Shabbats­lezingen: Bekering en terugkeer uit ballingschap

We zijn in de tijd van de ‘ontzagwekkende dagen’, Rosh Hashana, Joods Nieuwjaar, en Yom Kippoer, Grote Verzoendag. Dat is een periode van omkeer, teshoeva, inkeer, naar binnen kijken in jezelf, wat er allemaal leeft in je hart, terug­keer naar God, de bron van alle leven.

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Nitzavim (Jullie staan) en Wayelech (En hij ging) zijn:
✡ Torahlezingen: Deuteronomium 29:9 – 31:30,
✡ Profetenlezing: Jesaja 61:10 – 63:9,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 15:1-11 en Romeinen 10:1-17.

In verband met het thema wijken we daarvan af

Een gedeelte uit de Torahlezing
Het zal gebeuren, wanneer al deze dingen, de zegen en de vervloeking die ik u voorgehouden heb, over u komen, dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen de HEERE, uw God, u verdreven heeft. En u zult zich bekeren tot de HEERE, uw God, en Zijn stem gehoorzaam zijn, u en uw kinderen, met heel uw hart en met heel uw ziel, overeenkomstig alles wat ik u heden gebied.
5. Dan zal de HEERE, uw God, een omkeer brengen in uw gevangen­schap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeen­brengen uit al de volken waarheen de HEERE, uw God, u verspreid had. Al bevon­den uw verdre­venen zich aan het einde van de hemel, toch zal de HEERE, uw God, u vandaar bijeen­brengen en u vandaar weg­halen. En de HEERE, uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en Hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen.
De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om de HEERE, uw God, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult.
De HEERE, uw God, zal al deze vervloekingen op uw vijanden leggen en op hen die u haten en die u vervolgd hebben.
En ú zult zich bekeren, de stem van de HEERE gehoor­zaam zijn en al Zijn geboden, die ik u heden gebied, houden.
De HEERE, uw God, zal u overvloed geven in al het werk van uw handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee en in de vrucht van uw land, ten goede. Want de HEERE zal Zich weer ten goede over u verblijden, zoals Hij Zich over uw vaderen verblijd heeft, wanneer u de stem van de HEERE, uw God, gehoor­zaam bent door Zijn geboden en Zijn veror­de­ningen, die in dit wetboek geschreven zijn, in acht te nemen; wan­neer u zich bekeert tot de HEERE, uw God, met heel uw hart en met heel uw ziel.

Deuteronomium 30:1-10 (HSV).

Gedeelten uit de Profetenlezing
Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij, ook weenden wij als wij aan Sion dachten.
Wij hadden onze harpen gehangen aan de wilgen die daarbinnen zijn.
Toen zij die ons gevangen hielden, daar woorden van een lied van ons verlangden, en wie ons omver­gewor­pen hadden, blijdschap: ‘Zing voor ons een van de liederen van Sion!’, zeiden wij: Hoe zouden wij een lied van de HEERE zingen in een vreemd land?
Als ik u vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn rechterhand zichzelf vergeten. Laat mijn tong vastkleven aan mijn gehemelte, als ik niet aan u denk, als ik Jeruzalem niet doe uitstijgen boven mijn hoogste blijdschap.

Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem zal ik niet stil zijn, totdat haar gerechtigheid opkomt als een lichtglans, en haar heil als een brandende fakkel.
De heidenvolken zullen uw gerechtigheid zien en alle koningen uw luister; u zult met een nieuwe naam genoemd worden, die de mond van de HEERE bepalen zal.
U zult een sierlijke kroon zijn in de hand van de HEERE en een koninklijke tulband in de hand van uw God.
Tegen u zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij, maar u zult genoemd worden: Mijn welgevallen is in haar, en uw land: getrouwde; want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden.
Want zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw, zo zullen uw kinderen trouwen met u; zoals een bruide­gom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden.
Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust. Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde.

Psalm 137:1-6 en Jesaja 62:1-7 (HSV)

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Want de besnijdenis heeft wel nut als u de wet houdt, maar als u een overtreder van de wet bent, is uw besneden zijn tot onbesneden zijn geworden.
Als dan een onbesnedene de verordeningen van de wet in acht neemt, zal zijn onbesneden zijn dan niet tot besnijdenis gerekend worden? En zal hij die overeen­komstig de natuur onbesneden is, maar die de wet volbrengt, u dan niet oordelen, die mét de letter van de wet en de besnijdenis een overtreder van de wet bent?
Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnij­denis die in het open­baar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.

