In het jaar 67 stond de stad Gamla op de Golanhoogten alleen tegenover het machtige Romeinse leger. Een jaar eerder was een protest begonnen tegen het Romeinse bestuur in Jeruzalem. De Joden slaagden er aanvankelijk in, het kleine Romeinse garnizoen uit die stad te verdrijven.
Maar de Romeinse landvoogd van Syrië, Cestius Gallus, kwam met een groot Romeins leger van 30.000 man, om die ongehoorzame inwoners van Jeruzalem te laten zien dat de Romeinen de echte heersers over het gebied zijn.
Om onbekende reden brak Gallus na korte tijd de belegering van Jeruzalem af en keerde terug naar Syrië. Zijn terugtrekking was een van de grootste militaire nederlagen die de Romeinen in de opstandige provincie leden. Steeds meer Joden uit de omgeving van Jeruzalem, die zagen dat de Romeinen zich terugtrokken, gingen ook de Romeinen achtervolgen. Bij Beth Horon versloegen zij een aanzienlijk deel van het Romeinse leger, dat 6000 man verloor, en wisten de standaard van het twaalfde legioen met de gouden adelaar te grijpen. De opstand breidde zich uit over de gehele provincie Judea, en werd een van de grootste opstanden waarmee het Romeinse keizerrijk ooit te maken kreeg.
Keizer Nero nam maatregelen en stuurde Vespasianus en zijn zoon Nero erheen om de opstand neer te slaan. Na een paar maanden van gevechten in het noorden (Galilea en de Golan) hield alleen het versterkte Gamla nog stand, dat een toevluchtsoord was geworden voor vluchtelingen uit andere plaatsen.
Josefus, een van de leiders in Galilea tijdens het begin van de opstand en de latere geschiedschrijver Flavius Josefus, liet Gamla versterken met een stenen muur aan de noord- en oostkant. Aan de andere zijden maakten diepe ravijnen de bouw van een muur overbodig. De 350 meter lange muur werd gebouwd door de openingen tussen bestaande huizen op te vullen en huizen die in de weg stonden te slopen. Gamla was een van de vijf steden in Galilea en de Golan die zich verzetten tegen de legioenen van Vespasianus.
Gamla werstond een eerste belegering van zeven maanden in het jaar 66. Op 12 oktober 67 begon een leger van 60.000 Romeinse soldaten onder leiding van Vespasianus aan een tweede belegering. De Romeinen probeerden eerst de stad in te nemen met behulp van een belegeringshelling, maar werden door de verdedigers teruggedreven. Pas bij de tweede poging slaagden de Romeinen erin om op drie verschillende plaatsen de muren te doorbreken en de stad binnen te vallen. Vervolgens raakten ze in man-tegen-man gevechten verwikkeld met de Joodse verdedigers op de steile heuvel. De Romeinse soldaten vochten vanuit een ondergeschikte positie in de krappe straten en probeerden zich te verdedigen vanaf de daken. Deze stortten onder het zware gewicht in, waarbij veel soldaten omkwamen en de Romeinen zich moesten terugtrekken. Een paar dagen later trokken de legionairs opnieuw de stad binnen, overwonnen het Joodse verzet en voltooiden de verovering van Gamla.
De val van Gamla betekende het einde van de opstand in het noorden. Het maakte de weg vrij voor het Romeinse leger om verder op te rukken naar Jeruzalem. Toch zou het Romeinse leger dat pas anderhalf jaar later doen, vanwege de Romeinse burgeroorlog die eindigde met Vespasianus als keizer, en vanwege het feit dat Vespasianus en Titus voldoende vertrouwen hadden om hun campagne op te schorten, omdat ze dachten dat de tijd in hun voordeel werkte.
De Joodse rebellen in Jeruzalem gaven hen gelijk. Tijdens deze onderbreking van de vijandelijkheden vochten de rebellen onderling, keerden zich tegen elkaar en vernietigden hun eigen kostbare voedselvoorraden. In plaats van dat de belegering van Jeruzalem meerdere jaren zou duren en de Romeinen veel zou kosten, duurde deze slechts vier maanden, wat suggereert dat Gamla in veel opzichten eigenlijk het einde van de Eerste Joodse Opstand was geweest.
Gamla bleef eeuwenlang verborgen onder het zand, totdat Israëlische wetenschappers in 1968 de unieke geografische kenmerken van Tel es Salam ontdekten. De site werd vervolgens vanaf 1977 opgegraven, waarbij na vele seizoenen delen van een typisch Joodse stad werden opgegraven, waaronder talrijke rituele baden, kalkstenen bekers en duizenden Hasmoneese munten. Belangrijker was dat er overvloedig bewijs werd gevonden van een hevige strijd, met een mogelijk door mensen veroorzaakte breuk in de stadsmuur, en dicht bij de muur ruim 1600 pijlpunten, 2000 ballistastenen en 100 katapultpijlen. De ontdekking van zulke enorme hoeveelheden projectielen van een slagveld is ongeëvenaard in de landen van het voormalige Romeinse Rijk.
Gamla is nu een populair nationaal park, dat de bezoekers een unieke mogelijkheid biedt om bijna 2000 jaar terug te gaan in de tijd naar een van de meest dramatische veldslagen in de Joodse geschiedenis.
Bronnen: Israel Today, Wikipedia.
Afbeelding: Reconstructie van een Romeinse ballista, Ze’ev Stein, Pikiwike Israel, Wikipedia.


Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Golan (2) De Romeinen veroveren Gamla"