Sjabbatslezingen: De Aäronitische zegen

Met de Aäronitische zegen, die de priesters (en veel predikanten) uitspreken, wil onze Heer zijn betrok­ken­heid bij ieder van zijn volk, en wie daarbij wil horen, tonen. Hij wil er voor ieder zijn, in een per­soon­lijke relatie.

De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Naso (Tel, verhef) zijn:
✡ Torahlezing: Numeri 4:21 – 7:89,
✡ Profetenlezing: Rechters 13:2-25,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 12:20-36.
In verband met het onderwerp wijken we daar van af.

Een gedeelte uit de Torahlezing
En de HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot Aäron en zijn zonen en zeg: Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen:
De HEERE zegene u en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!
Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen.

Numeri 6:22-27 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
De Tempel was gereed gekomen en werd ingewijd:
Zo brachten de priesters de ark van het verbond van de HEERE op zijn plaats, tot in het binnenste heilig­dom van het huis, tot in het heilige der heiligen, tot onder de vleugels van de cherubs.
Er was niets in de ark dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij de Horeb daarin gelegd had, toen de HEERE een verbond gesloten had met de Israë­lieten, toen zij uit het land Egypte waren vertrokken. En het gebeurde, toen de priesters uit het heilig­dom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.
Toen zei Salomo: De HEERE heeft gezegd in een donkere wolk te zullen wonen. Ik heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid. Daarna keerde de koning zich om en zegende heel de gemeente van Israël, terwijl heel de gemeente van Israël stond.

Na zijn smeekgebed tot God zegende koning Salomo het volk:
Het gebeurde nu, toen Salomo geëindigd had heel dit gebed en deze smeekbede tot de HEERE te bidden, dat hij van voor het altaar van de HEERE uit zijn geknielde houding opstond en zijn handen uitspreidde naar de hemel. Zo stond hij daar en zegende heel de gemeente van Israël en zei met luide stem: Geloofd zij de HEERE, Die Zijn volk Israël rust gegeven heeft, over­een­kom­stig alles wat Hij gesproken heeft! Niet één woord is onver­vuld gebleven van al Zijn goede woorden, die Hij gespro­ken heeft door de dienst van Mozes, Zijn dienaar. Moge de HEERE, onze God, met ons zijn, zoals Hij met onze vaderen is geweest. Moge Hij ons niet verlaten en ons niet in de steek laten, door ons hart voor Zich te winnen, zodat wij in al Zijn wegen gaan en Zijn gebo­den, Zijn veror­de­nin­gen en Zijn bepa­lingen, die Hij onze vaderen geboden heeft, in acht nemen.
1 Koningen 8:6, 9-14 en 54-58 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Enkele gedeelten uit het Hogepriesterlijk gebed van Jezus voor zijn discipelen:
Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht geno­men. Nu hebben zij erkend dat alles wat U Mij gegeven hebt, bij U vandaan komt. Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gege­ven, en zij hebben ze aange­no­men, en zij hebben daad­werke­lijk erkend dat Ik van U uitge­gaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezon­den hebt. Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gege­ven hebt, want zij zijn van U. En al wat van Mij is, is van U, en wat van U is, is van Mij; en Ik ben in hen verheerlijkt. En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij.
Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezon­den hebt.

Voordat Jezus terugkeerde naar zijn hemelse Vader, zegende Hij zijn discipelen:
En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden. (Jezus) leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwij­der­de. En Hij werd opge­no­men in de hemel. En zij aanbaden Hem en keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap.
Johannes 17:6-11 en 14-21, Lukas 24:49-52 (HSV)


Tweemaal per jaar, tijdens de grote feestdagen Pesach (Paasfeest) en Soekot (Loof­hutten­feest), wordt op het plein voor de Westelijke Muur in Jeruzalem door alle aanwezige priesters, de nakomelingen van Aäron, de Aäronitische zegen (Birkat Kohanim) uitgesproken.

Het belang van de Aäronitische zegen
Een commentaar van Joseph Shulam van de Israëlische messiaanse organisatie Netivyah.
‘Wat zegt eigenlijk deze zegen, die aan Aaron en zijn zonen werd gegeven om uit te spreken over het volk Israël, en die ook in veel kerken wordt uitgesproken?
1. ‘De HEERE zegene u en behoede u!’ God gaat je zegenen. Zoek daarom geen zegen van de afgoden in uw dagen, of van de mensen van uw stad en land. Vertrouw op God voor uw zegen in het leven. Als God je zegent, zul je echt gezegend worden. Als de mensen je zegenen, ben je ze voor altijd iets verschul­digd. Als de mensen je zegenen, kunnen ze je toch niet echt beschermen of bewa­ken. Alleen God kan u zegenen en beschermen, en u en uw leven bewaken.
2. ‘De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten.’ Een van de ergste hachelijke situaties in het woord van God is wanneer God zijn gezicht zich voor u verbergt. Met andere woorden, God wil je niet horen en wil geen relatie met je hebben. U kunt Ezechiël 39:22-27 lezen en de gevolgen van de zonde van Israël zien wanneer God Zijn gezicht voor u verbergt. Deze zegening van Aaron stelt dat God Zijn gezicht over u zal schijnen: u zult een persoonlijke en duidelijke communicatie hebben en toegang hebben tot een persoonlijke relatie met de Almachtige God van Israël en God zal naar u glimlachen (schijnen).
3. ‘De HEERE (…) zij u genadig!’ Hij zal je leven, successen en vallen beoordelen met Zijn genade en niet met Zijn maatstaf van rechtvaardigheid en oordeel. Dit is een zeer belangrijke zegen, want het verklaart de houding van God ten opzichte van Zijn kinderen en niet ten opzichte van Zijn vijanden.
4. ‘De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede.’ Dit is de slotverklaring en samenvatting van de Aäronische zegen: God zal u een gunst verlenen. Dit is een verzoek of God op je zal letten en om je een gunst te bewijzen. Dit klinkt misschien vreemd in westerse oren. De priesters van Israël, de kinderen van Aäron, vragen God om een speciale gunst aan Israël en zijn kinderen te betonen. Letterlijk gezien betekent ‘het gezicht naar voren te trekken’ dat je gunstig zal worden behan­deld, zelfs als dat een vriend­jes­poli­tiek zal tonen!
5. God zal u welzijn, sjalom, heelheid schenken en u binnen zijn grenzen brengen (ruimte van rust en veiligheid).

Het is zo’n groot voorrecht voor de mannen van onze gemeente dat elke Sjabbat de kinderen en hun moeders met deze zegen kunnen zegenen. Vaders moeten hun kinderen en hun familie minstens één keer per week met deze zegening zegenen. Ik zeg vaak dat deze zegen en zegening van je kinderen en je vrouw elke week zo’n groot voorrecht en bemoediging is.’

Zie ook deze Sjabbatslezingen:
Gaven gaf Hij aan de mensen, Numeri 4,
Geef jaloersheid geen plaats, Numeri 5,
Richter Simson streed tegen de Filistijnen, Numeri 6, Nazareeërschap.

Wees de eerste die reageert op "Sjabbatslezingen: De Aäronitische zegen"

Geef een reactie