Aan de zuidkant van de Tempelberg bevinden zich de twee Huldah poorten (spreek uit: Choelda), een dubbele en een driedubbele poort, nu dichtgemetseld met grote stenen maar nog goed herkenbaar.
De Misjna, een schriftelijke verzameling van de Joodse mondelinge overleveringen, onderdeel van de Talmoed, beschrijft de vijf poorten van de Tempelberg als volgt: De twee Huldah poorten in het zuiden, gebruikt voor in- en uitgaan. Kyponus in het westen, gebruikt voor in- en uitgaan. Taddi in het noorden, werd niet gebruikt. De oostelijke poort droeg de naam Shushan poort.
De naam ‘Huldah’ betekent in het Hebreeuws ‘mol’ of ‘muis’, en de tunnels die vanuit de poorten omhoog leiden naar het tempelplein deden denken aan de tunnels die deze dieren gebruiken. Volgens een andere verklaring zijn de poorten genoemd naar de profetes Hulda, genoemd in 2 Koningen 22:14-20.
Waarom waren er in het zuiden twee poorten, terwijl er in de andere richtingen slechts één poort is? De eerste reden is: traditie. Ten zuiden van de Tempelberg ligt de Stad van David. Dit is het oorspronkelijke gebied van Jeruzalem, waar koning David en de Israëlieten woonden in 1000 voor Christus. Vandaar dat sedert de dagen van de Eerste Tempel de inwoners van Jeruzalem vanuit het zuiden naar de Tempelberg liepen, vandaar dat de hoofdingang van het tempelgebied aan de zuidkant kwam en daarom zijn er daar twee poorten.
Bovendien speelde het Shiloh-badwater in het zuiden van de stad een belangrijke rol bij alles wat met reiniging en baden te maken had. Nadat zij zich gereinigd hadden, klommen de Israëlieten daarvandaan op tijdens de pelgrimstocht naar de Tempelberg.
De kracht van de traditie was zo sterk dat zelfs duizend jaar later, toen Herodes de tempelberg uitbreidde en de tempel herbouwde, hij twee nieuwe toegangspoorten tot de tempelberg aan de zuidkant liet bouwen die de naam Huldah-poorten kregen, ook al bevond het stedelijke centrum van Jeruzalem zich in zijn tijd in de bovenstad, ten westen van de tempelberg. Dit zijn de (in de middeleeuwen dichtgemetselde) poorten die nu te zien zijn.
Niet alles is echter te zien. In de middeleeuwen werd voor de dubbele poort een verdedigingstoren gebouwd, waardoor alleen de rechter poort gedeeltelijk te zien is. In de restanten van die toren is een kleine bibliotheek van de Al-Aqsa moskee gevestigd.
Oostelijker bevindt zich de Driedubbele Poort, die in de elfde eeuw werd dichtgemaakt. Er achter is een ruimte met pilaren, deels uit de tijd van Herodes de Grote en deels hersteld en uitgebreid in later tijd, die bekend staat als de ‘stallen van Salomo’. Deze laaggelegen ruimte wordt sinds 1996 gebruikt als de al-Marwani moskee, die 6000 personen kan bevatten.
Bronnen: Wikipedia (ook de foto van de oostelijke Hulda-poorten), Maidanproject.
Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Jeruzalems poorten (11) De Huldah-poorten"