Een collega uit Londen had een discussie met fervente evolutionisten die bij hoog en laag beweerden dat ze van apen afstamden. De Rabbijn zei dat hij door G’d gecreëerd was. Maar hij gaf toe dat zijn discussiegenoten wellicht van apen zouden kunnen afstammen.
Het was onaangenaam maar het maakt duidelijk, dat geloof uiteindelijk een emotionele en intellectuele keuze is. Waar wil je bij horen? Dat is de vraag.
Geloof zwaar op de proef gesteld
Sinds Darwin werd het geloof zwaar op de proef gesteld. Voor de meeste gelovigen zal hun relatie met G’d niet afhankelijk zijn van een G’dsbewijs omdat zij al op andere wijze tot geloof waren gekomen. Een atheïst kan meestal door G’dsbewijzen niet overtuigd worden. Een agnosticus gaat ervan uit dat het menselijke denken niet competent is om G’ds bestaan onomstotelijk te bewijzen.
De Oneindige Onkenbare G’d kan niet werkelijk gekend worden.
“Wanneer wij van eencelligen stammen, vervalt elke religieuze eis. Maar geschapen door een normerende G’d, moeten wij voldoen aan allerlei hoogstaande opdrachten.”
Vrije keus gelaten
Iedereen voelt mee in de geloofsworsteling van velen. Evolutieleer staat lijnrecht tegenover Scheppingstheorie. Wie heeft die wereld dan wèl geschapen? Gaan we terug naar het Griekse denken, dat aannam dat de materie gewoon eeuwig bestaan heeft? Het is niet meer dan gegoochel met woorden. Bovendien is het intellect bij dit vraagstuk geen goed kompas. G’d maakt het ons niet makkelijk. Dit doet Hij om ons een vrije keus te laten. Het wordt een zoektocht met een open eind. Overal zijn wel tegenargumenten op te bedenken. Wat zijn de alternatieven? Gedurende onze groei als mens zijn wij op zoek.
Uit chaos?
Is alles ontstaan uit chaos? Er is nog nooit orde uit chaos ontstaan, tenzij door een dirigerende hand van buiten. Kan een omgevallen inktpot een gedicht schrijven? Juist wetenschappers zouden versteld moeten staan van de complexiteit, systematiek, wetmatigheid en onderlinge verwevenheid van de natuur. Het Intelligente natuurdesign frappeert iedereen. Dat kan geen toeval zijn.
Gebrek aan waarden en normen
We gingen nadenken over mogelijke keuzes. Waarom nemen zovelen Darwins theorie klakkeloos over? Darwin plaatst de Genesis enkele miljarden jaren terug. Maar ook hij lost de vraag naar het ontstaan van tijd, ruimte en materie niet op. Darwins winst is overzichtelijkheid. Een geleidelijk proces van eencelligen naar dier en mens is voor de simpele geest te bevatten en bovendien waardevrij.
Nu slaat de zinloosheid toe. Wat is het nut van alles? Wat is die drive van de fittest (besten) om te overleven? Darwins aantrekkingskracht ligt in het gebrek aan waarden en normen. Zin en betekenis van het leven vervagen. Wanneer wij van eencelligen stammen, vervalt elke religieuze eis. Maar geschapen door een normerende G’d, moeten wij voldoen aan allerlei hoogstaande opdrachten.
Onoverbrugbare kloof tussen mens en dier
Voor wie zich verdiept in de dierpsychologie, blijkt de overgang van aap naar mens wetenschappelijk erg onaannemelijk. De kloof tussen mens en dier is enorm groot, met name op intellectueel gebied. Geen dier bleek ooit genavigeerd te hebben met een landkaart of vuur te hebben gemaakt. Kunnen dieren logisch redeneren? Dat blijkt niet te bewijzen. Het omgekeerde lijkt meer aannemelijk. De Midrasj (achtergrondverklaring) vertelt, dat mensen sinds de Zondvloed op apen zijn gaan lijken.
Lopen dierengeest en mensenpsyche gradueel in elkaar over? Er is een onoverbrugbare kloof tussen mensen- en dierendenken. Het vakblad Behavioral and Brainsciences geeft duidelijk aan dat de mens ‘in geestelijke zin een brede kloof heeft overbrugd’ (meer dan een quantum-jump: een echte quality-jump). Zelfreflectie ontbreekt. Het is overigens niet fair om dierenslimheid te meten in mensen-IQ. Misschien opereren dieren op een totaal andere intellectuele golflengte. Kunnen dieren syllogismen aan? A is groter dan B en B is groter dat C, dus moet A groter dan C zijn? Nee. Chimpansees doorzien ook geen oorzaak – gevolgrelaties.
