Het kan: Joden en Arabieren in vrede zij aan zij | ‘Israël is conservatiever geworden’

Toen professor Menachem Klein de archieven binnenging om te zoeken naar gegevens over gewone mensen in Jeruzalem, Hebron en Jaffa deed hij een verrassende ontdekking. Joden en Arabieren konden honderd jaar geleden niet alleen goed met elkaar opschieten, ze gingen intensief met elkaar om.

Van onze correspondent in Jeruzalem

Sinds 1994 doceert Klein politicologie aan de Bar Ilan Universiteit. Zijn loopbaan daar verliep niet helemaal volgens wens. Collega’s hielden zijn promotie tot hoogleraar ruim drie jaar tegen vanwege zijn afwijkende politieke denkbeelden en activiteiten. Hij was namelijk actief bij linkse vredesorganisaties. “Het is een heel rechtse, conservatieve en religieuze universiteit”, zegt hij. “Eigenlijk is de hele samenleving conservatiever geworden.”

U bent een religieuze Jood. Hoe reageert u op de mensen die zeggen dat het hele land aan de Joden is beloofd?
“Dat neem ik niet zomaar aan als een politiek feit. De belofte in het Oude Testament is geen vergunning om de Palestijnen hun rechten te ontnemen. Politiek moet gescheiden worden van religie. Politiek is wat mensen doen, religie biedt ons de waarden die ons moeten leiden.”

“Mijn waarden zijn niet etnocentrisch. Het judaïsme staat open voor twee verschillende, soms tegengestelde interpretaties. De ene is xenofobisch en etnocentrisch. De andere benadering is universeel. Deze benadering ziet anderen als gelijken en keert zich niet tegen een andere natie. Ik hoor bij de universele richting. Jammer genoeg denkt de hoofdstroom in de Israëlische samenleving nu etnocentrisch, xenofobisch zelfs.”

In uw laatste boek, Lives in Common, kijkt u door de ogen van gewone mensen naar de geschiedenis. Waarom deze invalshoek?
“Deze methode is in de Europese geschiedschrijving heel populair, maar ze is nooit toegepast bij de analyse van de Joods-Arabische relaties. Historici en politicologen plaatsen het conflíct in het centrum. Ze schrijven over het conflict, vanuit de optiek van organisaties, staten en partijen. Ze houden zich niet bezig met de gewone burgers.”

Welke bronnen hebt u gebruikt?
“Memoires, dagboeken, persoonlijke documenten, foto’s en ga zo maar door. Deze bronnen, in het Hebreeuws en het Arabisch, zijn in archieven volop aanwezig. Mensen gaven een beschrijving van hun dagelijks leven.”

U koos voor de geschiedenis in Jeruzalem, Jaffa en Hebron. Waarom juist deze drie steden?
“Zij vormen het geografische centrum. De geschiedenis in deze steden weerspiegelt de geschiedenis in het hele land.”

Was u verbaasd over wat u tegenkwam?
“Ik had dit niet verwacht. Toen ik de bronnen begon te lezen, zag ik dat ik iets nieuws te bieden had. Ik stuitte op iets wat we nog niet wisten, wat we hebben verwaarloosd.”

Veel Palestijnen hebben gezegd dat de relaties tussen Joden en Arabieren goed waren voordat het zionisme opgang maakte. Maar soms trachten ze de spanningen –die er ook waren– af te zwakken.
“Joden genoten in de islamitische landen en het Ottomaanse Rijk meer vrijheden en rechten dan in christelijk Europa. Dat is zeker. In de middeleeuwen was identiteit verbonden met religie. Religieuze wetten werden gehandhaafd. Ik schrijf over de periode na 1870. Toen begon religie haar status te verliezen. Modernisering en secularisatie kwamen op. We zien dat er aan het einde van de negentiende eeuw in Jeruzalem en Jaffa een periode aanbreekt die anders is dan voorheen.”

