Haftarah – Kie tavo‘ – Als je komt (tot het beloofde Land)

Haftarah Kie tavo‘ gaat over de door Mozes aangezegde verbanning van Israël en de aankondiging van herstel uit die verbanning door Jesaja.

Isra‘Els herstel uit de verbanning zal heel de wereld veranderen
God richtte Zich door de dienst van Jesja’jahoe (Jesaja) rechtstreeks tot Isra‘El (Js 60:1). Het was een oproep (bevelende wijs) om hun verbanningsstaat te verlaten. Opvallend is dat God Isra‘El aansprak met het woord ‘Sta op’ (qoemie). Het lijkt op een opwekking uit een staat van rouw of beter uit de dood (Ezech 37:1-14).

Het lijkt erop dat deze oproep zal samenvallen met een wereldcrisis (vs 2). Niet alleen in onzichtbare zin (verachting van God), maar ook in een merkbare, fysieke zin (Torahverachting door gelovigen en de vloek ervan). Dat doet denken aan woorden uit andere profetieën, zoals de Openbaring van Johannes. Hij lag een verband met een wereldcrisis om de val van Babylon (het centrum van weerspannigheid tegen God), want daarin komt dezelfde oproep van God aan Isra‘El voor om daar weg te gaan (Opb 18:4). Opvallend is dat volgens de profetie van Jesja’jahoe Isra‘El, door hun vertrek, meteen vrucht zal dragen door een aanstekelijk licht te zijn voor de natiën (hun oorspronkelijke roeping; Js 60:3).

Isra‘El terugkeer zou een grote menigte (Isra‘Eliem en heidenen) op gang brengen op weg naar het beloofde Land. Natiën zullen hun rijkdommen en beste offerdieren aan Isra‘El aanbieden ten gunste van de eredienst voor God in Zijn Huis. Ze zullen helpen om Isra‘El te herbouwen (vss 4-11). Dit kan niet anders dan een onvervulde profetie zijn. De vervulling leidt onvermijdelijk tot het einde van door mensen verzonnen en illegale verering van God. Alle vromen zullen zich gaan toeleggen op de ene godsdienst van de Bijbel.

Natiën die niet buigen voor God zullen verwoest worden. Heidenen die de Joden hebben vernederd zullen zich diep voor de Joden vernederen en erkennen dat Isra‘El Gods volk is (vss 12-14). Zo zal er een gerechte vereffening zijn, maar ook moeten deze heidenen dan rein en heilig zijn geworden door de navolging van Gods Torah (besneden zijn). Anders zouden ze God niet ten dienste kunnen zijn. Die definitieve toevoeging, waarover in het Nieuwe Testament wordt geprofeteerd (1 Kor 12:13; Ef 2:16; Kol 1:21), zal even slikken zijn geweest voor heel wat vrome Isra‘Eliem die Jesja’jahoe’s profetie in zijn tijd hoorde. Maar het zal pas echt schrikken zijn voor iedereen als het werkelijkheid wordt in de eindtijd, wanneer deze profetie onafwendbaar vervuld wordt.

Maar Isra‘El zou in hun verbanning een vernederde en een gehatene zijn, maar God zou hun tot altoosdurende uitnemendheid stellen. Als Isra‘El een verbannene is realiseert het zich niet dat God toch voor hen zorgt. God stelt bij het herstel echter sjalom tegenover Zijn eerdere bezoeking en rechtvaardigheid tegenover hun eerdere verdrukking (omkering). Niet langer zal in het beloofde Land gehoord worden van geweld (chamas) en niet langer van verwoesting en ondergang in Isra‘Els gebieden. Maar Isra‘El zal roepen: ‘Redding!’ (jesjoe’ah) en van hun muren en poorten: ‘Lofprijs!’ (tehillah). God zou werkelijk centraal staan. Niet langer zouden beslommeringen van het dagelijkse leven en de beperkingen van de Schepping een hoofdrol hebben en Isra‘El zou geen rouw meer kennen. Heel Gods volk zou dan uit rechtvaardigen bestaan en voor altijd zou Isra‘El het beloofde Land bezitten (vss 15-22).

