Opdat wij hen nooit vergeten

Foto: Levi Zoutendijk

Vanavond begint in Israël en in Joodse gemeenschappen over de hele wereld Jom Hashoa. Een avond en een dag lang herdenken we diegenen die vermoord werden tijdens de Shoah. Morgenochtend gaat in Israël om 10 uur het luchtalarm af en wordt twee minuten stilte in acht genomen.

Door: Joanne Nihom

Opdat zij nooit worden vergeten

Mijn blog van vandaag wil ik opdragen aan mijn opa Meyer Sluyser. Met zijn vlijmscherpe teksten, in woord en geschrift, verkondigde hij zijn mening. Over hem werd gezegd en geschreven dat hij een briljant auteur, radiocommentator en journalist was. Hij wilde de wereld laten zien wat er omging in de maatschappij. Het was zijn levensmissie, ontstaan in wat ooit de arme Jodenbuurt was.

Opa was gehaat bij de NSB, wat wellicht kwam doordat hij enig werk had gedaan voor de contraspionagedienst van het Nederlandse leger. In 1939 vluchtte hij dan ook met zijn familie naar Frankrijk. Maar ze keerden al snel weer terug naar Nederland. Op 14 mei 1940 vluchtte opa met zijn familie naar Engeland. De Duitsers die kort na hun vertrek al aan de deur stonden, waren, zo vertelden de buren later, gelukkig te laat. Mijn opa en zijn gezin overleefden de oorlog. Maar een groot gedeelte van de families van beide kanten niet. Opa schreef na de oorlog vele boeken over het Joodse Amsterdam van voor de oorlog.

Opdat wij hen nooit vergeten

Voor Joodse Huizen deel 5 schreef ik mijn opa’s verhaal van voor de oorlog op. De boekenserie is een project van de stichting Joodse Huizen en legt de verhalen vast van het Joodse leven van voor 1940.

[ …  Amsteldijk 104 huis, Amsterdam

Jodenbuurt

Op de negende van de negende in het jaar 1901, om negen uur ’s avonds, werd mijn opa Meyer geboren, zoon van Mozes Sluyser en Sara Verdooner. In de Markensteeg 9-één hoog in Amsterdam. Midden in de Jodenbuurt, een oud, overbevolkt en straatarm gebied. Hij groeide er op en ging er naar school.

“De Markensteeg … een smal ravijntje in het Amsterdamse huizenmassief. Het was er bijna de hele dag schemerig donker. Alleen tegen drie uur, als de zon op de keien scheen, lag fel licht naast slagschaduw; en dat gebeurde alleen maar gedurende enkele zomerse weken …” 

(Uit: Die en die is er nog) 

Reis naar Oost-Europa

Hij werd in 1929 redacteur van het sociaaldemocratische dagblad Het Volk, waarin hij een reeks artikelen schreef over het bittere lot van de joodse minderheden in Oost-Europa. De verhalen verschenen in 1932 in boekvorm onder de titel ‘Joden in nood…!’

“ … Onze schoenmaker heette Maandag. Meneer Maandag. Bij zijn voornaam werd hij nooit genoemd …  Maandag was niet zijn echte achternaam. Die klonk ongeveer als: Mozejekofski of Moskosofski.

Tegen hem werd gezegd; Dag meneer Maandag … waarom komt u nou vandaag, meneer Maandag. Vandaag is uw dag niet. U had gisteren moeten komen, vandaag is het dinsdag …”  een droevige man.  Een van zijn anekdotes: “ Er was eens een Poolse jood en die zei ik ben er trots op, dat ik een jood ben, want als ik er niet trots op was, dan was ik toch een jood … kan ik er toch beter trots op zijn”. Meneer Maandag vertelde over het land waar hij vandaan kwam, Polen, en over de verschrikkelijkheden.

Met zijn scherpziende blik zag hij het aankomen.

Zo dank ik aan onze schoenmaker het denkbeeld van een journalistieke onderzoekingstocht in Oost-Europa waartoe het Volk me in 1932 in de gelegenheid stelde. Meneer Maandag gaf me introducties mee voor mensen, die hij nooit had ontmoet en die hij alleen kende, omdat hun namen en adressen stonden in het krantje, dat hij elke week uit Lodz ontving …”

(Uit: Die en die is er nog)

Hij schetste in zijn artikelen een Oost-Europa van honger, armoede en ziekte waarin zowel joden als niet-joden steeds dieper wegzakten: de voedingsbodem voor het grote gevaar in Duitsland. Met zijn scherpziende blik zag hij het aankomen. Bovendien ging hij in Polen begrijpen waarom een joods thuisland belangrijk was. Voor het eerst van zijn leven werd voor opa het streven van het zionisme tastbaar en visueel. “Wie nooit een voet zette in de Warschause Jodenwijk”, schreef hij in 1932, “zal nimmer den onaardschen glans kunnen zien, die om Palestina zweeft.”

“ … omdat we arme mensen waren, hadden we twee slagers, een goedkope voor de door-de-weekse dagen en de slagerij van juffrouw Granaat voor de luisterrijke Sabbathpot …”

(Uit: Als de dag van gisteren…) …]

Opdat wij nooit vergeten en zij nooit worden vergeten

Joodse Huizen deel 5 en de eerste vier delen van de boekenserie zijn te koop bij de lokale boekwinkel en bij online aanbieders. Meer informatie vind u op joodsehuizen.com. Contact: joodsehuizen@gmail.com

Bron: https://christenenvoorisrael.nl

————-
Over de auteur

Wees de eerste die reageert op "Opdat wij hen nooit vergeten"

Geef een reactie