U gebruikt de term Arabische Jood. Was dit een term die zij zelf ook gebruikten?
“De term werd door Joden en niet-Joden gebruikt. De Arabische Joden leken in het dagelijks leven op de Arabieren. Ze namen de normen, cultuur, taal en soms zelfs de kleding en het voedsel van hun omgeving over. Vandaag de dag gebruiken wetenschappers de term opnieuw als ze bijvoorbeeld schrijven over de Joden in Irak. In mijn geval gaat het om Palestijnse Joden. Ik vroeg me af wat er was voordat het zionisme zijn intrede deed. Ik kijk naar het perspectief van de Joden en niet-Joden.”

De mensen voelden zich verbonden met hun omgeving. Hoe groot was deze omgeving?
“Dit was het gebied tussen ongeveer Nablus en Hebron, en van Jericho tot aan de Middellandse Zee. Dat is het centrum van wat later het Britse mandaatgebied zou worden. Er werden pas grenzen ingesteld toen het Britse mandaat begon. De mensen voelden zich bijvoorbeeld verbonden met heilige plaatsen. Ze hadden gezamenlijke herinneringen aan oorlogen en invasies.”

“Een nieuw, plaatselijk patriottisme kwam op, dat bruggen bouwde tussen de religieuze sekten. Deze identiteit, die aan plaatsen verbonden was, bleek bijvoorbeeld in de kranten. De plaatselijke identiteit was belangrijker dan wat historici tot nu toe hebben gezegd. Ik volg de ups-and-downs van deze plaatselijke identiteit – en hoe deze identiteit zich splitste in 1948 en daarna.”

“Een jonge generatie wetenschappers onderzoekt nu hoe Joden tot 1948 in Arabische landen leefden. De nieuwe studies laten zien dat veel Joden in Egypte, Irak, Libanon, Marokko, Tunesië, Algerije, en, in mijn geval, in Palestina, geen zionist waren. Sommige van hen waren zelfs actief in de Arabische nationale bewegingen in Irak en Egypte.”

Wat is de boodschap van uw boek?
“De enige boodschap is: er is geen weg terug. Het is onmogelijk te herstellen wat hier rond 1900 was. Maar ik stel voor dat we de ander weer gaan zien als menselijk wezen. Zolang we de ander alleen maar zien als deel van een collectief, negeren we de individuele en menselijke kant van de ander. Laten we stoppen de anderen te beoordelen als leden van een collectief, zonder persoonlijk gezicht en zonder eigenheid. Als we dat doen, breekt er een nieuwe toekomst aan.”

D209-031

Bushalte aan de Jaffastraat in Jeruzalem, november 1972. Foto: Government Press Office

Lees morgen een recensie van correspondent Alfred Muller over het boek Lives in Common. Arabs and Jews in Jerusalem, Jaffa and Hebron van Menachem Klein. 

1 reactieop"Het kan: Joden en Arabieren in vrede zij aan zij | ‘Israël is conservatiever geworden’"

  1. Vanuit de Torah en de profeten bezien.
    Is het opgaan in de omgeving, oftewel assimilatie door de kinderen van Israel/ de Joden kwaad in de ogen van de Eeuwige?
    Wanneer men uiterlijk gezien, in doen en laten (spreek nu enkel over de Joden) het verschil niet meer ziet tussen een Jood en een niet Jood?
    Als Joden de gebruiken van andere volkeren om zich heen overnemen en daarbij de Eeuwige en Zijn onderwijzing, Zijn Thora uit het oog verliezen.

    Nehemia ging bv. tekeer toen er gemengde huwelijken waren, men handelde en werkte op de Sabbatdag, toen men zich (weer) afkeerde van de Thora, van de Eeuwige zelf.

    Juist wanneer de Thora wordt geleefd wordt het licht in de duisternis zichtbaar, nog meer als er geleefd wordt naar de onderwijzing van de Messias Yeshua, Jezus Christus.

    Het is niet makkelijk (zacht uitgedrukt) na bijna 2000 jaar.
    Mijn inziens gaat het alleen mis wanneer een ´Jood en Griek´ wordt, Paulinische termen te blijven.

    Maranatha!

    Shalom

Geef een reactie