Romeinen 2:25-29 (HSV)

Bekering en terugkeer uit de ballingschap
In dit gedeelte van Deuteronomium spreekt Moses, welhaast profetisch, over de situatie dat Israël in de balling­schap is. In die ballingschap – eerst 70 jaar, toen 19 eeuwen – denkt Israël weer terug aan de woorden van God over de zegen en de vloek.
In dit gedeelte komt zeven keer een vorm van het Hebreeuwse werk­woord shoev voor, dat omkeren, beke­ren, terug­keren betekent. Het gaat om een patroon, een proces van omkeer, schreef Kees de Vreugd in een commentaar: ‘Het gaat om de omkeer die God bij Israël wil bewer­ken: het verzamelen van de ballingen van Israël uit alle windstreken, en de besnijdenis van het hart door de Here God.
Niet alleen de mens keert om, ook God keert om, zal met hen terug­keren, verzamelt de ballingen die Hij heeft verstrooid. Hij zaait Israël onder de volken om nader­hand een rijke oogst aan bekeer­lingen binnen te halen. Hij zaait Israël onder de volken, zodat het Woord van God kan uitgaan onder de volken.
De Joodse geleerde Maimonides betrekt dit Bijbel­gedeelte op de komst van de Messias: het bevat alles wat de profeten over de komst van de Messias hebben gezegd.
Ook volgens de geleerde Nachmanides gaat het over de toekomst van Israël, bij de terug­keer van het volk gaat het over de dagen van de Messias. Pas als die tijd aanbreekt zal Israël tot die volledige en hartelijke toe­wijding aan de Eeuwige komen waarover Mozes hier spreekt.’

‘De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om de HEERE, uw God, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult’, zei Mozes. Dat is de kern van Gods bedoeling met de balling­schap, die het volk Israël door zijn onge­hoor­zaam­heid en afgoden­dienst over zich heeft afgeroepen. De besnijdenis van het lichaam had tot doel het lichaam gezond te maken door ziekten te voorkomen, zo wil de besnijdenis van het hart, het liefhebben van God met al wat in je is, het gehele lichaam gezond maken.

Dit gedeelte van Deuteronomium wordt gelezen in de tijd van de ‘ontzagwekkende dagen’, Rosh Hashana, Joods Nieuwjaar, en Yom Kippoer, Grote Verzoendag. Dat is een periode van omkeer, teshoeva, inkeer, naar binnen kijken in jezelf, wat er allemaal leeft in je hart, terug­keer naar God, de bron van alle leven.

Met Deuteronomium 30:5 is iets bijzonders aan de hand. Volgens de Joodse telling van de Bijbelverzen is dit het 5708ste vers van de Bijbel, gerekend vanaf Genesis 1:1. In het Joodse jaar 5708, dat is het jaar 1947/1948, werd Israël weer een natie, na bijna 2000 jaar ballingschap.
Dan zal de HEERE, uw God, een omkeer brengen in uw gevangen­schap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeen­brengen uit al de volken waarheen de HEERE, uw God, u verspreid had.

3 Reactiesop"Shabbats­lezingen: Bekering en terugkeer uit ballingschap"

  1. De hierboven geciteerde woorden van de apostel Paulus in Romeinen 2: “Want de besnijdenis heeft wel nut als u de wet houdt, … Als dan een onbesnedene de verordeningen van de wet in acht neemt, zal zijn onbesneden zijn dan niet tot besnijdenis gerekend worden?” zijn, zoals vaak bij Paulus, vanuit een bepaalde ironie geschreven. In dit geval vooral gericht tot vrome Joden.

    In de eerste zin doet hij net of de beriet mielah (de besnijdenis van vrome mannen) los staat van de Torah (hier onjuist vertaald als “wet”). Maar dat is natuurlijk niet zo. Beriet mielah is bevolen door God (Torah dus) aan Avraham (Gn 17:11) en dat was dus 400 jaar voor Mosjéh (15:13) en weegt daardoor ook zwaarder als Mosjéh. Hoewel het Mosjéh het (waarschijnlijk voor het eerst) heeft opgeschreven in zijn geschriften en deze mitswah is ook door hem bevestigd (Lv 12:3).

    Dan volgt zijn belachelijke gedachte dat er God-lozen (niet-gelovigen) zouden zijn die de Torah houden. Die bestaan natuurlijk niet, want dat zou in regelrechte tegenspraak zijn met zijn eerdere woorden in zijn Romeinenbrief waarin hij stelt dat alle mensen onnuttig zijn voor God (mensen die Zijn wil niet doen; Rm 3:10-12, 23)! Het is een wijze van spreken die typisch is voor Paulus. Het stellen van het onmogelijke om het mogelijke daaraan te toetsen. Het is maar dat u het weet en hem niet verkeerd begrijpt.