Mens is absoluut niet de fittest
De survival of the fittest leek aardig, maar gaat bij de mens al de mist in. Als eindpunt van de evolutieladder en de fittest verbaasden wij ons over ‘s mensens volslagen hulpeloosheid. De mens zou acuut moeten kunnen lopen en praten. Nu is hij langdurig afhankelijk. Zo ver in de evolutie en zo onzelfstandig! Maar het tegenargument luidt, dat dat juist duidt op de hoge ontwikkeling van de mens.
G’d schiep de wereld kant en klaar
Kijk naar het heelal. De verste sterren zijn zeven miljard lichtjaren van ons verwijderd. Mag men hieruit concluderen dat het heelal dus ‘minimaal zeven miljard jaar oud is’? Nee. Want toen de wereld geschapen werd, was deze geheel ‘af’. Het heelal werd geschapen mèt alle hemellichamen. Plotseling was er een aarde met flora, fauna, zeeën en bergen. Met bomen van een bepaalde ouderdom.
Stel dat Adam in het Paradijs een boom had omgehakt en 500 jaarringen had geteld. Betekent dat dan dat de boom en ook de wereld 500 jaar oud was? Nee! Want het Opperwezen had zaadjes èn volledige bomen geschapen. G’d schiep de wereld ‘kant en klaar’ met ertsen en koolstof in de aarde. G’d schiep niet alleen sterren maar ook het licht van de sterren. Alsof die hemellichamen daar al miljoenen jaren ronddraaiden.
Het staat ook in de Thora: “In een begin schiep G’d hemel en aarde” (Genesis 1:1). Volgens sommige commentatoren wordt hier in één zin al het scheppen samengevat. De openingszin van de Thora benadrukt het plotselinge karakter van de schepping. Rabbi Avraham ibn Ezra ziet hierin echter een principiële mededeling. ‘In een begin’ vertelt ons dat de wereld toen, 5780 jaar geleden, pas begon. Nu pas begon het begrip tijd te werken. Hiervoor was geen tijd. Hiervoor bestond niets behalve G’d. G’d schiep uit niks de grondstof van hemel en aarde.
Schepping uit het niets
In één zin zegt de Thora dat er uit het absolute niets een wereld geschapen werd, die niet vanzelf ontstond maar gemaakt werd. De Thora deelt ons mede dat G’d voor de tijd van hemel en aarde reeds bestond (Igeret Hasjabbat van ibn Ezra). De oerstof die volgens Ramban (Nachmanides, 13e eeuw) in het Grieks hulè genoemd werd was een heel fijne substantie, die de grondstof van alle materie van onze aardse realiteit zou vormen. Een schepping uit het niets kan alleen plotseling ontstaan. Daar past geen evolutionaire geleidelijkheid in.
Zat er een gat in de tijd? Wellicht heerste er de eerste dag een ander begrip tijd. Zon en maan bestonden nog niet. Maar toch staat er: ”Het was avond en ochtend, dag één”. Veranderde na de Zondvloed de snelheid van het licht, die de snelheid van de tijd bepaalt? Wie zal het zeggen?
Skeletten uit de prehistorie
Toen werden mammoeten gevonden in Siberië. Rabbi J. Lipschutz leefde vlak voor Darwin en citeert de Talmoed (B.T. Chagiga 16a) waar staat dat G’d vele werelden schiep en vernietigde. De Thora zegt niets over het tijdsverloop tussen “In het begin schiep G’d hemel en aarde” en “de aarde was woest en leeg”. Volgden beide momenten direct op elkaar? Dat hoeft niet. Daartussen werden vele werelden geschapen.
Omdat juist in zijn tijd allerlei prehistorische fossielen ontdekt werden, concludeert Rabbi Lipschutz dat die opgravingen de Talmoedische berichtgeving juist versterken. Meer dan 1500 jaar voor de ontdekking van prehistorische skeletten hebben de Joodse geleerden in Israël en Babylonië hier reeds over gesproken. Men ontdekte restanten van oudere werelden, waar onze wereld overheen geschapen werd.
G’d schiep in ieder geval Darwin. Na uitvinding van zijn theorie dankte hij G’d. Er staat geen Scheppingsfilm op youtube. De Talmoed zegt het al: verdiep je niet in alles vóór de Schepping, je kunt het toch niet begrijpen.
Wees de eerste die reageert op "Creationisme vs. evolutionisme?"