Shabbats­lezingen: De ijver voor uw huis

Bij zijn vertrek gaf de tovenaar Bileam het advies, de Israëlieten te verleiden tot afgoden­dienst en hoererij, opdat Gods toorn over het volk zou komen. En Gods toorn ontbrandde, totdat de priester Pinehas kracht­dadig ingreep.

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Pinchas (Pinehas) zijn:
✡ Torahlezingen: Numeri 25:10 – 30:1,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 18:46 – 19:21,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 2:13-25 of Openbaring 19:11-21.

Gedeelten uit de Torahlezing
En zie, een man uit de Israëlieten kwam en bracht een Midianitische (vrouw) bij zijn broeders, voor de ogen van Mozes en voor de ogen van heel de gemeenschap van de Israëlieten, terwijl zij huilden bij de ingang van de tent van ontmoeting.
Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, (dat) zag, stond hij op uit het midden van de gemeenschap, nam een speer in zijn hand, ging achter de Israëlitische man aan het slaapvertrek in, en doorstak hen beiden, zowel de Israëlitische man als de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag over de Israëlieten tot stilstand gebracht. (Het aantal van) hen die aan de plaag stierven, was vierentwintigduizend.
Toen sprak de HEERE tot Mozes: Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft Mijn grimmigheid over de Israëlieten afgewend, doordat hij zich in hun midden met ijver voor Mij heeft ingezet, zodat Ik de Israëlieten niet in Mijn na-ijver vernietigd heb. Zeg daarom: Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede: hij, en zijn nageslacht na hem, zullen het verbond van het eeuwige priesterschap hebben, omdat hij zich voor zijn God heeft ingezet en verzoening voor de Israëlieten heeft gedaan.

Numeri 25:6-13 (HSV).

Gedeelten uit de Profetenlezing
(Elia) ging daar een grot in en overnachtte er. En zie, het woord van de HEERE kwam tot hem, en Hij zei tegen hem: Wat doet u hier, Elia? Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het (mij) te benemen.
Maar Hij zei: Ga naar buiten en ga op de berg staan, voor het aangezicht van de HEERE. En zie, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, die bergen spleet en rotsen in stukken brak, voor het aangezicht van de HEERE uit. (Maar) de HEERE was niet in de wind. Na deze wind kwam er een aardbeving, (maar) de HEERE was ook niet in de aardbeving. Op de aardbeving (volgde) een vuur, (maar) de HEERE was ook niet in het vuur. En na het vuur (kwam) het suizen van een zachte stilte. En het gebeurde, toen Elia (dat) hoorde, dat hij zijn gezicht met zijn mantel omwikkelde, naar buiten ging en in de ingang van de grot bleef staan. En zie, een stem (kwam) tot hem, die zei: Wat doet u hier, Elia? Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het (mij) te benemen. (…)
Maar Ik zal er in Israël zevenduizend overlaten, allen die de knieën niet gebogen hebben voor de Baäl, en allen van wie de mond hem niet gekust heeft.

Want ter wille van U draag ik smaad, schande heeft mijn gezicht bedekt.
Een vreemde ben ik geworden voor mijn broeders, een onbekende voor de kinderen van mijn moeder.
Want de ijver voor Uw huis heeft mij verteerd; al de smaad van wie U smaden, is op mij gevallen.

1 Koningen 19:12b-14, 18, Psalm 69:8-10 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
En het Pascha van de Joden was nabij en Jezus ging naar Jeruzalem. En Hij trof in de tempel (mensen) aan die runderen, schapen en duiven verkochten, en de geld­wisse­laars die daar zaten. En nadat Hij een gesel van touwen gemaakt had, dreef Hij ze allen de tempel uit, ook de schapen en de runderen. En het geld van de wisse­laars wierp Hij (op de grond) en de tafels keerde Hij om. En Hij zei tegen hen die de duiven verkochten: Neem deze dingen vanhier weg, maak niet het huis van Mijn Vader tot een huis van koophandel. En Zijn discipelen herin­ner­den zich dat er geschreven is: De ijver voor Uw huis heeft mij verslonden.


Video ‘De Verkenners 32’, het Tempelplein, gemaakt door ds. Albert Groothedde.

En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waar­achtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerech­tig­heid. En Zijn ogen (waren) als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opge­schreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.
En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt boven­kleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God.
En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.
En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heiden­volken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijn­pers­bak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.

Johannes 2:13-17, Openbaring 19:11-15 (HSV)

De ijver voor uw huis zal mij verteren
Na veertig jaar zwerven door de woestijn was het volk Israël begonnen aan het veroveren van het beloofde land. Koning Balak van Moab was bang geworden voor het naderende volk Israël, dat het gebied van de Amo­rieten al had veroverd. Hij probeerde het volk te laten vervloeken door de magiër Bileam. God greep in, en tot driemaal toe werd een zegening uitgesproken in plaats van een vervloeking.

Als het met vervloeken niet lukt, dan lukt het wel op een andere manier, met offerfeesten en met vrouwen, had Bileam gedacht, en dat werkte blijkbaar. Gods toorn ontbrandde tegen zijn volk, totdat de priester Pinehas optrad en een overspelige man doodde, een familie­hoofd uit de stam Simeon. God prees hem daarvoor, en bevestigde zijn priesterschap.

Ook de profeet Elia heeft zich, bij de ‘offerwedstrijd’ op de berg Karmel, ingezet voor de eer van God. De ijver voor Gods huis had hem bijna letterlijk verteerd. Hij liep uitgeput, depressief en overspannen door de woestijn.
Dan troost de Heer hem met het nieuws, dat zijn werk niet tevergeefs is geweest. Zevenduizend in Israël zullen de Heer trouw blijven en hun knieën niet buigen voor de afgod Baäl.

Wanneer we over God spreken, dan is dat meestal met woorden zoals liefde, geduld, vergeving en genade. God is een God van liefde, leren we. Dat is waar. Maar het is niet de gehele waarheid. God is ook een heilig God, die geen ongerechtigheid duldt. Wie bewust Gods wetten en heilige wil overtreedt, krijgt te maken met Gods toorn. Voor degenen die God gekend hebben en toch bewust zondigen, geldt dit:
Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft? Wij kennen immers Hem Die gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En verder: De Heere zal Zijn volk oordelen. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. (Hebreeën 10:29-31).


Voor een uitwerking van deze sidra voor een Bijbelleeskring, zie Numeri-25.pdf

Wees de eerste die reageert op "Shabbats­lezingen: De ijver voor uw huis"

Geef een reactie