    • Beste M, Ik denk niet dat er veel mensen zijn die net als Paulus zo geleerd zijn in Gods Woord en tegelijkertijd opgeleid is als vooraanstaand Joods wetgeleerde en gelovig zijn in Yeshua door te doen wat Hij zegt en heeft voorgedaan. Paulus deed daarbij vrijwillig zijn toekomst als zeer vooraanstaand farizeeër weg, omdat hij een ontmoeting had met God waardoor hij zelf daarna kon geloven vanuit zijn hart. Hij Geeft aan dat, hoewel het Gods geboden zijn die trouwens voor alle mensen gelden, (daarom is Abraham de Syrier, de vader van vele volkeren ons voorbeeld en elk gelovige zijn zaad), het een hartszaak is, altijd al geweest. Gods heel Zijn Woord is geestelijk dus eeuwig, dus voor altijd waar en actueel, Zijn Woord veranderd niet. Je hebt gelijk dat Paulus het niet heeft over een ieder die niet gelooft, maar dat beweert hij ook niet. Het is altijd al de bedoeling geweest dat Gods volk Hem diende/volgde vanuit hun hart. Is altijd zo geweest, zal altijd zo zijn. Koning David liet zien hoe een persoon eruit ziet die de wet doet vanuit zijn hart en Paulus is na zijn ontmoeting met eenzelfde hartsgesteldheid. Wil je weten hoe dat is Gods wet doen vanuit je hart? dan moet je Ps 119 goed lezen en je afvragen of je het ook zo beleeft. Beleef je het zo niet (en dat geld voor iedereen) zal je NOOIT Paulus of welk van Zijn discipelen en zeker niet Yeshua begrijpen. Abraham laat zien dat het begint met een keuze, een keuze om alles wat je hebt geleerd begint los te laten en je 100% op Hem te vertrouwen. Ik hoop dat een ieder dit pakt. shalom Raymond

  2. Geweldige profetie vanwege de genade die JHWH hierin aangeeft. Mozes was de 1ste die aangaf dat God Zijn kinderen wederom in een 2de exodus naar huis haalt. Na Mozes heeft elke Profeet het erover en het is verbazend waarom niemand hierover spreekt, zowel Joodse als Christelijke. Bijv. Ezechiel 20:34 Want Ik zal u uit de volken voeren, en u vergaderen uit de landen, waarin gij verstrooid zijt, door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door een uitgegoten grimmigheid. Jer.233 En Ik zal het overblijfsel Mijner schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen tot hun kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen. Ook in het zogenaamde NT Joh.52 En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot een zou vergaderen. Daarom vroegen Yeshua discipelen wanneer Hij het Koninkrijk weer ging herstellen? Israel was de wereld in gestuurd en alleen Judah was teruggekomen. En nog steeds is Israel niet teruggekomen (als geheel) en is Judah voor de 2de keer terug. Maar eerst moeten de twee stokken 1 worden in Zijn hand oftewel Judah (Joden) moet weer 1 worden met Israel (de verstrooiden) dan pas kan JHWH ze volledig terug halen. Jer 3:18 In die dagen zal het huis van Juda gaan tot het huis van Israël; en zij zullen te zamen komen uit het land van het noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve gegeven heb. De 1ste exodus is opgeschreven ons ten voorbeeld en wordt jaarlijks met Pascha herdenkt tot: Jer 16:14 Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls uit Egypteland heeft opgevoerd! 15 Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls heeft opgevoerd uit het land van het noorden, en uit al de landen waarhenen Hij hen gedreven had! want Ik zal hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven heb. Aangezien volgens deze tekst, alleen maar over de 1ste exodus wordt gesproken moet de 2de Grotere exodus nog gebeuren. Dit is ook 1 van de hoofd redenen waarom Rabbijnen het christelijke /kerk verhaal van Jezus verwerpen. De Bijbels Messias moest de 2 volken 1 maken en voorop gaan om ze terug te brengen in 1 Koninkrijk. DAT is de rode draad door de Bijbel! Wat zij niet besefte (en nog steeds niet) is dat Yeshua dit niet in 1 maar 2 keren gaat doen. De gebeurtenis in 1948 moest eerst plaatsvinden omdat er een ISRAEL moest zijn, maar dat was pas het begin. Het huidige Israel doet namelijk voor het grootste deel NIET Zijn geboden wat een gevolg zal zijn als Hij de twee terughaalt. Ja deze week is het Bazuinendag de 1ste dag van de najaarsfeesten. De voorjaarsfeesten zijn door Yeshua al ingevuld en de dag breekt aan dat Hij werkelijk de bazuin zal laten klinken. Bazuinendag; de start van 10 bijzondere dagen waarin bedoelt is dat iedereen keuzes tot volledig in Zijn voorbeeld gaat leven en wandelen. Daarna grote Verzoendag en Loofhutten. Wij verwachten mede door deze feesten Zijn 2de komst, het duizend jaar vrederijk, Zijn hereniging met Zijn volk en Zijn eeuwig tabernakelen met Zijn kinderen. Op een dag die niet ver meer is gaat het gebeuren, Ik kan in ieder geval niet wachten. Shalom Raymond

Geef een reactie