De parasha van deze week is Tsav צו (beveel); we lezen Leviticus 6:8-8:36; uit de Haftara lezen we Jeremia 7:21-8:3, 9:23-24. Hebreeën 9:11-28 lezen we uit het Nieuwe Testament.
Tsav komt van het werkwoord tsawah, gebieden, de regels opstellen. Niet toevallig is van dit werkwoord ook het naamwoord Tsion afgeleid. Tsion is de geliefde stad van Adonai zoals psalm 87 en 132 beschrijven. Het is de stad van waaruit de regels voor de wereldsamenleving uitgaan: want uit Tsion komt de Onderwijzing (Jes. 2:3).
In de parasha van de week, zo vlak voor Pesach, gaat het verder over de instelling van de offerdiensten, waarbij Aharon en zijn zonen door God worden uitgenodigd om verscheidene offers, zoals het hersteloffer; het reinigingsoffer en het graanoffer samen met Hem te eten (Lev. 6:10—11, 19; 7:7).
Offeren is voor de priesters maaltijd houden met God in de meest heilige setting die men zich kan bedenken. Weer passeren in deze parasha verscheidene offers, zoals wat wij in de parasha van vorige week al vanuit het Hebreeuws beschreven.
Het hersteloffer, of ook schuldoffer hadden wij nog niet genoemd: asham, אשם en denk hierbij aan het Engelse woord ashamed, beschaamd. Wie schuldig is ergens aan die moet zich schamen. Binnenwoorden van dit woord zijn het woord esh אש, vuur en het woord shem שם, naam.
Zo’n offer wordt met vuur verbrand voor Zijn heilige Naam. De offers werden verbrand op het altaar, mizbeach מזבח en dit woord heeft
woordverband met midbar מדבר, woestijn. Het altaar werd door God voor het eerst in werking gezet in de woestijn en prachtig is ook het woord midbar dat precies hetzelfde geschreven wordt als het woord medaber מדבר sprekende; God is sprekende in de woestijn en laat Zich naderen met behulp van deze offers.
In Jeremia treffen we een boze God Die Zijn volk van Zich af werpt door alle afgoderij die men had bedreven. Opvallend is dat Hij hier zegt dat Hij geen offers heeft ingesteld, maar slechts gehoorzaamheid had gevraagd van Zijn volk (Jer. 7:21-22). Met de instelling van de offerdienst had Hij slechts dit voor ogen: dat ze zouden horen naar Zijn stem en niet zouden worden afgeleid door allerlei triviale zaken (Ledigheid is des duivels oorkussen), maar helaas hielp het uitgebreide programma niet: men week toch nog af.
Wat ontroerend is aan de Hebreeënbrief deze week, is dat de schrijver benadrukt dat er geen testament is als de erflater niet dood is! Zoals de offerdieren stierven en hun bloed vloeide om verzoening כפור te doen voor de mens, zo vloeide Zijn Eigen Bloed voor ons, Hij stierf voor ons, voor eens en voor altijd. Het Offerlam is dood. De Koningpriester Leeft!
Wanneer we de Pesachmatze eten dan worden we ook hieraan herinnerd: een matze is gestriemd en vol gaatjes, net Hij: Zijn striemen brachten ons genezing en Hij werd doorboord om onze zonde. Zo wordt het eten van zo’n platte matze ineens heel betekenisvol. Hij zal komen en maaltijd met ons houden (Openbaringen 3:20).
We wensen u alvast een Pesach sameach, volgende week krijgt u van ons de speciale Pesachparasha! Shabat shalom!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Thanks for your comment on parasha tsav.Interesting is also Lev.6:21 ‘aan brokken zult gij het offeren’, thinking about what you said about the matze…