ezau overdrijft nogal. Het woord עיף ayaph (H5889) wordt geschreven met:
- ayin – zien, kennen
- jod – werk, aanbidden
- pe – blazen, verspreiden
Het impliceert dus de gedachte dat werken of aanbidden nutteloos is. Gebakken lucht. Dat is hoe Ezau er tegenaan kijkt. Het werkwoord ayeph (H5888) komt slechts een keer in de Schrift voor. Jeremia 4:31 zegt “Want ik hoor een geluid als van een vrouw in barensnood, benauwdheid als van een die haar eerste kind aan het baren is. Het is het geluid van de dochter van Sion, zij snakt naar adem, zij spreidt haar handen uit: Wee mij toch! Want mijn ziel is uitgeput, vanwege de moordenaars.” Hier wordt het woord dus gebruikt in relatie tot de ziel. Lichaam, geest, en ziel zijn één geheel. Wie lichamelijk uitgeput is, kan ook neerslachtig worden. Nu lijkt het er niet op dat Ezau neerslachtig was, het gaat mij om het verband tussen lichaam en geest, tussen doen en denken. Als Ezau zegt dat hij uitgeput is, dan heeft hij het niet alleen over zijn lichamelijke vermoeidheid, maar ook over zijn opvatting dat werken als een vorm van aanbidding onzin is. Nee, het hier en nu, dat is wat telt! “Laten we eten en drinken, want morgen sterven wij.” (1 Kor. 15:32). Het is hedonisme ten top.
2. Ezau eet en drinkt, staat op, en vertrekt weer. Dat lijkt niet op iemand die bezwijkt.
3. Deel E is de centrale zin in het chiasme. Ezau zegt: ik ga toch sterven. Dat wil niet zeggen dat hij stervende wás. De uitdrukking ‘ik ga toch sterven’ bestaat uit twee Hebreeuwse woorden: halakh en muwth. Muwth is een veel gebruikt woord voor sterven. Maar Ezau voegt het woord halakh, הלך, toe. Halakh wordt meestal met ‘lopen’ of ‘wandelen’ vertaald.
- he – kijken, onthullen
- lamed – onderwijs of juk, prikstok
- kaph – open hand, toestaan, buigen voor
Figuurlijk kun je halakh dan ook opvatten als ‘een manier van leven’. Je laat in je gewoonten zien wat je geleerd hebt. De Heere God wandelde elke dag in de hof. Dat was Zijn gewoonte. Henoch wandelde met God. Dat was zijn manier van leven. En Ezau? Hij wandelde met de dood. Hij is op weg naar de dood. Dat is zíjn toekomst, naar hij dacht. Toen Jakob op zijn sterfbed lag (Gen. 48) en hij de zonen van Jozef zal zegenen, dan zegt ook hij: Zie, ik sterf. Maar Jakob laat het woordje halakh weg. In plaats daarvan voegt er hij eraan toe: Maar God zal jullie brengen in het land van jullie vaders. Dat was zíjn uitzicht!
4. Ezau veracht zijn eerstgeboorterecht. Hij acht het van nul en generlei waarde. Zo sterk wordt het uitgedrukt. Welk voordeel, mazzel, heb ik van dat eerstgeboorterecht?
De kern
De cursief gedrukte zinnen zijn door de verteller toegevoegd aan de conversatie tussen Jakob en Ezau:
- Daarom gaf men hem de naam Edom.
- Zo verkocht hij zijn eerstgeboorterecht aan Jakob
- Zo verachtte Ezau het eerstgeboorterecht
Zie je, de hele perikoop gaat maar over één ding: dat wat Ezau deed en dacht. En Ezau wordt hier getekend als de man die zijn verantwoordelijkheid ontloopt. Want zijn eerstgeboorterecht omhelsde niet alleen de gave van het dubbele deel, maar ook de opgave om het hoofd van de familie te zijn. Om de autoriteit en verantwoordelijkheid van zijn vader over te nemen. En dat was nu net waar Ezau geen zin in had. Als je toch dood gaat, wat voor nut heeft dan het eerstgeboorterecht? En hij ontloopt zijn verantwoordelijkheid.
Jakobs verantwoordelijkheidsbesef
Waarom komt Jakob op het idee om het eerstgeboorterecht te vragen in ruil voor eten? De tekst geeft geen letterlijke aanleiding, maar de voorgaande verzen maken het verschil tussen Jakob en Ezau duidelijk. Ezau is de man van het veld, Jakob woont in tenten. Ezau houdt van de jacht, Jakob is een man van eenvoud. Ezau is de lieveling van vader, Jakob is een moederskind. Het geeft weer dat Jakob in alles de tegenpool van zijn broer Ezau is. Dus ook in verantwoordelijkheidsbesef. Als Jakob Ezau om het eerstgeboorterecht vraagt, dan test hij zijn broer. Hij wijst hem op zijn verantwoordelijkheid. En als Ezau die verantwoordelijkheid duidelijk uit de weg gaat, dan maakt Jakob een keus en neemt hij zijn verantwoordelijkheid. Hij vraagt Ezau om eerst zijn eerstgeboorterecht te verkopen. In het Hebreeuws staat er: vandaag. Het ziet daarom niet zozeer op een voorwaarde, als wel op een noodzaak. Het kan geen uitstel leiden. Daarom laat hij Ezau eerst eedzweren. Want trots, dat was Ezau wel. Een man en man, een woord een woord.
Nu, is Jakob hier de handige broer? Ik denk het niet. Er staat dat Jakob een man van eenvoud was. In een nadere vertaling staat ‘oprecht’. Het woordje תמ, tam, betekent niet alleen ‘een rustige’, maar heeft ook de notie van ‘iemand die moreel en ethisch zuiver is’. Een integer man.
Hij doorzag de consequenties van de houding van Ezau.
En hij redde zo de wereld.
Anco van Moolenbroek is auteur van het boek “Ezau, hij is Edom” en blogt voor MessiaNieuws.
Good morning ! I just translatetd the whole story of Jakob and Esau from Hebrew to German, for a book. And I want to bring this picture Rembrandt made the scene, when Esau sold his right of the firstborn.My question: do you know, if the Rembrandt picture is “public domain” ? Am I allowed to copy it in my text ?I am looking forward to a short answer !! (Excuse my poor school english)Elsbeth
Dear Elsbeth,
I don’t know wether the picture is public domain, but I think it is. The original drawing belongs to the British museum. https://www.artbible.info/art/large/85.html
Greet, Anco
goed geschreven en uitgelegd.
Eindelijk iemand die het traditionele verhaal van Ya’acov goed neer zet.
In plaats van Jacob de bedrieger, Ya’acov een man Gods.
Te lang luisterd men naar de valse beschuldiging van Ezau over dat ‘Jacob’ een bedrieger zogenaamd volgens zijn naam.
Zijn naam is Ya’ acov wat komt van akev oftewel hiel de Ya is een hand en samen is dat hand aan hiel, wat precies gebeurde toen Ya’acov zijn kwetsbaar hoofd beschermde voor de hiel van Ezau.