Parallellen
Sidra‘ Kie tavo‘ (Dt 26:1-29:8) gaat over instructies van Mosjéh over het aanbieden van een deel van de opbrengst van het Land en van de inkomsten. Daarna gaf hij opdracht voor de plechtige samenkomst bij Sichem, namelijk het aanzeggen van zegening of vervloeking aan het volk in verband met de Verbondsvoorwaarden. Dit moest gebeuren op de bergen Geriziem (Gerizzim) en ’Ejval (Ebal) daar. Zo is het ook gebeurd (Joz 8:30-35). Uit de aanzegging komt naar voren dat de Verbondsvoorwaarden zich zeker niet beperken tot de 10 mitswot (Woorden) (Ex 20:2-17). Ze zijn slechts een generieke weergave van het geheel. Mosjéh profeteerde dat Isra‘El uiteindelijk verstrooid zou worden onder de natiën als ze Gods Verbond zouden loslaten (Dt 28:64). Zo traden Isra‘Eliem die de woestijntocht hadden overleefd toe tot het Verbond en werden ze herbevestigd als Gods volk (27:9; 29:1).

De haftarah (Js 60:1-22) heeft een parallel met de aanzegging van de verbanning van Isra‘El door Mosjéh en wat kort na Jesja’jahoe’s profetie werd vervuld. Maar de door Mosjéh aangekondigde verstrooiing werd pas feit vanaf de eerste eeuw (na de verwoesting van de Tempel).

In de profetie van Mosjéh lijkt het erop dat de verbanning eenmalig en een definitief einde aan Isra‘El zou brengen. Jesja’jahoe profeteerde echter over het einde van de verbanning en een glorieuze toekomst. Haftarah voegt dus weer toe aan Mosjéhs woorden. Er is inderdaad een einde gekomen aan de eerste verbanning, maar dat had Jesja’jahoe’s profetieën alleen maar gedeeltelijk vervuld. De eerste verbanning was ook maar deels een verstrooiing. Die kwam pas met de tweede verbanning die tot op vandaag aanhoudt. Een tweede verbanning had Jesja’jahoe niet begrepen.

Torahgedeelten

De volgende teksten uit deze sidra‘ kunnen opgevat worden als Torah:

• 26:2 Gods volk moet de eersteling van diens vrucht aan Hem wijden.
• 26:12 Gods volk moet een tiende van diens opbrengst schenken aan de Zijn dienaren, de vreemdeling, de wees en de weduwe.
• 27:14 Gods dienaren moeten aan Zijn volk de zegening of vervloeking in verband met het navolgen van de Verbondsvoorwaarden voorhouden. Houden van de Torah staat in verband met het leefgebied waar Gods volk het voor het zeggen heeft (11:29).
• 29:9 Gods volk is bevolen om de Verbondsvoorwaarden na te volgen, want dan zal het voorspoedig (sakal) zijn.

De met een * aangegeven bepalingen zijn door de rabbijnen vastgesteld als mitswot uit de 613. In deze sidra‘ staan volgens de rabbijnen 6 mitswot.

Volgende week: Nitsaviem over de parallellen in verband met Gods belofte over Isra‘Els herstel.

Bijbelleraar Marco van Putten is gespecialiseerd in Judaïca en de rabbijnse wereld; in de wekelijkse Parasjah prikkelt hij gelovigen na te denken over de Hebreeuwse wortels van het geloof.

2 Reactiesop"Haftarah – Kie tavo‘ – Als je komt (tot het beloofde Land)"

  1. Alice van der Vlis (mw.CAF van der Vlis) | 21/02/2022 om 11:29 | Beantwoorden

    Bij de verdrijving, de diaspora van het Joodse volk uit hun land wil ik de shoa noemen, de bijna totale vernietiging. In de sjoel van Zwolle hangen stenen platen met 700! namen aan de muur. Nu zijn er weer diensten, er is Joods leven in Nederland. Maar wat is er aan vooraf gegaan, en denk ook aan andere pogingen tot vernietiging; die van Assyrie en die door de Grieken, opgaand in die van Rome. Beginnend met aantasting van het leren uit Tora.

    • Marco Van Putten | 22/02/2022 om 14:23 | Beantwoorden

      Uit de profetieën over Isra’Els verstrooiing komt ook naar voren dat de gojim te ver zullen gaan. Buiten de opdracht die God hen geeft zullen treden. Geen maat weten te houden. Daarvoor zal God hen straffen.

      In het geval van Duitsland (of de ‘Germanen’) in de recente geschiedenis lijkt dat nog onvervuld.

Geef een reactie